• thuis
• sitemap
• publicaties
• projecten
• mail

Literatuur: onderwijssociologie

Ben Wilbrink

A. H. Halsey, Jean Floud, and C. Arnold Anderson, (Eds) (1961). Education, economy, and society. A reader in the sociology of education. New York: Free Press. LCCC 61-9167.

• ao

  • Howard S. Becker (1955). Schools and systems of straification. Phylon, 16. pp 93-104.
  • R. J. Havighurst (1958). Education and social mobility in four societies. International Review of Education, 4. pp. 105-120.
  • R.H. Turner (1960). Modes of social ascent through education: sponsored and contest mobility. Am. Soc. Rev., 25. pp. 121-139.
  • N. Rogoff (1960). American public schools and equality of opportunity. JEdSoc. pp. 140147.
  • T.H. Marshall (1953). Social selection in the welfare state. Eugenics Review, 45. pp. 148-163.
  • C. A. Anderson (1961). A skeptical note on education and mobility. AmJSoc, 66. pp. 164-179.
  • Girard, A. (1954). Selection for secondary education in France. Translated and abridged from Population, 597-634. pp. 183-194.
  • J.S. MacPhrson (1958). Selection in Scottish secondary schools. From his 'Eleven-years-old grow up. London: Scottish Council for Research in Education, 64-77 and 126-29. pp. 195-208.
  • J. Floud & A.H. Halsey (1957). Social class, intelleigence tests, and selection for secondary schools. BrJSoc, 8, 33-39. pp. 209-215.
  • Wolfle, D. (1954). Educational opportunity, measured intelleigence, and social background. Reprinted from Del Wolfle(ed.). America's resources of specialized talent. New York: Harper and Bros. pp. 216-240.
  • Rogoff, N. (1959). Local social structure and educational selection. paper. pp. 241-251.
  • Strodtbeck, F. L. (1958). Family integration, values, and achievement. Reprinted from D.C. McClelland et al. Talent and society. Princeton, N.J.: D. van Nostrand Co. pp. 315-347.
  • Coleman, J. S. (1959). Academic achievement and the structure of competition. HER, 29, 339-351. pp. 367-387.
  • D.V. Glass (1959). Education and social change in modern England. Reprinted from M. Ginsberg (ed.) Law and opinion in England in the twentieth century. London: Stevens and Sons, Ltd. pp. 391-413.
  • Schelsky, H. (1957). Family and school in modern society. The role of school in a class society. Abridged and translated from Schule und Erziehung in der industriellen Gesellschaft. Würzburg: Werkbund Verlag. pp. 414-420.
  • Mead, M. (1951). The school in American culture. Reprinted from Mead, M. (1951). The school in American culture. Cambridge, Mass.: Harvard UP. pp. 421-433.
  • T. Parsons (1959). The school class as a social system: some of its functions in American society. HER, 29, 297-318. pp. 434-455.
  • Halsey, A.H. (1960). The changing functions of universities. HER, 30, 119-127.pp. 556-65. R
  • iesman, D. (1958). The academic procession. Orthodoxy and emancipation in the nineteenth-century college. Reprinted from D. Riesman, Constraint and variety in American education. New York: Doubleday Anchor Books. pp. 477-501.
  • Clark, B.R. (1960). The 'cooling-out' function in higher education. AmJSoc, 65, 569-576. pp. 513-523.
  • Trow, M. Recruitment to college teaching. pp. 602-620.

  /div>

Peter McLaren (1986/1993). Schooling as a ritual performance. Routledge. isbn 041508265X (ingevoegd: knipsels De Volkskrant 'Blokken in de klas'; Review by Mary Ann Doyle 1996 in Educational Researcher; Biesta, G., & Miedema, S. (1995). Provisional utopias in a post-colonial world. Een interview met Peter McLaren. Comenius, 15, 335-347.)

annotatie: De school of de klas als de plek waar jongeren zo’n groot deel van hun leven doorbrengen: hoe zou die plek zijn te beschrijven? Zo’n beschrijving geven in fysieke termen, wie waar zit en wat doet, is eenvoudig genoeg, maar waar het om gaat is de betekenis van gedrag in schoolse situaties, en hoe gedrag van anderen wordt beleefd. Wanneer een antropoloog observaties in klassikaal onderwijs gaat doen, dan hoeft het niet te verbazen wanneer onderwijs wordt beschreven als een samenstel van rituelen. Voor McLaren zit daar niets denigrerends in, integendeel: de mens heeft rituelen nodig om ordening in zijn dagelijks leven te kunnen houden. McLaren poneert nu dat de rituelen die hij heeft waargenomen vaak niet van een opbouwend soort zijn, maar veeleer overlevingsstrategieën zijn, of tenminste strategieën die het mogelijk maken de schooltijd uit te dienen. Met zo’n generaliserende stelling laat McLaren uitdrukkelijk ruimte voor een kleine groep leerlingen die bij de traditionele didactische rituelen baat vinden en daar positief op reageren. De studie van McLaren heeft een verontrustende strekking: het gaat niet goed met het onderwijs juist in die situaties waar dat oppervlakkig wel goed lijkt te gaan. Tegelijk signaleert hij dat er in beginsel veel ruimte voor meer positieve rituelen is, en dat daarvoor geen andere belemmeringen zijn dan de kracht van de traditie en de druk van buitenaf in de vorm van voorgeschreven lessen, methoden en toetsen. McLaren deed zijn onderzoek in Amerikaanse scholen met vooral leerlingen uit minderheden, en hoewel zijn boek controversieel is brengt het op een bijzondere manier het ‘verborgen curriculum’ in beeld, waarvan het bestaan door niemand wordt ontkend.

Claude Grignon (1971). L'ordre des choses. Les fonctions sociales de l'enseignement technique. Les Éditions de Minuit. beroepsonderwijs in Frankrijk 60er jaren, door sociologische bril

beroepsonderwijs in Frankrijk 60er jaren

Bob ten Bruggencate (2005). Het laatste kwartier. Gelijke kansen in het Groningse onderwijsbeleid in de jaren 1975-2000. Van Gorcum isbn 902324091X proefschrift (promotor: Jules Peschar) (Commissie: Van Wieringen, Meijnen, Leune)

      http://www.benwilbrink.nl/literature/sociologie.htm