thuis     ../sitemap     genealogie


Historische achtergronden Wilbrink

Zie ook de kwartierstaat .

Waar in de teksten genummerde verwijzingen voorkomen, zijn die uit de aangehaalde bron afkomstig, zie daar dan ook voor de exacte vindplaatsen.


Geertgen Schut


RIJKSARCHIEF IN GELDERLAND


Acte van dispositie over seecker vrijheren goedt gent. buenincks erve int ambte van Apoldorn kerspel Begbergen ende buirschap Lyre gelegen bij mr. Marten Orges ende Geertgen Schutten echteluyden onder haere drie sonen gedaen.

Die van der Reeckeninge in Gelderlandt doen kondt wie hier ter Caemeren compariert und erschenen sijn mr. Marten Orges, papiermaker, und Geertgen Schutten, echteluyden, toe kennen gevende hoe dat sie den 18 Marti 1611 bij koop ende transport aen sich erworven hadden seecker vrijheren goedt gent. Buenincks erve, int ambte van Apeldorn kerspel Begbergen ende buerschap Lyre gelegen ende den 3en Maii 1617(6) nieuwe jarenoprucking erlangt, welck herrengoedt mit penningen vuytten gemeinen boedel gekoft und betaelt was, und so gedachte Geertgen Schutten einen voerman gehadt gent. Jacop Marcus, daerbij sij einen sohn geprocreert, Jacop Jacopsz. gent., ende in die twede echte mit gemelten Marten Orges getreden sijnde, daerbij noch twe sohnen geprocreert, mit naemen Daniel und Pouwel Orges, versochten sij beyde echttluyden om voer verhaelten redenen willen dat haer vöres. aengekofte vrijherengoedt nae haer beyden doedt soude mogen succediernn und erven op die vorn. drie gebroedren Jacop Jacopsz., Daniel ende Pouwel Orges. gelickelick, mite dat den oldtsten sohn van M. Marten, mit naemen Daniel Orges, nae affsterven van vader ende odr (wie vUores.) sel vuytrichtenein rechte derdendeel van die koopspenningen, daermit dot vorn. herengoedt aangekoft is, aen sijnen broeder Jacop Jansz., und het ander rechte derdendeel aen sijnen bröder Pouwel Orges. Versoeckende daeroff acte van aggresti ende consent, in behoerlieke forme etc. Die vöres. van der reeckenin. dit versueck redelick vindende, hebben sulcke dispositie ende maeckinge geaggreert, belieft und bevestigt, aggreerenm beliven und bevestigen in kraft deses mits dat M. Marten Orges und Geertgen Schutten vöres. in handen des keurmr. van Veluwen, Cornelis Dibbets därvör sal bethalen drie gl. gl. tot lviii st. 't stuck die daeraff geholden wordt in reeckenung toe verandtwoorden nae behoeren, versueckende daerum die vores. van der reeckenin. ende niettomin van wegen der heren Staten des landts van Gelre, ordinierende den drost und>

[In margine staat: va dese drie ggl. verantwoordt de keurmr. in sijne xiiiie reeckening fo. lxxxvii verso et ultra.]

rentmr. van Veluven, scholtis des ambts Apeldorn, und allen anderen des landts officieren und onderdaenen dien dit ennigsins aangaen ende beroeren sal mogen, dat sie nae ffsterven van den vorn. Marten Orges ende Geertgen Schutten, echteluyden, dese bewilligung ende consent Daniel Orges rustelick ende vredelick doen und laeten genieten, sonder daerinne ennig hinder, letsel ofte moyenisse toe laeten geschieden in enniger manieren.


Gegeven ten burele In die caemer van der Reeckenin. etc. den 27 Sept. 1620.>

(voor eensluidend afschrift van een acte , voorkomende in het protocol der akten van consent tot verschillende rechtshandelingen met betrekking tot de heerengoederen op de Veluwe, (Archief der Geldersche Rekenkamer inv nr 1525 fol. 21 verso), berustende in het Rijksarchief in Gelderland.


Arnhem, 23 November 1959.
De Rijksarchivaris in Gelderland.

vd Enk (1984)]


NB: Van den Enk geeft de genealogie die begint met Jacob, tak A, en in een volgend artikel geeft G.D. Cornelissen de Beer de genealogie van Schutten die van Marten Orges afstammen; in beide takken natuurlijk Geertje Schut als stammoeder.


Zie ook B.J. van den Enk Kwartierstaat Jan Willem Schut in Kwartierstatenboek Veluwse Geslachten p. 186-189, en zie een recent artikel van E. de Jonge over de vroegste Schutten, in Veluwse Geslachten: Derrick Schutte in Zutphen; Vader van Geertje? (hier beneden weergegeven)

Derrick Schutten


DERRICK SCHUTTE IN ZUTPHEN; VADER VAN GEERTJE? (Veluwse Geslachten, 2000?, p. 195)>

E. de Jonge, lidnr. 3, Hanendorperweg 74, 8166 JJ Emst>


In mijn artikel over Marten Orges maakte ik melding dat in Zutphen voor 1600 een Jacob Marcus woonde, een mogelijke kandidaat voor Geertje Schut's eerste huwelijk. Zoekende in de collectie Roëll, deel 5, op het GAZutphen trof ik diverse Schutten aan. Over een aantal heb ik orginele akten geraadpleegd. Het resultaat:>


Derick Schutte & Dericksken zijn 6 daalders jaarlijk schuldig aan de wed. van Johan Splijthof; hun huis dient als onderpand, 2291570


Aeltgen huisvrouw van Derrick Schutte "met de pest bevangen en krank te bedde liggende doch bij goede verstand" geeft aan haar man uit hun goed 50 daalders, 1731581 (ORA Zutphen, invnr. 497 fol. 87a)

Derick Schutte, nu gehuwd met Willemken Cloeck, 'krank te bedde liggende" doet alsnog, nu hij voor de vijfde maal is gehuwd, uitgoeding aan zijn twee kinderen uit zijn vierde huwelijk (met Derickxken ter Herdt): Stijntgen en Comelis. Zij krijgen een hofstede gelegen bij de kerk in Driel (Betuwe), doende 18 daalders pacht per jaar alsmede 200 daalders die Ghert Louwen & Neese hem schuldig zijn, 147 1581 (idem, fol. 125vso)

N.B.: Helaas werden de kinderen uit de eerste drie huwelijken niet genoemd. Overigens stierf hij niet want:

Derick Schutte & Wilhelmina Kloeck dragen een pandbrief van twee koeiweidens op de gemene weide over aan Henrick Rueter, stadsecretaris, 851582 (idem, fol. 211 vso)

Thomas Schutte sluit een overeenkomst met zijn zonen Derick, Goedschalk en Johan, 1583. (idem, fol. 293)
N.B.: Is hij dezelfde Thomas die genoemd werd in mijn artikel over Marten Orges? (sub 8)

Derick, zoon van Thomas, bleek gehuwd te zijn met Agnese, 1584. (idem invnr. 498, fol. 24vso)>


Er waren meerdere Derrick Schutte's in Zutphen; mogelijk blijft dat een van hen de vader van Geertje is. Ook bleek Johan Olthof eveneens genoemd in het artikel over Marten Orges in Zutphen 'te verblijven' .
Sluit het net zich nu om Geertje Schut; eerst gehuwd met een Jacob Marcus en daarna met Marten Orges?

Hissinc


Wenemar en Thease Hissinc te Voorst in de 14e eeuw


Anton C. Zeven, in Veluwse Geslachten 199?, p. 182-186>



De oudst bekende Hissinks


De oudst aan mij bekende Hissinks zijn Wenemar en Thease Hessine, die in Voorst leefden en aldaar genoemd worden in een document van ca 1326. Wenemar wordt ook voor de jaren 1336 en 1340 vermeld, terwijl Thease Hessinc; ook in 1336 als Tyace Essinc, en in 1339 als Thealse Hissinc wordt genoemd. In 1326 moesten Wenemar en Thease als 'graven lude' 2 pond aan de graaf van Gelre betalen. De naam Thease/Tyace/Thealse zal afgeleid zijn van R.K. heilige Mattheus. De geboortedag van onze TheaseJMattheus viel misschien samen met een heiligendag, die naar een Mattheus genoemd was, en vonden zijn ouders het passend om hem als Mattheus te dopen. Ik ken echter drie heiligendagen die aan (een)? Mattheus zijn gewijd, ni. 24 februari, 9 september en 21 eveneens september.

Deze gegevens werden zo'n 65 jaar geleden door een bekende beroepsgenealoog aan een oudoom van mijn vrouw bericht. Hij verwees hierbij naar de vroeg 14e eeuwse bron: een perkamenten rol, aanwezig in het Rijksarchief in Amhem. Wellicht had hij deze bron pas bekeken, nadat hij de namen van Wenemar en Thease eerst in de door P.N. van Doorninck in 1905 gepubliceerde Schatting van den lande van Gelre voor de Veluwe van het begin der 14e eeuw. (Haarlem. 38p) had gevonden.

Droegen deze Hissink's hun naam als familienaam, of noemden zij zich naar de boerderij Hissinck, die te Appen in de Appenremark, nabij Voorst staat. Woonden zij op deze boerderij? Hoe leefden zij, met wie waren zij getrouwd en hadden zij kinderen en zo ja hoeveel? We weten het niet. We weten ook niet of zij de voorouders zijn van de Hissink's, die later in Voorst en omgeving wonen. Misschien dat deze 'jongere Hissinck's' zich ook naar het erf Hissink hebben genoemd.


Hun middeleeuws leven


De (...) Gehinnik van paarden zal het werk op het land en het vervoer naar de stad vergezeld hebben. Immers op het herengoed Hissinck rustte de last een 'wagenpeerd' te houden. Deze kon in tijden van strijd gevorderd worden.

In Appen. Wagenpeerden. Het Vryguet domini ducis dat Erve Hyssinck, dat Erve Egefinck, dat Erve Myntinck. De laatste twee: Roloff van Eymeren possessor. Bron: Rijksarchief Gelderland, Archief Rekenkamer, invnr 1672. Register vanden dienstpaarden op Veluwen 1534.

(...)


zie voor de oorspronkelijke archiefbronnen Hissink 1, Genealogieën in wording, door A.C. Zeven. Wageningen. 1976. 95p. (...).



Een inventaris: van Jacob Cornelis Meijerink


Een bijzonder kijkje in het dagelijks reilen en zeilen in de 18e eeuw is de beschrijving van de boedel van zoon Jacob, als bijlage opgenomen in Voorn (1985, p. 109-113). (hier heb ik de meeste bedragen weggelaten). Documenten zoals dit, geven historici de mogelijkheid goede mogelijkheden het dagelijks leven in een stad of streek te beschrijven, zoals is gedaan voor Delft, Zutphen en Schiedam

zie genealogie.htm

Inventaris der gerede en ongerede goederen, actien en crediten van Jacob Meijrink, opgestelt en geformeert door voorn. Jacob Meijrink wedr van wijlen Driesjen Jacobs, en Lambert Meijrink en Jannis Jacobs aangestelde voogden over Gijsbertjen Meijrink minderjarig kindt van gem. Jacob Meijrink bij wijlen voorn. Driesjen Jacobs in egten staat verwekt. Actum 1 mei 1755 [RAG RA het Loo 1749, no. 39]

I. CAPITTEL: ONGEREDE GOEDEREN

Een vijf bax water papiermolen genaamt de Winckeweijert, huijs en hof, hangschuure en backhuijs
1 morgen zaaijlandt op de camp bij 't huijs
2 morgen hooijlandt mede aldaar gelegen
d'Nieuwe Camp groot ongeveer 3 morgen
1 vierel op de Bruggeler markt
1/8 pt. in den boedel van desselfs vader en moeder Cornelis Meijrink en Gijsbertjen Janssen Schut, in leven egtel, thans nog in 't gemeen en onverdeelt; 't versterf van Jacob Gerrids van Amersfoort van desselfs gerede en onngerede goederen, mede nog onverdeelt.

2. CAPITTEL: GEREDE GOEDEREN

in de keuken
1 kast, 1 stelsel op de cast, 1 vijsel, 1 coperen coffijkan, 1 blikken coffijketel, 3 stenen beelden, 1 boutelje, 1 hang orlogie, 1 ijzeren blans, schaal en gewigt, 1 beddepan, 1 tinnen waterpot, 6 dito schotels, 2 dito borden, 10 aarden schotels, 30 dito borden, 1 coperen rijve, 1 douzijn theegoedt, 1 speolcomme, 6 bierglasen, 1 coperen schaal en gewigt, 1 thee blaatjen, 2 blikken theebussen, 1 spiegel, 1 coperen comfoir, 2 snaphanen, 1 pistool, 2 tafels, 1 kiste, 1 stofvarken, 't spek en vlees aan de balke, 2 schotelrakken, 1 coffijrakjen, 1 kleerbenne

op 't camertjen
1 tafel, 2 mantelstokken, 1 stoel, 1 huijsbijbel, eenige boeken, 1 ton met blaausel, 3 vlessen, 1 hengelmande, 2 aarden bakken, 1 boom olijkannetje, 1 haspel, 1 unster

In de geute
1 baktrog, 1 melkbank, 1 karn, 2 melktonnen, 9 houten lepels, 3 aarden schotels, 1 lepelrak met 15 tinnen lepels, 2 coperen lampen, 1 houten zoutvat, 2 melkvleuten [platte tobbe], 6 stalen vorchetten, 1 scheerbekken, 6 tafel messen, 1 hakke bredt, 1 boter bakjen, 1 melk emmer, 1 coperen melkpannetjen, 2 wascuijpen, eenig oud ijzer, 1 mostert molen, 1 aarden doorslag [vergiet], 5 dito potten, 2 dito braadpannen, 1 dito roompot, 7 dito coppen, 1 dito bakjen, 2 schotelrakken, 1 hakmes, 7 aarden borden, 2 water emmers, 1 rood coperen keteltjen, 3 ijzeren potten, 1 aarden cruijkke

In de celder
2 aarden potten, in d'eene vet, en d'andere boter, 4 dito roompotten, 2 dito braadpannen en 1 deksel, 1 dito kanne, 1 dito bakjen, 1 vleeston, 1 ton met bonen, 1 dito met cool, 1 melkvleute, 2 aarden cruijkken, 1 bierstelling, 2 banken, 1 1/2 tonne bier, 1 rood coperen ketel

In de camer,br> 2 arden schotels, 1 linnen mande, 1 nieujaars koeken ijzer, 13 stoelen, 1 tafel, 1 dito kleijn, 1 rooster, 1 blaaspijp, 2 tangen, 1 vuurschup, 1 brandroede, 1 haal, 1 ijzeen schuijm lepel, 1 panne en hangijzer, 1 oude panne, 2 haard haakjes, 1 hangketen, 1 coperen ketel, 1 coffij ketel, 2 handstoffers, 1 turftonne, 1 spinde [broodkast], 1 grijper, 2 ijzeren strijkijzers en 1 roostertjen, 1 vuurlepel, 1 kortmes [mes om was en honing uit de raat te halen], 1 tinnen bierkan, 1 dito theepot, 2 bierglasen, 2 romers, 1 tinnen mostertpot, 1 dito peperdoos, 1 dito melkkannetjen, 1 blikken coffij ketel, 1 paar schaatsen, 1 houten pot lepel, 1 ijzeren comfoir, 1 oude lugte [lantaarn], 2 vlessen, 1 houten kandelaar, 1 dito haaltjen, eenige gieters, 1 elsem [els, priem], 1 broodbak, 1 aarden pannetjen, 2 houten borden, 2 boter schotels, 1 aarden theepot, 1 coffij mole, 1 coperen tromme, 1 blikken dito, 1 muijzeval, 2 zoutvaten

Op de deel
3 koebakken, snijbak en 1 mes, 1 hegge schere, 4 gavels, 3 grepen, 1 mesthaak, 2 schuppen, 2 schoeppen [spits toelopende schop met hol blad], 1 aalijzer [elger, aalschaar], 1 ijzeren harkjen, 2 wannen, 1 deelzeve, 3 halve vaten, 4 vlegels, 1 deelharke, 1 lampenblok, 1 vleesgavel, 1 ledder, 3 melk koejen, 1 osse, 1 pinke, 5 hoender, 3 enden, 4 kruijwagens, 3 hulpzelen, eenig hooij, eenige turf en cluijn [kluun, natte turf], eenig brandheet [heideplaggen om te stoken], eenig stroo, 1 wiege en voet, 1 vuurhekke, 1 spinnewiel, 3 mudde rogge, 4 mudde boekweit, 3 1/5 vim rijsen [dunne takken; 1 vim = 100 bos], eenig brandhout, 2 slijpstenen, eenig timmermansgereedschap

In d'papiermolen
1 post lommers vilten [lommers = lombards], 1 post post vilten, 1 paar lommers vormen, 1 paar smal lommers dito, 2 paar groot post dito, 2 paar schrijf dito, 1 paar kleijn post dito, 2 stof vaten, 2 bekers, 1 coperen aker in d'vangkist, 1 kapmes, 2 capblokken, 2 lompen banken, 4 lompen bennen, 3 lompen tonnen, 2 lompen bakjes, 2 ruijtharken [ruit= begroeiing langs de beekwal], 1 ledder in d'mole, 1 roer geute, 2 lommers coetse breden, 2 post coetse breden, 6 pars clossen, 2 dwars blokken, 17 post legge breden, 17 lommers dito, eenige kruijsen, 1 legge stoel, 1 vilten stoel, 4 hangstoelen, 5 bankjes, 2 hoge banken, 3 verschietbanken, 2 parshaken, 1 ijs spaa, 2 water sakken en lapjes, 130 lb. grove lompen, 154 lb. snippels, 235 lb. derde soort lompen, 7 lb fijne lompen, 29 lb. naatjes, 4 lb. lompen fijne, eenige vangstof, ongeveer 350 riem groot post papier welke nog niet vaardig gemaakt is, ongeveer 50 riem kleijn post ook niet vaardig [deze twee partijen samen 1800 gulden], 1400 lb. lompen, nog 1400 lb. lompen, 236 lb. lijm, 200 lb. aluijn, 3 vangkisten, 4 pars bomen, 1 lijm tonne en krane, 1 pompijzer [pompstang], 't honde huijs en d'hont, 1 kalk zeve, 1 kleijn stofvat met coperen banden

Gonst [mest] en gezaaij
1 molder land met rogge bezaaijdt, d'mest in de vaalt en in de stal, d'vrugten in den hoff, 2 immen [bijenvolken] staande in den hoff, eenige bonen staken en erten rijsen, 1 as

Linnen en wollen, zilver en goudt
5 bedden, 5 peuluws, 6 cussens, 9 dekens, 5 paar gordijnen en valletjes, 2 schoorsteen cleetjes, 2 glas gordijnen, 28 bedde lakens, 26 cussen sloooppen, 9 servetten, 4 tafel lakens, 2 bonte tafel lakens, 3 dito handdoeken, d'luijrmandt, 3 lb. vlas, 18 1/2 lb. gaarn

Clederen tot des overledens lijve gehoort hebbende
1 swarte rasemarotten tabberdt [=rosemarotte=met ingeweven rood bloempatroon], 1 kleurde sijden dito, 1 kleurde stoffen japon, 1 swarte zijden rok, 1 coleurde zijden rok, 1 damasten rok, 1 calminken rok [kalamink: wollen, eenzijdig geglansde stof, gestreept of gebloemd], 1 greijnen wit en swarte sok [grein of kamelot: weefsel van geitenhaar en wol], 1 greijnen coleurde rok, 1 dito gestikte rok, 1 witte diemen rok [diemiten, witte katoenen stof met een ingeweven patroon], 1 bonte rok, 3 bonte jakken, 1 armozijnen jak, 1 rijglijf, 4 bonte schorteldoeken, 17 henbden, 2 swarte zijden schorteldoeken, 4 witte sak neusdoeken, 14 neteldoekse neusdoeken, 2 blaauwe schorteldoeken, 1 dobbeslsteentjes dito, 4 halsdoeken, 7 paar voormouwen, 6 understen [waarschijnlijk onderlijfjes], 1 witte diemen bortstrok

3. CAPITTEL: INCOMENDE SCHULDEN

aan gereed gelt in den boedel 37:4
een obligatie aan Teunis Wouters Buijtenhuijs ad 100:-:-
en renthe van dien - dog werdt voor quade schult gerekent
voor Tonis Wouters Buijtenhuijs betaalt een borgtogt aan Lambert en Nicolaas lamberts te Deventer ad 500 gulden, waar voor Cornelis Willems meijerink mede borge voor was, welke half voor quade schult gerekent wordt 500:-:-
d'erfgenamen van Cornelis Willems Meijerink wegens costgelt en verschot aan voorn. C. W. Meijerink 102:3:-

4. CAPITTEL: UIJTGAANDE SCHULDEN

een vestenisse ten behoeve van Lambert en Nicolaas Lamberts te Deventer ad 2000:-:-
renthe van dien en van dHr. van Hamel 64:3:-
een vestenisse ten behoeve van dHr. Scholtis van Hamel ad 1000:-:-
aan Lambert en Nicolaas Lamberts te Deventer voor lompen 1355:17:-
Peter Beekman verdient loon 90:-:-
Jan Vos verdient loon 79:10:8
Jannetje Meijrink verdient loon 30:-:-
Willemtjen Peters verdient loon 30:-:-
Eva Beernds verdient loon 16:-:-
Gijsbertjen Vos verdient loon 16:-:-
aan d'pagter van 't hoofd en heerstede gelt 15:12:-
aan d'pagter van d'bieren 1:13:-
d'pagter van d'5 spetien, bieren en moutaxijs 20:12:-
aan de holtrigter van Bruggeler mark grondpagt 17:16:-
aan den zelven grondpagt 1;10:-
den ontfanger P. Wesselman verpondinge 13:13:2
Hendrik Meijrink geleent geldt 24:16<-
Jochem Thijssen voor heet majen [heide maaien] 3:-:-
Hendrik Jan Brouwer voor bier 7:10:-
Bernardus Proper winckelwaren 43:14:-
H. Haring winckelwaren 5:6:-
Willem Hummen vragten 5:-:-
Beernt van der Beek voor leem 75:-:-
idem aluijn 22:-:-

(...) Actum den 1 Maij 1755. En was getekent Jacob Meijrink, Lambert Meijrink, Johannes Jakobs.


Zelhem


Zelhem in de Achterhoek zou een interessante vindplaats voor verdere gegevens moeten zijn. Een recent boekje is van Van Nieuwenhijzen en Van Roekel (1992). Het Markeboek van Zelhem (1598 +1678) Dit geeft een goed beeld van het (boeren-)leven in Zelhem begin 17e eeuw. De naam Wilbrink komt er evenwel niet in voor. Er zijn geen boerderijen van die naam bekend, en geen boeren met die naam. De namen Wolterink, Lenselink, Oortgiesen, Horstink ben ik er evenmin in tegengekomen. Het is in Zelhem bijna alles ink, inck en ing wat je hoort, daar moet meer over te melden zijn.


Oost-Nederlandse familienamen


Hekket (1996). Oost-Nederlandse familienamen Dit is een heruitgave van oorspronkelijk twee delen, waarvan het eerste deel ook antiquarisch eigenlijk volstrekt onvindbaar was. In dat boek worden vier 'erven' vermeld met de naam Wilbrink of iets dat daaraan verwant is (Wilberink e.d.):
in Wolde bij Hengelo, eerste vermelding in 1475
in Heerike bij Markelo eerste vermelding 1475
in Enter bij Markelo eerste vermelding in 1383
in Zalk bij IJsselmuiden, eerste vermelding 1393.
Wilbrink betekent dan zoiets als 'erf van Wilbert.' In het algemeen betekent de uitgang 'ink' of 'ing' of 'nck' : 'behorende aan', en wordt ook uitgelegd als 'zoon van.' Het is dus niet onwaarschijnlijk dat de familienaam iets met deze erven heeft te maken.


Mensch en land in de Middeleeuwen


Slicher van Bath, B. H. (1944). Mensch en land in de Middeleeuwen. Bijdrage tot een geschiedenis der nederzettingen in oostelijk Nederland Daarin:


p.221 Markelo, Herike: Wilberting, erf, vacat. voor 1385 (RR. II 604)

p. 230 Zalk: Willebrinc, land 1390 (Overijssels Archief VI 194)

p. 238 Rijssen: Enter: Wilberting, huis, voor 1385 (RR. II 642)

Hekket meldt: Wolde bij Hengelo, eerste vermelding in 1475. Ik kan dat bij Slicher van Bath niet terugvinden. Hengelo is waarschijnlijk Hengelo Overijssel, in de buurt daarvan ligt de vlek Woolde, dat zal bedoeld zijn. Dat Hengelo is een buurtschap onder het kerspel Delden, Slicher van Bath vermeldt het op p. 206. Hengelo zelf is een hof, en hij vermeldt nog twee erven.


Hengelo komt wel meermalen in de genealogische gegevens voor, o.a. de stamvader van tak C, en nog een andere Cornelis Wilbrenninck:

Wilbrenninck (Cornelis) Hengelo (Gld) Trouwboek 1645-1761 der N. H. Gemeente te Hengelo (Rijksarchief Arnhem) 171.

Wilbrenninck (Jan) Hengelo (Gld) Trouwboek 1645-1761 der N. H. Gemeente te Hengelo (Rijksarchief Arnhem) 171 [waarschijnlijk tak C: Jan Wilbrenninck, otr. Hengelo Gld 31-10-1658, Hermken Lenselincks (d.v. Jan Lenselincks), tot Zelhem.]


Het is evenwel niet onwaarschijnlijk dat Hengelo slaat op de plaats in de Graafschap, toendertijd zelf een kerspel (zie Slicher van Bath p. 265 e.v.). Maar geen erf of huis Wilbrink. De buurtschap Het Gooi onder Hengelo omvatte volgens een voetnoot van Slicher van Bath op p. 266 zowel Hengelo als Zelhem. Daar hebben we Zelhem weer.


Tenslotte heb ik in Slicher van Bath p. 239 nog een erf gevonden dat Hekket ws. niet vermeldt:

In de buurtschap Enter onder het kerspel Rijssen wordt een huis Wilberting vermeld voor 1385 (RR. II 642).


Slicher van Bath gaat overigens zeer uitvoerig in op namen op ing-in Oost-Nederland. Het is namelijk een zeer veel voorkomende uitgang, en het gaat om namen die oud tot zeer oud zijn, in die laatste categorie zitten waarschijnlijk veel namen die uit voornamen zijn gevormd, zoals Wilbert. Ook in Engeland komen dergelijke ing- namen voor, trouwens. De uitvoerige voetnoten verwijzen naar veel andere auteurs die over ing-namen hebben gepubliceerd.


Aaltje Horstink


http://www.uittien.nl/kws.htm#BM7816 geeft:


130 Hendrik Jansen KEMPELMAN, gedoopt circa 1688. Belijdenis te Hengelo (Gld) 1728 (bron: J.Renema), zoon van Jan Hendriksen (zie 260) en Stijne Jansen HORSTINK (zie 261).

Ondertrouwd (1) op 12-05-1708 te Hengelo (Gld) met Guude (Gudela, Geultje) JANSEN (zie 131).

Gehuwd voor de kerk (2) 1733 (Ned.Herv.) met Jenneken Janssen REGELINK. Bij de doop van hun 5e kind is doopgetuige: Stijne Kempelman (het halfzusje uit het eerste huwelijk van de vader). Mombers van de nog levende kinderen uit het eerste huwelijk, Jan, Teunis, Stijne en Henrik, worden Harmen op 't Broijl (=Bruil) en Jan Mening benoemd. (bron J.Renema) Uit het eerste huwelijk:


  1. Jan Hendriksen, gedoopt (Ned.Herv.) 1708 te Hengelo (Gld) (getuige(n): Harmen Noordink (stiefvader van Hendrik)).
  2. Engbert Hendriksen, gedoopt circa 1710 te Hengelo (Gld).
  3. Teunis Hendriksen, gedoopt 1712 te Hengelo (Gld).
  4. Meggelt Hendriksen, gedoopt (Ned.Herv.) op 10-02-1715 te Hengelo (Gld) (getuige(n): Berent Eggink en Griete Swiers).
  5. Christina (Stijne) Hendriksen KEMPERMANS (zie 65).
  6. Engbert Hendriksen, gedoopt (Ned.Herv.) op 26-11-1719 te Hengelo (Gld).
  7. Harmen Hendriksen, gedoopt (Ned.Herv.) op 22-05-1721 te Hengelo (Gld).
  8. Henrik Hendriksen, gedoopt (Ned.Herv.) op 19-08-1725 te Hengelo (Gld).


260 Jan Hendriksen, geboren voor 1665, overleden voor 1708, zoon van Hendrik NN (zie 520). Gehuwd voor de kerk circa 1685 met

261 Stijne Jansen HORSTINK, gedoopt circa 1685. RBS 912(lidmaten Hengelo), blz.203, nr. 36: Op Paschen 1706 Christina Horstink, dochter van Jan HORSTINK (zie 522).
Gehuwd voor de kerk (1) circa 1685 met Jan Hendriksen (zie 260).
Gehuwd voor de kerk (2) op 09-04-1701 te Hengelo (Gld) (Ned.Herv.) met Harmen NOORDIK of NOORDINK.
Uit het eerste huwelijk:
1. Hendrik Jansen KEMPELMAN (zie 130).

522 Jan HORSTINK. Gehuwd. Uit dit huwelijk:
1. Grietien, gedoopt (Ned.Herv.) op 08-05-1681 te Hengelo (Gld) (getuige(n): Berend Lammerts en Hendersken Roelofs).
2. Stijne Jansen (zie 261)


Familievereniging Horsting en Horstink, zie ACHTERHOEKBULLETIN. jg. 10 2002 nr. 1.


20 aug 2003


Genealogische Bladen deel 2 p. 175 en 179, betreft tak B; Wilbrink in Maurik, p. 128

Genealogische Bladen deel 2 kwartierstaat van 't Kruijs: geeft patroniem van Peter NN, hij komt uit Vaassen, is gehuwd met Mechtelt Aertsdr, van Apeldoorn, en is zoon van Peter Jansz. Verwerkt in kwartier (Tak A).

Ahout (1992): De Gelderse Leeuw (jubileumboek) Hierin kwartier van Prof. dr Hendrik Antoon Lorentz, met daarin deelkwartier Wilbrink (tak C) (begint niet bij Cornelis, maar twee generaties later bij Gerrit). Verwerkt in gCWilbrink.htm. Zie ook Gens Nostra 1967 p. 372 voor kwartierstaat met 6 generaties van deze nobelprijswinnaar.

De Wapenheraut 1900 p. 164, over van Ketwich. Hierin dominee Jan Wilbrink die 23-12-1801 te Windesheim een van Ketwich huwt; hij is geboren op 21 juni 1773 te Hall bij Brummen, is daar predikant (later te Steenwijk), zoon vanRutgerus Hendrikus Wilbrink, predikant wonende te Zutphen, en Elisabeth Kleuvers. Kinderen: Elisabeth Johanna, Barend Rutger Hendrik van Ketwich Wilbrink, studeerde theologie te Utrecht, geboren 1808, de tekst is hier gecorrumpeerd (verkeerd gezet). Gaat vermoedelijk over een Groningse tak Wilbrink?

Familieblad 1901, de vermelding betreft Wilbrink in Voorthuizen (tak A).


Zelhem


Een aantal families gaan terug tot Zelhem, al is Peter NN nu afgevallen.


DTB-boeken zijn er heel wat beschikbaar. Het repertorium geeft 30 namen op Zelhem, hoewel geen bekende, mogelijk zitten er aanknopingspunten in.


Horstink


Horsting & Horstink familieblad: nog opvragen
S. Laansma: Genealogie Hamer. nog aanvragen
Dossier Horstink. Nog opvragen?


Bartje van Amersfoort


Amelsfort. Families van Amersfoort zie site van Frank van Amelsfort.


Ben van den Enk heeft een genealogie opgesteld, niet gepubliceerd, waarvan in dit kwartier gebruik is gemaakt.


Oostgelders Tijdschrift voor Genealogie en Boerderijonderzoek: Werkgebied Achterhoek en Liemers. jrg 2000 p. 0054:


Jan Wilmerink/Willebrinck, begr. Vorden 5-1-1751. Dr: Wilmerik. Vader: Derck Gerritsen op Wilmerink, tr Vorden 20-3-1646.

p. 86.8 Lijst van de stoelen in de kerk te Hengelo, opgemaakt 29-2-1792. Hierbij geen Horstink of Wilbrink.

p. 86.44 Doop-en trouwboeken van 35 Oost-gelderse gemeenten, uitgetikt, aanwezig op Staringinstituut Doetinchem. Zelhem: doopboek 1720-1811, trouwregister 1771-1825.

p. 84.35 Boerderijnamen in Zelhem, in 1942. p. 85.21-24 idem in Hengelo/Zelhem voor 1800. Geen Wilbrink.





Bijzonderheden per generatie


Generatie XI
Drie kinderen van dezelfde ouders in dit kwartier:
784. Hendrik Jansen van Amersfoort (814, 820)
785. Willempje Adolphs IJkmans (815, 821)
1. Jan zie 410
7. Adolph zie 392
8. Geertje zie 407


De uitval bestaat vrijwel geheel uit personen die in Beekbergen administratief niet meer of niet eenvoudig aan ouders zijn te koppelen, en een enkele immigrant uit Duitsland, Wilp. Een aantal gevallen zijn zeker vindbaar. Een aantal gaten zal blijven, zeg dat het een kwart of een derde zal zijn dat in generatie XI onvindbaar blijft. De vraag is: zijn dit waarschijnlijk nieuwe vestigingen in een regio die door opkomende papierindustrie nieuwe bestaansmogelijkheden biedt?




3106.* Gerrit Jansen, papiermaker (Heerde) [van Munster?]
3107.* Reijntien Dercksen (Heerde)
[Zij geven 3-8-1662 de geboorte van Wendele aan. Doopboek Heerde meldt een Anne Jans van Munster, mogelijk een zuster van Gerrit. Ook: een Gerrit Jansen Peele die in 1677 met Geertje Egbert is gehuwd. Geen andere vermeldingen van Gerrit Jansen of Reijntien Dercksen. NB Doopgegevens van Heerde gaan niet verder terug dan 1658]



aangevuld 6-8-2004 \

Valid HTML 4.01!   http://www.benwilbrink.nl/genealogie/info/wilbrink.i.htm