http://beeld.boekboek.nl/DeBezigeBij/internet/omslagen/vdi9789023442080.jpg

Van Dam in Niemandsland

Ben Wilbrink


Niemandsland


Ineens ben ik klaar wakker. Marcel van Dam, bij Pauw en Witteman (zie hier), stelt dat de koopkracht van de AOW (of van minima of uitkeringsgerechtigden, ik moet het nog eens terugzien, maar dit maakt hier geen essentieel verschil) vandaag even groot is als die in 1980. Jac de Vries overschreeuwt hem, het liefst zou hij tegen Marcel hebben gezegd: ‘u draait, meneer Van Dam.’ Marcel zou dan gezegd hebben: ‘dat is precies het punt, meneer de Vries, ik ben ziende blind geweest, en had al een kwart eeuw geleden moeten draaien.’


Zaterdag 28 november, om half elf, discussieerde Marcel van Dam in Leiden over zijn boek Niemandsland, over neoliberalisme in de landelijke PvdA-politiek sinds 1980 (details: PvdA en PvdA Leiden). Die discussie zou naar verwachting zeker gaan over de juistheid van de statistieken die Marcel gebruikt. Een welles-nietes spel zoals bij P & W zou ieders tijd maar verspillen. Ik doe hier verslag van mijn poging om in korte tijd na te gaan of de cijfers van Marcel kloppen, of niet. Het is een persoonlijk verslag, maar dat is waarschijnlijk het meest zinvol.


dam_koopkracht.jpg

Bron afbeelding: Reinder Lok en Petra Ament. Inkomen van AOW'ers, 2000. CBS, Sociaal-economische maandstatistiek 2003/2. pdf


Er is geen gebeurtenis of onderwerp dat niet aan de orde komt in zijn boek. De kern van de zaak komt evenwel neer op hoofdstuk 7 - Alles van waarde wordt waardeloos - met de AOW: zowel de sinds 1980 gestokte koopkracht, als de financiële redenering achter de 67-jaar-maatregel. Met die koopkracht is het simpel, zodra je tenminste het inzicht hebt om die over een langere periode eens te bekijken: het CBS heeft de gegevens.


De koopkracht van de CAO-lonen is sinds 1980 60% gestegen (van de index 100 in 1980 naar ca 160 in 2005), die van de AOW is per saldo gelijk gebleven. Daar valt heel wat bij te plussen en te minnen, maar het springende punt is dat politici altijd hebben beloofd dat de AOW in koopkracht meeloopt met die van de welvaart, en vandaag dus ook ca 160 zou moeten zijn. Niet, dus. En Marcel heeft die ontwikkeling niet op zijn netvlies gehad, en velen binnen de PvdA evenmin. Plaatjes met een nullijn voor de koopkracht, en een prachtige stijgende lijn voor CAO-lonen, geeft Marcel bij vergelijking van de koopkrachtontwikkeling van minima met die van de hoogste 10% inkomens (figuur 22 in Niemandsland) en die van uitkeringsgerechtigden vergeleken met die van werkenden (figuur 25). Dan valt me op dat de koopkrachtontwikkeling van alle werkenden maar weinig onder die van de hoogste 10% inkomens ligt, ik weet niet of dit een slordigheid is. Maar ook al zou ik het uitzoeken, dat verandert dan niets aan de betekenis van deze koopkracht-stilstand sinds 1980, voor grote groepen in de samenleving. Over de koopkracht van de AOW in 1980 en anno nu zegt Marcel dat deze ongeveer constant is gebleven, dus niet met de welvaart meegestegen. Op de website van het CBS is dat niet eenvoudig terug te vinden, maar het plaatje van de koopkrachtstijging van AOW-huishoudens in de negentiger jaren, de kritische periode met een feest van welvaart, spreekt boekdelen. De afgebeelde figuur geeft de koopkracht inclusief pensioenen en toelagen, geeft dus een te optimistisch beeld voor de ontwikkeling van de koopkracht van de AOW op zich. Ik beschouw het, in combinatie met zijn figuur 25 voor uitkeringsgerechtigden, als voldoende onderbouwing voor de claim van Marcel. De AOW is dus in koopkracht blijven staan op het niveau 1980: welnu, de lasten van de vergrijzing zijn dus al goeddeels weggewerkt in dit sluipende proces van uitblijvende indexering! Dit is overigens niet een argument van Marcel, hij heeft andere argumenten dat de vergrijzing niet zo'n verpletterend financiëel probleem is als politici nu suggereren.


De door Kok gestelde WAO-kwestie was voor mij en vele anderen een kritisch moment: kan ik mij nog vinden in deze partij die zijn partijleider toestaat te zagen aan de poten van de rechtsstaat? Zo'n moment is er nu ook weer, met de lijn die de partij heeft gekozen in de AOW-kwestie. Het gaat dus ergens over. Marcel neemt als uitgangspunt een rapport uit 2006 van het CPB over vergrijzing, excuus, over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in de toekomst. Dan wordt het ingewikkeld, het stuk loop over van jargon, en is in het Engels. Wat kan een lid van de PvdA anders doen dan op basis van de kennis die hij heeft, zo goed en zo kwaad als het gaat, de argumenten en de gegevens wegen, van zowel het CPB als van Marcel? Ik heb de door Marcel beschreven gebeurtenissen vanaf, zeg, 1960 intensief meegemaakt, deels ook binnen de partij. Ik ben onderwijsonderzoeker geweest aan de UvA, en ik moet het doen met de intuïties op basis van de daar verworven expertise als ik analyses zoals die van Marcel of van het CPB lees. In Alles van waarde wordt waardeloos ben ik geen uitspraken tegengekomen waar ik over val. Dat Marcel wel eens overdrijft, dat is zijn stijl, dat is OK.


Kan het CPB blunderen? Ja, ik geeft een voorbeeld dat ik meen te kunnen beoordelen. Een aantal jaren terug heeft het CPB een berekening gemaakt van de bijdrage van studenten in de kosten van hun opleiding, en daarbij aangegeven dat die heel laag is (orde van grootte: zeg 10%). Politici zoals Jacques Tichelaar maken gretig gebruik van die analyse (zie hier), en verdraaid: vorige week kondigde onderwijsminister Plasterk maatregelen aan die het HO voor studenten duurder maken. Het probleem met de cijferopstelling van het CPB is dat het door studenten gederfde inkomen buiten beschouwing is gelaten, waarachtig geen kattenpis. Het viel mij onmiddellijk op, omdat ik berekeningen uit de theorie van het menselijk kapitaal ken: natuurlijk moet je gederfd inkomen bij de opleidingskosten meenemen. Ik heb ooit met Jaap Dronkers voor minister Ritzen, zelf gepromoveerd op human capital theory, een inventarisatie gemaakt van de betekenis van groeiende deelname aan het HO (html), en daarin speelt investeren in menselijk kapitaal een belangrijke rol. Daarom kon ik de misrekening zien. Ja, het CPB kan blunderen, kan onbedoeld misleiden.


Marcel gaat uitvoerig in op het 'vergrijzingsrapport' van het CPB: van Ewijk en anderen (2006). Ageing and the sustainability of Dutch public finances. pdf.


"Nog een voorbeeldje dan. Het CPB zegt altijd 'beleidsarme' berekeningen te maken. Op basis daarvan wordt verondersteld dat de AOW-uitkering in de toekomst welvaartsvast zal zijn. Erg beleidsarm is dat echter niet, want in de afgelopen 30 jaar is de AOW-uitkering voortdurend op achterstand gezet. Als ook in de komende 30 jaar de AOW niet de welvaart volgt, komt men voor de berekeningen uit 2006 uit op een houdbaarheidstekort van precies nul."

Harrie Verbon in de Volkskrant (maandag 22 maart 2010): Neem CPB-cijfers met korreltje zout.


LET OP: dit is het rapport met de cijfers die de AOW-ingreep van het kabinet en de coalitie moeten rechtvaardigen.


LET OP 2: het rapport gaat over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, de komende eeuw, maar koppelt dat te pas en te oppas aan 'de vergrijzing.' Te onpas: als er al een demografisch probleem is, is er een symmetrie tussen vergrijzing en ontgroening, dus eenzijdig 'vergrijzing' labelen is suggestief. Ronduit misleidend is de afbeelding over de netto kosten van individuele burgers, onderscheiden naar leeftijd (in het CPB rapport figuur 4.3 p. 71, bij Marcel figuur 11, en in de bijgaande figuur heb ik op basis van de data dezelfde figuur gemaakt (links)). Bij deze figuur slaat de schrik je om het hart, als je bedenkt dat er nog een golf van ouderen bij zal komen. Marcel realiseerde zich de misleiding in deze figuur. Waarom is dit een schoolvoorbeeld van misleiding: het geeft de kosten per individu, en die zijn heel hoog voor een honderdjarige, maar er zijn maar heel weinig 100-jarigen! Toch is dit het beeld dat het CPB naar buiten brengt. Koopt u dat? Het correcte beeld is heel anders, Marcel heeft Paul de Beer gevraagd om een reconstructie te maken, rekening houdend met het aantal mensen dat 100 jaar, etcetera, is. Zie de afbeelding, rechts. Het CPB en de politiek hebben Nederland bang gemaakt met de figuur links, terwijl de werkelijkheid de figuur rechts is. Natuurlijk gaan de komende jaren de ouderen als groep meer kosten, de groep wordt groter. Maar is dat dramatisch? Ik dacht het niet. Tot zover de beeldvorming, dan nu de cijfers.


dam_profijt.jpg Bij ongewijzigd beleid is er op lange termijn een probleem dat 8% van het BNP groot is: de AOW zal 4% van het BNP meer gaan kosten, en de zorgkosten stijgen ook met 4% BNP. Merkwaardig genoeg is het probleem met de stijging van de kosten van de AOW snel opgelost: de fiscale meeropbrengst uit de pensioenen is ongeveer evenveel! Jazeker, dat zegt het CPB-rapport zelf. Einde discussie, zou je zeggen. Toch?


Dan de toenemende kosten van de zorg, die rekent het CPB-rapport volledig toe aan de vergrijzing. Dat is volgens Marcel ten onrechte, omdat slechts eenderde van de toename van de zorgkosten demografie-gerelateerd is. En daarvan heeft dan weer een deel te maken met vergrijzing. Niet om van achterover te vallen. Marcel heeft er een discussie over met topambtenaren van EZ, op uitnodiging van minister Brinkhorst. De discussie draait om die zorgkosten, en de jaarlijkse koopkrachtstijging van 1,7% waarmee dit CPB-rapport rekent. De vraag is: stel dat je de toename van de zorgkosten financiert uit die koopkrachtstijging, hoeveel zou dat dan kosten? Het CPB rekent het uit: dan moet die koopkrachtgroei 1,6% jaarlijks zijn, dus min 0,1%! Ik kan dit cijfer niet controleren, omdat er geen andere bron voor is (zou het CPB dit op zijn website hebben geplaatst?).


Wie goed heeft opgelet, zit nu rechtop in zijn stoel: de koopkracht van de AOW is in feite de laatste dertig jaar niet gestegen tegen uitdrukkelijke politieke beloften in, en hier hebben we een rapport dat paniek zaait in Nederland op basis van een veronderstelling dat de koopkracht van de AOW de komende decennia jaarlijks met 1,7% zal stijgen. Marcel wijst in dit hoofdstuk niet op deze spanning tussen droom en werkelijkheid, maar meldt het wel kort op blz. 332. Er zijn overigens nog meer absurde zaken in dit CPB-rapport, o.a. het model dat voorschrijft dat voor welvaartsbehoud op termijn, er nu moet worden geknabbeld aan de welvaart van deelgroepen in de samenleving! Evenzoveel redenen waarom het rapport misleidend is; Marcel gaat er uitvoerig op in; naar mijn mening is zijn analyse correct, lees zijn boek.


Heeft Marcel van Dam een punt, wanneer hij op basis van feitelijke gegevens stelt dat de PvdA de afgelopen periode een neoliberale lijn volgt?




verdere discussie waard .....

Kan iemand uitleggen waarom de TK-fractie van de PvdA accoord is gegaan met verhoging van de AOW-leeftijd, zonder dat de belangrijke randvoorwaarden zijn ingevuld en geborgd? Mariet Hamer is ‘zeer ingenomen met de toezeggingen van de bewindslieden’ (hier). Toezeggingen zijn woorden. Mariet is makkelijk tevreden te stellen, blijkt. Uit de tijd van scholenfusies heb ik geleerd dat je dan echt het nakijken hebt, ook voor de rechter, wanneer de andere partij de mitsen aan de laars lapt. Het moet dus andersom: eerst die randcondities borgen, dan pas instemmen met de hoofdzaak. Of komt die hoofdzaak nog terug in de TK voor definitieve besluitvorming?

Ik voeg aan de belangrijke randvoorwaarden dan zelf maar toe: de 1,7% koopkrachtstijging (uit de CPB-berekening ‘vergrijzingsrapport’, daardoor ontstaat immers het financieringsprobleem van 4 miljard!) per jaar verzilveren, voor AOW en uitkeringsgerechtigden. Tot aan 2050, jaja. Het mag 1,6% zijn, dan is de stijging van zorgkosten, die voor ca een kwart volgt uit vergrijzing/ontgroening tot 2050 gefinancierd. Zie Marcel van Dam, Niemandsland, blz. 203.


Uit een iets recenter CPB-rapport komt naar voren dat de economische groei van Nederland vooral wordt aangejaagd door de knappe koppen in deze samenleving. Die zijn er, in vergelijking met andere Europese landen, verhoudingsgewijs te weinig.

Mijn idee: laat alleen die knappe koppen lekker doorwerken na hun 65e, dat willen ze graag, en dat zou de economische groei, het innovatieve vermogen, van ons land kunnen helpen.

Mijn idee waarom er te weinig knappe koppen zijn in ons land: de zeef op 12 jaar kost ons land talent. Maar dat had Ronald Plasterk ook al ontdekt. Nu nog knap beleid afwachten ... . O ja, ons huidige VWO en HO laat studenten toe lui te zijn, dat helpt dus ook niet echt.

B. Minne - M. Rensman - B.L.K. Vroomen - H.D. Webbink (2007). Excellence for productivity. pdf


Klein probleempje bij extra economische groei: in het GAMMA-model van het CPB leidt extra economische groei tot extra houdbaarheidsproblemen voor de overheidsfinanciën omdat het de eerlijke verdeling van lusten en lasten tussen de generaties zou verstoren (zie ook de paragraaf hierbeneden). Hoe beter het in de toekomst gaat met onze samenleving, hoe meer er nu moet worden bezuinigd en geknepen. Brrrrrr. Ik kan het nog steeds niet geloven, ik moet dit wel helemaal verkeerd hebben begrepen. Of toch niet?


uit het CPB verdere discussie waard .....

Wie het CPB-rapport over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën leest, valt van de ene verbazing in de andere. Een paar van die struikelpartijen zijn zeker verdere discussie of verder onderzoek waard. Ik noem maar eens wat.

  1. Het taalgebruik van het CPB, dat van god en de samenleving los lijkt te zijn geraakt, zie bijvoorbeeld de eerste zin van de korte samenvatting: “De vergrijzing van de Nederlandse bevolking brengt de houdbaarheid van de openbare financiën in gevaar.”. Als je zo'n eerste zin leest — hallo Wereld, hallo CPB — dan springen alle seinen onmiddellijk op rood, zou je denken. Hier moeten technocraten aan het woord zijn die op een andere planeet leven. Dan wil je toch alles weten van hun werkwijze, vooronderstellingen en interpretaties, zou je zeggen. Hebben we politici zien worstelen met deze technocratische kost? Niet in de top van de PvdA, of ik moet iets gemist hebben. Diederik Samson roept ontzettend hard dat we voor die houdbaarheid moeten gaan, maar over het waarom daarvan heb ik hem nog niet gehoord.
  2. Het CPB komt op een tekort in de overheidsfinanciën van vier miljard. Hoe komen ze daarop? Omdat de nadrukkelijke vooronderstelling is dat de AOW meestijgt met de welvaartsgroei, ingeschat op 1,7% per jaar. Dat is werkelijk sensationeel wat het CPB hier doet: we weten immers dat over de afgelopen dertig, misschien wel veertig jaar de AOW juist NIET heeft gedeeld in de toegenomen welvaart (van werkenden). Als politici dit omarmen, zouden ze toch werkelijk van alle daken in Nederland rondtoeteren dat er een majeure beleidsomslag is gemaakt: de AOW-uitkering gaat meedelen in de koopkrachtstijging die werkend Nederland doormaakt. Maar ja, de daken in Nederland zijn nu even het terrein van een immigrant met zijn slaafjes.
  3. Het voorgaande leidt dan tot de grote vraag: gaat deze coalitie, gaan alle volgende coalities, dit waarmaken, als die 67-jaar wetswijziging is doorgevoerd? Wie heeft daar enig vertrouwen in? Wat kan de burger nog doen wanneer de overheid anders gaat handelen dan het CPB veronderstelt, namelijk evenals de afgelopen dertig jaar de koopkracht van de AOW NIET mee laten stijgen met die van welvarend Nederland?
  4. Er is in de berekening van het CPB sprake van een wonderlijke opvatting over eerlijke verdeling van lusten en lasten tussen generaties. Die opvatting is echt allesbepalend voor de uitkomsten van de modelberekenignen van het CPB. Omdat kabinet en coalitie die uitkomsten kritiekloos overnemen, krijgen we in Nederland te maken met majeure beleidsingrepen die zijn gebaseerd op buitengewoon discutabele opvattingen over wat een rechtvaardige verdeling van lusten en lasten tussen generaties is. Let op: het gaat niet om een verdeling OP DIT MOMENT tussen ouderen, jongeren en werkenden, maar om de lusten en lasten OVER HET LEVEN van de Nederlanders die tot verschillende generaties horen. We hebben het hier dus over perioden van 80 tot 90 jaar, die voor verschillende genraties met elkaar worden vergeleken. Je weet niet wat je leest, het is ongelooflijk. Een grote verdienste van Marcel van Dam omhier maar weer eens op te hebben gewezen. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de idiote aanmatiging om over een periode van 50 tot 100 jaar in de toekomst voorspellingen te doen, waar Marcel uitvoerig op ingaat.
  5. Wat dan bijna vanzelfsprekend als een heel grote vraag opdoemt: wat zijn de uitkomsten wanneer dit GAMMA-model van het CPB de startdatum 1970 wordt gegeven, of 1980? Komt er dan onzin uit? Doet het CPB die oefening ook? Ik heb hem nog niet langs zien komen, maar het is toch de allereerste vraag die je stelt aan een complex model om de toekomst te voorspellen: is dat model in staat om de situatie van vandaag te voorspellen vanuit de gegevens bekend in 1970? Als het model dat niet kan, dan is dat model toch honderd procent misleidend? Marcel van Dam doet een gedachtenexperiment met startdatum 1900. Zo ver terug hoeft nu ook weer niet, maar veronderstel eens een startdatum 1936, middenin de crisis van de dertiger jaren .... .




Literatuur


Marcel van Dam (2009). Niemandsland. Biografie van een ideaal. De Bezige Bij.

Reinder Lok en Petra Ament. Inkomen van AOW'ers, 2000. CBS, Sociaal-economische maandstatistiek 2003/2. pdf

Frans Leijnse en Han Noten (7 december 2009). Maak van AOW geen drama. De Volkskrant webpagina. Zie ook de reactie van Agnes Jongerius, in De Volkskrant van 10 december: zij knuffelt deze senatoren bijna dood.

Casper van Ewijk, Nick Draper, Harry ter Rele and Ed Westerhout (maart 2006). Ageing and the sustainability of Dutch public finances. CPB. pdf.

CPB (19 juni 2009). Houdbaarheidseffect verhoging AOW-leeftijd. pdf

Dolf van den Brink en Frank Heemskerk (2006). De vergrijzing leeft. Kansen en keuzen in een verouderende samenleving. Bert Bakker.

WRR (1996). Tweedeling in perspectief. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Sdu. pdf


Zie ook

Paul Bordewijk (19 februari 2004). ‘Welvaartsvast’ pensioen is kat in de zak.’ Overheidsmanagement.html

Paul Bordewijk (27 november 2009). ‘De indexering van de AOW.’ Website PvdA Leiden hier

PvdA website; Verhoging AOW-leeftijd hier

Bob Kuhry en Evert Pommer (2006). Publieke productie & persoonlijk profijt. De productie van publieke diensten en het profijt van de overheid 1990 — 2003. Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau. [niet op de website beschikbaar, een uitvoerig persbericht is evenmin nog beschikbaar maar heb ik uit de cache van Google gered: pdf]




Het bureau van 29 miljard


Volgens Flip de Kam is de 29 miljard van het CPB, waar alles in de huidige verkiezingen (9 juni 2010) om draait, een verzinsel van het CPB.

Dat zit namelijk zo: de berekeningen van het CPB gaan over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën bij ongewijzigd beleid. Tot dat ongewijzigd beleid hoort niet dat de belastingschijven jaarlijks worden gecorrigeerd voor koopkrachtstijging. Toch heeft het CPB in zijn almachtige wijsheid deze correctie als vooronderstelling genomen voor zijn berekeningen.

Zou het CPB zijn berekeningen netjes hebben gedaan, en de belastingbetaler meer belasting laten betalen bij stijgende koopkracht, dan zou in 2040 het overheidstekort bij ècht ongewijzigd beleid, ongeveer nul zijn.

Zie Marcel van Dam, in De Volkskrant van vandaag, 3 juni 2010, blz. 20. De publicatie van Flip de Kam staat in Economisch Statistische Berichten (ESB) van 28 mei. Van Dam haalt de woorden van De Kam aan:


“ . . . maar het houdbaarheidsprobleem is bij consistente toepassing van de uitgangspunten die voor de middellange termijn zijn gehanteerd wel in één keer de wereld uit.”


Marcel van Dam kon zijn ogen niet geloven, al had hij al eens eerder het CPB op vergelijkijkbare misleiding betrapt (in het Ageing-rapport waarin ons wordt wijsgemaakt dat de vergrijzing viermiljard extra kost zodat nodig de AOW-leeftijd omhoog moet [Sweder van Wijnbergen noemt dit het sprookje van Van Dam]). Dus via email aan Flip de Kam opheldering gevraagd, en ja hoor, er staat wat er staat.

Ik geef nog een citaat uit het artikel van Marcel van Dam:


“Flip de Kam adviseerde, samen met Bas Jacobs van de Erasmusuniversiteit, het CPB vorig najaar in het Tijdschrift voor Openbare Financiën zich te houden aan de huidige belastingwetgeving. Was dit advies opgevolgd, dan werd er nu veel zonniger tegen de toekomst van de overheidsfinanciën aangekeken.”


CPB: ‘Bij Marcel van Dam betalen laagste inkomens de vergrijzing.’


Albert van der Horst en Ruud de Mooij, auteurs van Vergrijzing verdeeld (met de boodschap van het tekort van 29 miljard), reageren in De Volkskrant van 23 juni, p. 20, op het verhaal van Marcel van Dam. U leest het goed: niet op het verhaal van Flip de Kam.

Ik heb niet de indruk dat de reactie helemaal to the point is. Ik vermoed dat zij een standpunt aanvallen dat niet door Marcel van Dam is ingenomen. Hij zal er ongetwijfeld zelf op terugkomen. Interessant is dat zij nu informatie geven over wat zij de systematische discretionaire aanpassing van de belastingschijven noemen. En ook interessant is natuurlijk het punt dat achterwege laten van deze aanpassingen ertoe leidt dat de belastingdruk ongelijker wordt: minima hebben er verhoudingsgewijs sterker mee te maken dan driemaal modaal. Minima zouden er sinds 1970 dan zo'n 18 procent op achteruit zijn gegaan. Een goede tegenvraag is dan: hoeveel zijn minima er sinds 1970 dan reëel op vooruit gegaan, volgens het CPB? Immers, minima zijn er sinds 1980 nauwelijks op vooruitgegaan ('Niemandsland'), wat weliswaar geen achteruitgang is, maar zeker geen bijhouden van de koopkrachtstijging van werknemersinkomens.


CPB: ‘Door niemand gekozen politici.’


Marcel van Dam reageert inhoudelijk scherp op het stuk van de CPB-medewerkers (De Volkskrant 1 juli 2010 p. 23). Ik keek even verbaasd op van zijn redenering die uitgaat van stijgende inkomsten in de loopbaan van een individu. Deze verdiener krijgt dan te maken met belastignschijven die van het meerdere dat verdiend is, steeds meer afromen, tot 52%. Volkomen terecht, natuurlijk, want zo willen we dat in een progressief belastingsysteem. In de redenering van het CPB zou dit volkomen onterecht zijn. Ha, wat gebeurt hier? Marcel van Dam laat zien dat het CPB redeneert op geaggregeerd niveau (voor de hele bevolking, niet voor een enkel individu), en dan in een zelfgegraven val tuimelt. Ik vind het overtuigend, en ben benieuwd met welke tendentieuze redenering het CPB vervolgens weer op de proppen gaat komen.

Voorlopig staat de weergave van Van Dam, gebaseerd op het artikel van De Kam, nog als een huis. Marcel van Dam: “Als de auteurs de ware CPB-bedoelingen willen verhelderen, hadden ze moeten schrijven dat ze 29 miljard willen bezuinigen om de komende decennia de belasting te verlagen voor mensen die meer gaan verdienen. Maar die beslissing is niet aan het CPB.”




=
1 juli 2010 \ contact ben apenstaartje benwilbrink.nl

Valid HTML 4.01!       http://www.benwilbrink.nl/motto/niemandsland.htm http://goo.gl/RJuY2