Ben Wilbrink - publicaties op het thema arbeidsmarkt
Onderwijs en Arbeidsmarkt
Altijd weer die varkenscyclus
Arbeidsmarkt en hoger onderwijs: een blijvend problematische relatie
Ben Wilbrink (1994). Arbeidsmarkt en hoger onderwijs: een blijvend problematische relatie. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs. 12, 24-32. html
Wat op de arbeidsmarkt gebeurt is een mix van de sorteertheorie, en de theorie van het menselijk kapitaal. De rol van het diploma als toegangskaart tot bepaalde deelmarkten kan een formalisme worden, zoals door Collins (1979) beschreven, en dan komt de nadruk te liggen op het sorteren, het ellebogenwerk, en de competitie. Dekt het diploma de belangrijkse kwalificaties die voor de functie nodig zijn, dan voert het menselijk kapitaal de boventoon. Het diploma geeft toegang tot die deelmarkten die specifiek aan dit diploma zijn gekoppeld. Wie als tunnelbouwer afstudeert begint met zoeken op de markt van tunnelbouwers, dat zijn doorgaans ook de meest aantrekkelijke banen voor wie is gaan studeren om tunnelbouwer te worden. De concurrentie op die deelmarkt kan evengoed heel fel zijn, zodat sommigen uiteindelijk moeten uitwijken naar meer algemene markten, waar het eigen diploma steeds minder een geprivilegieerde positie geeft. Het spel zit dus zo in elkaar dat als regel de meest aantrekkelijke banen terecht komen bij de sollicitanten die door werkgevers als het meest aantrekkelijk worden beschouwd. Dat is een tamelijk hard proces, wat ertoe leidt dat uiteindelijk degenen met de zwakste arbeidsmarktposities voor de moeilijkste opgave komen te staan: zij moeten banen zien te vinden buiten de eigen deelmarkten, zij moeten banen zien te vinden in heel andere sectoren en werkvelden, misschien zelf hun baan creëren. Dit ritsmodel, waar van boven naar beneden de meest aantrekkelijke (overgebleven) banen door de meest aantrekkelijke (overgebleven) kandidaten worden vervuld, is met zijn paradoxale consequenties beschreven door Wilbrink en Koppen, (1990). De zwakste schouders krijgen de zwaarste lasten te dragen. Zou het omgekeerd zijn, dan zouden fricties sneller oplossen omdat de meest briljante en ondernemende afgestudeerden dan niet in een gespreid bed stappen, maar hun capaciteiten moeten gebruiken om nieuwe deelmarkten open te leggen en om nieuw werk te creëren. De arbeidsmarkt is in hoge mate een vrije markt, waar de sterksten regeren; de maatschappelijke risico's die dat met zich meebrengt zijn urgenter dan de vraag of onderwijs wel op deze markt aansluit. Omdat het onderwijs geen baangaranties kan geven, moet het onderwijs ook zinvol zijn voor degenen die geen aansluitende baan vinden. Dat is niet alleen een uitnodiging tot discussie over de waarden die het onderwijs dient, het is ook een herinnering aan het feit dat het streven naar maximale aansluiting eenzijdig is, een korte-termijnbelang van werkgevers, en ten koste zal gaan van degenen die desondanks en buiten hun schuld de aansluiting niet vinden.
Alumni van de Universiteit van Amsterdam
Jaap Dronkers, Jacob Oostwoud Wijdenes, Fred Verbeek, en Ben Wilbrink (1994). Alumni van de Universiteit van Amsterdam. Verslag van een onderzoek als bijdrage aan het jaarboek 1994 van de Universiteit van Amsterdam. In L. Enting, H. van Galen, en C. Veenemans, C. (Red.), Alumni-Jaarboek 1994 van de Universiteit van Amsterdam (p. 8-25). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.html
http://www.iue.it/Personal/Dronkers/
jaap.dronkers@iue.it
jacob.oostwoudwijdenes@central.hku.nl
A.E.Verbeek@uva.nl
http://www.sco-kohnstamminstituut.uva.nl/
Kwaliteit van de beoordeling van arbeidsmarktrelevantie
Jeroen H. A. M. Onstenk en Ben Wilbrink (1992). Arbeidsmarktrelevantie van beroepsgerichte volwasseneneducatie. De beoordeling van arbeidsmarktrelevantie in de PBVE-praktijk. Amsterdam: SCO. (SCO-rapport 310) [ digitale versie beschikbaar van Hoofdstuk 5 pdf]
Arbeidsmarktposities voorspellen voor HO-disciplines
Ben Wilbrink en Jan Karel Koppen (1990). Arbeidsmarktposities voorspellen voor HO-disciplines. In van Hout, J. F. M. J., & van Wieringen, A. M. L. (Red.). Hoger onderwijs. Onderwijs Research Dagen 1990 (p. 77-90). Nijmegen: ITS. html
Employment prospects for graduates
Ben Wilbrink en Jan Karel Koppen (1990). Employment prospects for graduates. Paper EAIR European Association for Institutional Research, 12th international forum september 1990, Lyon. html
Arbeidsmarktrelevant cursusaanbod in de PBVE
Jeroen Onstenk en Ben Wilbrink (1990). Arbeidsmarktrelevant cursusaanbod in de PBVE. In Klaassen, C.A.C., & Jungbluth, P. (Red.). Onderwijs en samenleving. Onderwijs Research Dagen 1990 (p. 185-196). Nijmegen: ITS. html
Samenvatting
Hoofdaccent in de Sociale Vernieuwing is het activeren van de arbeidsmarkt, juist voor zwakkere groepen, en onder verantwoordelijkheid van regionale besturen. De nu enkele jaren functionerende Primaire Beroepsgerichte Volwasseneneducatie (PBVE) heeft daarin als doelgroepenmaatregel een voorbeeldfunctie. De coördinatoren van een representatief aantal van de huidige 48 PBVE locaties zijn geïnterviewd over de regionale procedures, ervaringen, en ontwikkelingen bij het tot stand brengen van cursusaanbod met arbeidsmarktrelevantie (AMR). De vrijheid op regionaal niveau leidt tot een veelheid van werkwijzen, aansluitend op regionale verhoudingen en opvattingen. De interpretatie van het begrip AMR kent vele varianten, waarin betrokken partijen van mening kunnen verschillen, maar 'scholing voor werk' is een gemeenschappelijk uitgangspunt. Voor de meeste belangstellenden zijn kwalificerende cursussen beschikbaar, steeds vaker ook met baangaranties. Het coördinerend werk van de PBVE's ontwikkelt zich van aanvankelijk afwachtend tot zelf initiatiefnemend. De relaties van PBVE's met Gewestelijk Arbeidsbureaus kennen alle varianten van samenwerking tot concurrentie.
Arbeidsmarkt en curriculum economie
Ben Wilbrink (1989). Arbeidsmarkt en curriculum economie. Amsterdam: SCO. (rapport 198) pdf
Uitvoerig vragenlijstonderzoek onder na 1945 afgestudeerde economen naar de aansluiting van hun opleiding op hun loopbaan. In samenwerking met de Faculteit Economie en Econometrie van de Universiteit van Amsterdam uitgevoerd: Joop Hartog, Joop Odink, Hans Oostendorp. De verzamelde data zijn later door Hessel Oosterbeek gebruik voor een analyse naar verschillen tussen faculteiten economie in Nederland, wat overigens ook het onderwerp is van hoofdstuk 7 van dit rapport. Toegevoegd: de via het Economenblad verspreide vragenlijst; uitvoerig verslag van deskundigenworkshop. De totale responsgroep bestaat uit bijna 2000 economen, circa 20% van het bereikte aantal economen. Belangrijk resultaat van dit onderzoek: er is geen samenhang tussen vakkenpakket en kenmerken van latere functies, wat betekent dat het voor de opleiding van economenniet uitmaakt hoe het vakkenpakket er precies uitziet, zodat er potentieel enorme doelmatigheidswinsten zijn te boeken door binnen de faculteit het aantal mogelijke keuzen te beperken (en die meer over te laten aan landelijke spreiding, dus verschillen tussen in plaats van binnen faculteiten). Helaas is de recente ontwikkeling van de BaMa-structuur contrair aan dit resultaat van onderzoek. Een ander belangrijk resultaat, dat ook bij het onderzoek onder medisch biologen werd gevonden, is dat algemene vaardigheden, die heden ten dage competenties heten te zijn, op de arbeidsmarkt van ondergeschikt (secundair) belang zijn. Deze vaardigheden geven pas de doorslag wanneer uiteindelijk tussen twee overigens gelijk gekwalificeerde kandidaten voor een vacature moet worden gekozen. De consequentie daarvan is dat dergelijke vaardigheden geen bijzondere plaats in het curriculum verdienen. Een variant daarop is de conclusie uit de workshop dat een stage heel zinvol is, maar minder zinvol dan dezelfde tijd besteden aan een inhoudelijk vak! Een conclusie die omineus is voor pogingen om meer duaal onderwijs te organiseren.
Arbeidsmarktoriëntatie voor hoger onderwijs
Ben Wilbrink (1988). Arbeidsmarktoriëntatie voor hoger onderwijs. In Schellekens, H. M. C., Simons, P. R. J., en Costongs, J. E. L. (Red.). Rendementsverbetering en studiebegeleiding (p. 161-175). Tilburg: Katholieke Universiteit Brabant. (Landelijke Dag Studievaardigheden Tilburg) html
Arbeidsmarkt medische biologie
Mik van Es, Erna van der Weerd en Ben Wilbrink (1988). Arbeidsmarkt medische biologie. Amsterdam: SCO. (rapport 169) pdf
Dit is een interviewonderzoek met een beperkt aantal respondenten: recent afgestudeerde medisch biologen, en hun directe chefs. Contactpersoon voor de opdrachtgever is Victor van Rij. Een van de belangrijke resultaten uit dit onderzoek is dat er zelden een directe aansluiting is tussen bijzondere technieken die men in de studie heeft leren behersen, en die welke in de functie nodig zijn, terwijl dat tegelijkertijd in de praktijk geen bijzondere problemen oplevert omdat naar het inzicht van de superieuren de afgestudeerden door hun ervaring in staat zijn zich snel nieuwe technieken eigen te maken. Dit is een interessant punt in het licht van de huidige modieuze trend om aan competenties veel belang te hechten: de competenties waar het bij medisch biologen om gaat zijn niet zozeer algemene (zoals probleemoplosvaardigheden), maar inzicht in de aard van wat specifieke technieken zijn en waar ze voor worden gebruikt, zodat de ervaring met een enkele techniek een goede voorbereiding is voor het ook met andere bijzondere technieken kunnen werken.
http://www.benwilbrink.nl/publicaties/markt.htm