Molens spelen in het leven van tal van verre voorouders een belangrijke rol: in Delfland en de Mije, waar ze dienen om het waterpeil van de polders te beheersen, zowel als in Apeldoorn, Beekbergen, Loenen, en Wenum waar de molens het water juist als krachtbron gebruiken voor het maken van papier, bewerken van koper, malen van koren, en bewerken van stoffen.
Nijhof, P. (1982). Molenbibliografie. Zutphen: De Walburg Pers.
Anton Sipman (1975). Molenbouw. Het staande werk van de bovenkruiers. Walburg Pers.
Jan Stroop (1977). Molenaarstermen en molengeschiedenis. Een onderzoek naar herkomst, ouderdom en verbreiding van de benamingen voor enkele molenonderdelen in verband met de geschiedenis van de water- en windmolen in de Nederlanden. Rodopi.
Transactions of the first international symposium on molinology (Cascais, portugal, 1965). TIMS The International molinological Society, 1977. Selskabet Danske Møllers Venner, Danmark.
Over molens is dus ook ongelooflijk veel informatie te vinden in algemene geschiedkundige werken, en historisch onderzoek naar techniek en uitvinden in alle tijden en windstreken—als ik dat zo mag zeggen.
Het belangrijke werk over papiermolens is natuurlijk het in drie kloeke delen over een kwart eeuw verspreide hoofdwerk van H. Voorn. Zowel algemene geschiedenis, als die van individuele molens, en zelfs (vooral in deel 3) van de molenaars en hun knechts persoonlijk. De boeken zijn destijds in beperkte oplage buiten de boekhandel om verschenen. De antiquarische prijzen zijn aan de pittige kant. Het voor de genealogie in Gelderland zo belangrijke deel 3 is in de bibliotheek van het Centraal Bureau Genealogie beschikbaar. De Nickels-site gebruikt de informatie uit deel 3, zie daar voor een snelle eerste kennismaking.
H. Voorn (1960). De papiermolens in de provincie Noord-Holland, alsmede in Zeeland, Utrecht, Noord-Brabant, Groningen, Friesland, Drenthe. De geschiedenis der Nederlandse papierindustrie, deel 1. Haarlem.
H. Voorn (1973). De papiermolens in de provincie Zuid-Holland, alsmede in Zeeland, Utrecht, Noord-Brabant, Groningen, Friesland, Drenthe. De geschiedenis der Nederlandse papierindustrie, deel 2. Wormerveer.
H. Voorn (1985). De papiermolens in de provincie Gelderland alsmede in Overijssel en Limburg. De geschiedenis der Nederlandse papierindustrie, deel 3. Met medewerking van Johanna Hollestelle en G. D. Cornelissen de Beer. Stichting voor het Onderzoek van de Geschiedenis der Nederlandse Papierindustrie. Haarlem: Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken.
P. Nijhof (1988). Schetsen van papiermolens. Met tekeningen van R. Nijhof. Zutphen: Bührmann-Ubbens. (Mander, de molen van Frans, in 1711 gesticht door Bernardus Kremer (het geslacht Cramer); Mander, de molen van Bels; Hattem, de molen op Molecaten; Epe, de kopermolen; Loenen, de Middelste Molen; Ugchelen, de Oude Molen of Altena; Ugchelen, de Hamermolen; Beekbergen, de Ruitersmolen; Arnhem, Marten Orges; Eibergen, de Mallumsche Molen; Mook, de Bovenste Plasmolen; Roermond, de Bovenste Molens; Maastricht, het Pesthuis; Houthem, de Kruitmolen; Mechelen, de Onderste en Bovenste Molen. Omslag: aquarel Eibergen de Mallumsche molen)
Jan Poortenaar, i.s.m. Dard Hunter en C. Pels (1951). De papierwereld. Naarden: Uitgeverij 'In den toren.' Met stalen in het boek zelf, en in map.
Jane de Iongh (1934). Van Gelder Zonen 1784-1934. Haarlem.
R. Hardonk (1968). Koornmullenaers, Pampiermaeckers en Coperslaghers. Korte historie der waterradmolens van Apeldoorn, Beekbergen en Loenen . Apeldoorn: Historisch Museum Moerman.
Bert Felix (2007). Oude molen in Lieren op monumentenlijst gezet. De Stentor, 21 november 2007 html
Voor de ontginning van moeras- en veengebieden bleek het al snel noodzakelijk om overtollig water op een andere manier dan door natuurlijk afstromen kwijt te kunnen raken. De belangrijkste reden daarvoor is natuurlijk dat in dergelijke gebieden juist door de ontginning—die onder andere bestaat uit het verlagen van het waterpeil—het land inklinkt, waardoor het waterpeil verder terug moet worden gebracht, waardoor meer inklinking, etceterea tot op de dag van vandaag.
A. Bicker Caarten (1990). Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland 1407/'08 - rondom 1500. Wormerveer: Stichting Uitgeverij Noord-Holland.
25 Jaar Rijnlandse Molenstichting 1983, 180 p. A-4 papiergebonden. (oa: H. van der Linden: De voorgeschiedenis van de Rijnlandse Poldermolen - P. J. M. de Baar: Heer Floris van Alcmade, ridder, de waterbouwkundige - G. Keunen: Windbemaling in Rijnland - E. J. M. Sentis-Senden: Droogmakerij met poldermolens: een scheppende bezigheid - J. C. Lunenburg: Van de vroegere molenrijkdom van Nieuwkoop en omgeving - P. J. M. de Baar: Wie ontleent welke molenafbeelding aan wie? - J. C. Lunenburg: Van molenmakers en andere bedrijvigheden aan de Oude Wetering - A. Bicker Caarten: Het nachtmalen op de poldermolens en wat daarmee verband houdt - P. H. Mans: De molens van de Rijnlandse molenstichting)
H. Hagens (1998). Op kracht van stromend water. Negen eeuwen watermolens op de Veluwe. Hengelo: Smit.
Nijhof, P. (1982). Watermolens in Nederland. Met foto's van Ger Dekkers. Zwolle: Waanders.
C. Dekker: De aanstelling van de molenmeesters in Delfland van de 15de tot de 18de eeuw. In Zuid-Hollandse Studiën Deel IX. (1959). Historische Vereniging voor Zuid-Holland onder de zinspreuk "Vigilate Deo Confidentes." Voorburg: Drukkerij Die Haghe.
Korenmolens zijn de grootste industrie in de middeleeuwen, en juist daarom nauw verbonden aan de macht. Ze waren noodzakelijk om graan te malen, maar op zich kon dat ook heel goed met kleine molentjes die mensen gewoon thuis konden hebben. Daar komt dan de macht een stokje voor steken, want wie zelf maalt is geen klant van de grote molen. Dat gaf aanleiding tot nogal wat onverkwikkelijke zaken, omdat economische en politieke macht in die tijden in dezelfde hand lag. Bijvoorbeeld voor de Hollandse graven waren de korenmolens in het Westland een belangrijke bron van inkomsten.
Voor de geschiedenis van de Ruitersmolen, Gasthuismolen en andere molens zie R. Hardonk (1968). Koornmullenaers, Pampiermaeckers en Coperslaghers. Korte historie der waterradmolens van Apeldoorn, Beekbergen en Loenen . Apeldoorn: Historisch Museum Moerman.
De Ruitersmolen ligt aan de Tullekensmolenweg in Beekbergen, een paar honder meter 'beneden' de Tullekensmolen (1535), en is nog in 1936 als korenmolen in werking. Van deze molen bestaat een olieverfschilderijtje van ca. 1900, afgebeeld in Hardonk tegenover p. 49. Frank van Amelsfort geeft op zijn site een foto van de onlangs gerestaureerde Ruitersmolen. Een foto van de Ruitersmolen in verval in G. B. Wolters (1979). Beekbergen in oude ansichten (foto 31). Zaltbommel: Europese Bibliotheek. Het is een heel behoorlijke molen, waar er in 1625 nog sprake is van een 'molentje' en een 'kleine papiermolen.' De enige werkende papiermolen in de 60-er jaren van de 20e eeuw is die in het Openluchtmuseum in Arnhem (Hardonk geeft geen informatie welke molen dat oorspronkelijk is).
De door Jan gekochte molen is in 1606 gebouwd door Marten Orges, was voorwerp van een ingewikkelde juridische procedure rond 1625 over waterrechten. De erven van Henrick van Amersfoort hebben uiteindelijk de dan 4 baks waterpapiermolen verkocht aan Willem Jansen (Beeckhuys), die getrouwd is met Annetje Abrahams Westenenk. [een 4-baks molen maakt tamelijk grof papier, voor schrijfpapier zijn 6 bakken nodig.] Hardonk meldt dat er in 1742 een tweede molen ligt, de 'halve Ruytermolen;' het is deze molen die in de 2e helft van de 19e eeuw, in het bezit van L. van Gerrevink, is afgebrand en niet herbouwd.
Hardonk maakt er een punt van dat de papiermakerij geen folkloristische bezigheid naast het boerenbedrijf was, maar de kernindustrie van Apeldoorn, en dat de papiermakers kwaliteit leverden en deze ook zakelijk aan de man wisten te brengen in de randstad (en via die tussenhandel aan Europa).
De afbeeldingen staan op de website van de raad van Beekbergen.
De Middelste Molen, Kanaal Zuid 499 Loenen. De foto van het interrieur staat op de website van de Stichting demiddelstemolen.nl
Warnaars, H. B. E., en M. A. Hijlkema (1949). Molens en klederdrachten in Nederland. Aquarellen door J. W. Heytink en J. Duyvetter, resp. Leiden: Tieleman & Dros.
http://molen.pagina.nl/
Voor een overzicht van alle bestaande Nederlandse molens, met foto, zie http://www.molens.nl en http://www.molendatabase.nl/nederland/, also in the English language available. De database op http://www.molendatabase.nl/ bevat gegevens over ieder van 1176 Nederlandse molens, en 4329 niet meer bestaande Nederlandse molens.
De Nickels-site met heel veel papiermolen-informatie, met nadruk op Apeldoorn en omstreken.
De Liefde Molenpagina van B. Poppen.
Een uiteenzetting over de technische aspecten is gegeven in een boek van Frederick Stokhuyzen uit 1962. Daaruit een vertaling in het Amerikaans op http://webserv.nhl.nl/golje smits/windmill.htm [opgeheven???]
Papier waterradmolen Openlucht Museum, Schelmseweg 89 Arnhem
Ruitersmolen, Tullekensmolenweg 47 Beekbergen. Nee, excuus, deze molen is wel gerestaureerd, maar niet als papiermolen.
De Middelste Molen, Kanaal Zuid 499 Loenen. De foto van het interrieur staat op de website van de Stichting demiddelstemolen.nl
H. A. Visser (1980). Molens in Zuid-Holland in oude ansichten deel 2. Zaltbommel: Europese Bibliotheek. isbn 9028801626, 139 foto's (foto's en kaarten uit de verzameling van de schrijver, thematisch op bouwkundige onderwerpen ingericht, aanvullend op deel 1 uit 1972 van L. van Lambalgen. Situaties in begin 20e eeuw, de tijd ook dat zeer veel van de bijna 10.000 Nederlandse molens werden gesloopt)
Nationale Molendag: iedere tweede zaterdag in mei, molens geopend voor bezichtiging, molenaars geven demonstraties. Deelnemende molens hebben een blauwe wimpel uithangen.