Rekenproject: Positionering Freudenthal-groep tegenover ander rekenonderzoek

Ben Wilbrink

rekendidactiek
    bibliografiebiografie
    relevant empirisch onderzoek
        Hickendorff 2011
        promotieonderzoek
        in Pedagogische Studiënin Educational Studies in Mathematics
        PISA-onderzoek
        MORE-onderzoek
    positionering Freudenthal-gr vs overige onderzoekers




Wie behoren tot de Freudenthal-groep?


Met de Freudenthal-groep duid ik ontwikkelaars van rekenonderwijs aan, die gemeenschappelijk hebben dat zij het gedachtengoed van Hans Freudenthal volgen. Hans Freudenthal behoort ook tot deze informele groep. De kernleden van deze informele groep zijn snel gevonden, laat ik een eerste opsomming geven:

De lijst is nog verre van volledig, en ik zal hem regelmatig aanvullen. Hoort bijvoorbeeld Anne van Streun, voorzitter van de rekenwerkgroep uit de commissie-Meijerink, in de beschreven zin tot de Freudenthal-groep? Twee leden van de genoemde werkgroep, Truus Dekkers en Monica Wyers, behoren waarschijnlijk wel tot de kern van de Freudenthal-groep; het is van belang om dat goed vast te stellen, omdat met het werkstuk van de Werkgroep-Van Streun de Freudenthal-groep het eigen gedachtengoed weer eens bevestigd heeft gekregen in een overheidsdocument, dat later zelfs is gepromoveerd tot onderdeel van wetgeving, en de basis van de voorziene rekentoetsen bij de eindexamens vo en mbo.

Hoewel de Freudenthal-groep bepaald geen homogene groep is, en al helemaal geen formele groep, zijn er natuurlijk in korte tijd vele onderlinge relaties te inventariseren: wie treedt op als promotor voor wie (promotieonderzoek.htm), wie publiceert samen met wie, wie verwijst met overdreven instemming naar wiens werk, wie doet de promotie van wie, wie hanteert unverfroren de RR-stromen dat wat niet realistisch is, wel mechanistisch moet zijn, enzovoort.


Constructivistische rekendidactiek, ook internationaal


Het realistisch rekenen van de Freudenthal-groep is niet een uniek door Hans Freudenthal bepaalde rekendidactiek, maar staat in de lijn van wat internationaal de constructivistische stroming in de rekendidactiek is. Bekende slogans van het realistisch rekenen komen ook in tal van buitenlanden in vergelijkbare formuleringen voor. De rekenproblemen en ekendiscussies in diverse landen zijn dan ok verwant aan wa er in Nederland gebeurt. Een en ander betekent niet noodzakelijk dat er persoonlijke of andere banden zijn van de Freudnethal-groep met constructivistische rekendidactici elders, maar in bepaalde gevallen zijn die er wel, en in sommige gevallen zijn die banden zo direct dat gesproken kan worden van buitenlandse leden van de Freudenthal-groep: volgers van de leer van Hans Freudenthal.


Verschaffel en andere onderzoekers met sympathie voor het gedachtengoed van Freudenthal.


De onderzoeker die met stip op nummer een staat van het lijstje van rekenonderzoekers die het onderzoekgebied goed kennen, is Lieven Verschaffel. Hij is niet makkelijk te plaatsen. De eerste indruk die ik door verder studeren wil toetsen is dat hij uitstekend empirisch onderzoek doet en vooral ook begeleidt, dat hij enorme invloed heeft in het Nederlandse reeknonderwijs en rekenbeleid door deelname in tal van clubs, gremia, commissies (zowel promotiecommissies als bijv. de KNAW-commissie-Lenstra), en niet duidelijk afstand neemt van het gedachtengoed van Hans Freudenthal (in het verleden feestredes heeft gehouden op het FI, bijvoorbeeld; ook bij het afscheid van Koeno Gravemeijer, waar hij signaleert dat Koeno heel veel publiceert in internationale tijdschriften over wiskunde-onderwijs, en juist niet in psychologische tijdschriften waarin rekenonderzoek wordt gepubliceerd — is dit een constatering die bedoeld is voor de goede luisteraars?). Stelt hij zich diplomatiek en pragmatisch op, of hoe zit dit? Boeiend.


Jan Terwel: wat is eigenlijk zijn positie? Voorshands houd ik het erop dat hij sympathie heeft voor het gedachtengoed van Hans Freudenthal.


Nico Verloop?


Meindert Beishuizen?



Oppositie


Er is oppositie tegen het werk en dus ook de invloed van de Freudenthal-groep. Vroege oppositie vanuit (en binnen) Vlaanderen: Feys en Biervliet (zie ook De gelukkige rekenklas, voor meer oppositie). Meer recente oppositie: Marisca en Rob Milikowski, Jan van de Craats, Henk Tijms (Stichting Goed Rekenonderwijs), Joost Hulshof (BON), Ben Wilbrink.


Internationaal is er uitgesproken oppositie tegen constructivistisch rekenonderwijs. De intellectuele strijd in Nederland is allesbehalve uniek, evenmin zijn de argumenten dat.



Ralph T. Putnam, Magdalene Lampert & Penelope L. Peterson (1990). Alternative Perspectives on Knowing Mathematics in Elementary Schools. Review of Research in Education, 16, 57-150. [opvraagbaar: KB (begunstigers) e-bestanden JSTOR] (Een tussenpositie, ongeveer zoals die van Schoenfeld(2004): tal van denkbeelden uit de filosofie van het realistisch rekenen passeren hier de revue, maar op een totaal andere manier dan het geroep van Freudenthal, Treffers en de zijn. Putnam, Lampert en Peterson weten redelijk goed waar ze het over hebben, is mijn eerste indruk, en dat kan van de meeste auteurs uit de hoek van het realistisch rekenen niet worden gezegd. Bijvoorbeeld: wiskundig leren denken in de basisschool krijgt hier een voor mij waarschijnlijk hanteerbare invulling. Dat wiskundig leren denken is ook eenvoudiger dan wat de Freudnethal-groep voorstaat.)



12 januari 2012 \ contact ben at at at benwilbrink.nl    

Valid HTML 4.01!   http://www.benwilbrink.nl/projecten/positionering.htm