Dit is waarschijnlijk de laatste quiz-voorronde waar ik commentaar op geef. Doorheen de jaren is er geen spatje verbetring in de kwaliteit van de vraagstellingen te constateren. En die kwaliteit is vooral gekenmerkt door zijn afwezigheid. Helaas.
Ik moet er wel bij zeggen dat het me lastig lijkt om voor dez quiz goede vragen te ontwerpen. Dat het mogelijk is, bewijzen de enkele uitzonderingen onder de meerkeuzevragen (in voorronde en quiz), en de wel degelijk adequate open vragen die in de quiz zelf, zoals op tv uitgezonden, zijn te vinden.
Ik wil op een en ander nog een keer terugkomen, namelijk wanneer het mij is gelukt een goede formulering te vinden van wat het is om voor deze quiz adequate vragen te ontwerpen. Wie suggesties heeft: mail mij.
De Grote Geschiedenis Quiz 2011 is 28 april in De Volkskrant gepubliceert. Deelname aan de voorronde via websites is (op 11 mei) niet mogelijk door een doorgeleiding naar een inlogpagina van Magnolia. Ha, op 12 mei lukt het wel.
Eerst maar eens de stam van ieder van de 25 vragen gelezen. De stam van een meerkeuze vraag moet als het even kan een volledige open vraag op zich zijn. Dus zonder de aangeboden alternatieven gezien te hebben, moet de vraag in beginsel goed te beantwoorden zijn door ter zake kundige deelnemers. Nu ik dit zo opschrijf: laat de redactie van deze quiz volgend jaar het experiment eens doen: leg een groep amateurhistorici de vragen in deze vorm voor, dus zonder de aangeboden antwoordalternatieven. Voor een minimaal interessante quiz zou ik zeggen dat de vragen in de buurt van 50% goed moeten scoren voor deze doelgroep, mogelijk nog iets beter. Dat criterium sluit op zich al triviale rotzooi uit, en zou waarschijnlijk een groot aantal vragen van de huidige quiz op de afvalhoop hebben doen belanden.
De 25 vragen in deze vorm gelezen hebbend, dus alleen de stam van de vragen, ben ik toch weer verbaasd dat ik geen flauw idee heb wat historische kennis voor de ontwerpers van deze vragen méér is dan toevallige kennis hebben van deze specifieke feiten.
Dan de keuzevragen. De aangeboden alternatieven zijn vaak lange lappen tekst. Dan onstaat de malle situatie dat voor het beantwoorden van een enkele keuzevraag er vier lappen tekst moeten worden gelezen, en misschien tegen elkaar worden afgewogen: welk alternatief zou het meest waarschijnlijk juist zijn? Stel dat geen enkel alternatief op voorhand evident onjuist is, of evident juist. Dan kan het zomaar zijn dat je zes keer twee verhalen tegen alkaar moet afwegen. Wat is dit voor gekkigheid?
Een goede meerkeuzevraag bevat de noodzakelijke informatie in de stam van de vraag, zodat de aangeboden alternatieven kort kunnen zijn. Die alternatieven moeten bovendien een zinvolle set vormen, niet zomaar een goed antwoord met daarnaast nog drie keer wat nonsens. In deze quiz lijkt het zo te zijn dat de informatie in de alternatieven nodig is om te begrijpen welk antwoord de vragensteller verwacht; ik stel dit een beetje aarzelend, omdat triviale vragen — vragen naar triviale feitenkennis — op zich al niet deugen, welke informatie er ook in de alternatieven staat. Ik ga de vragen met hun alternatieven nog stuk voor stuk bekijken.
Vier alternatieven in plaats van drie is een enorme verspilling van levensvreugde. Moet ik het nog uitleggen? Meestal lukt het niet om ook nog een goed vierde alternatief te bedenken. Doe dat dan niet, niemand zal het kiezen tenzij met de ogen dicht. Deze quiz had zomaar drie extra extra vragen kunnen hebben wanneer dit advies was opgevolgd.
De aangeboden alternatieven moeten natuurlijk wel met het gevraagde te maken hebben: ze moeten een homogene set vormen. Dat klinkt wat plechtig, maar de bedoeling is dat het niet een bijeengeraapt zooitje ongeregeld mag zijn (zoals helaas meteen in het eerste voorbeeld wel het geval is).
NB Ik was te laat om de vragen van de voorronde nog van internet te kunnen halen. Omdat veel alternatieven heel, heel erg veel tekst bevatten, geef ik die in trefwoorden aan.
Hoe verzin je het. Op de klank van 'Bittereinders’ afgaand, moeten het die Zuid-Afrikaanse Boeren zijn. Aan de andere kant: de ontwerper van de vraag kan daar juist een val voor opgezet hebben.
Dit is absoluut een rommelmarkt van alternatieven. Als de onjuiste alternatieven al slaan op iets dat historisch is, maak van deze ene vraag dan liever vier tweekeuzevragen. Er zijn veel meer vragen in deze quiz die onder hetzelfde euvel lijden, ik zal dat niet telkens opnieuw aangeven.
Op keuzevragen zoals deze moeten gevangenisstraffen worden gezet.
Het zou Joegoslavië moeten zijn, waar Tito in hoge mate een eigen koers kon varen. Als dit niet het juiste antwoord is, dan vermoed ik dat het een triviant-vraag is.
Als je dan een vraag over het Joegoslavië van Tito wilt ontwerpen, maak er dan ook inhoudelijk/historisch iets aardigs van. Het gaat tenslotte om een regio die na de dood avn Tito ongeveer ontploft is.
Dat moet Zuid-Soedan zijn. Ik begrijp niet waarom de ontwerper van deze vraag het nodig vond om daar ‘vanwege de huidskleur van de toenmalige bewoners’ aan toe te voegen. Maar dat is een algemeen probleem met deze quiz: hele verhalen in de stam van de raag en zelfs in ieder alternatief.
Die ‘kemet’ past niet bij de vraag zoals gesteld (grond is geen land). Dat is echt slordig van de ontwerper, of een onderschatting van de intelligentie van de deelnemers.
Doeat; een leuke vondst, maar wat is de hogere overweging van de ontwerper achter een (als onjuist te herkennen) koppeling van Doeat met het ‘Zwarte Land’? Dit is onzin die bedacht is om te voldoen aan dit vierkeuze-format. Niet meer doen. Dan zal straks wel blijken dat dit het juiste alternatief is, dan geldt de kritische commentaar het alternatief ‘Zuid-Soedan’. Ik had deze kritiek al bij vraag 1 kunnen vermelden, waar eveneens de naam ‘Bittereinders’ een onzinnige koppeling met drie alternatieven vormt. De ontwerper kan tegenwerpen dat het uitgangspunt toch is dat je voor een goede score moet weten wie die Bitterenders zijn, dan kijk je vervolgens in het lijstje alternatieven of je antwoord erbij staat, en klaar is Kees. Zo zou het kunnen werken, het is ook een van de redenen warom de stam van de keuzevraag bij voorkeur een volledige vraag op zichzelf is, maar de praktijk is natuurlijk een heel andere. De regel is dat het beste antwoord het juiste antwoord is. De deelnemer kan dus niet op voorhand uitsluiten dat het eigen antwoord misschien minder goed is dan een van de andere antwoorden. Ergo; ook de expert-deelnemer die meteen het antwood weet, zal toch de andere alternatieven ook zorgvuldig moeten lezen. De situatie voor de deelnemer die maar een helf antwoord weet, of helemaal geen antwoord: die moet uit bestudering van alle altrenatieven alsnog aanwijzingen zien te krijgen over wat het juiste antwoord kan zijn. Nou ja, waar zijn we dan helemaal mee bezig? Dit lijkt nergens op, zo mag een serieuze toets zeker niet ontworpen worden. Voor een quiz gelden andere spelregels, maar het lijkt me er met beroerd ontworpen vargen ook niet echt leuker op te worden.
Behoorlijk triviaal allemaal. Probleem met deze vraag is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen slobberwijnen en kwaliteitswijnen. Aan de andere kant kun je dit als een verborgen aanwijzing beschouwing: het gaat kennelijk om iets dat ALLE wijnen raakt, dan zal het die druifluis-pest wel zijn, maar dat is geen sluitende redenering. Eerlijk gezegd vermoed ik dat deze vraag niet deugt, tenzij er toevallig sprake is van een kwaliteitsdaling over de hele breedte, met ook nog eens dezelfde oorzaak.
Grappig is de spelling van b. : begint niet met een hoofdletter. Ik neem toch aan dat een zin moet beginnen als: ‘De Volkrant .. .. .’ (Ik gebruik de tekst zoals afgedrukt in de Volkskrant).
Triviant? Ik denk het wel.
Als ik zou moeten gokken, dan wordt het Het Haarlems Dagblad, want waarom zou het eerste alternatief niet gewoon die andere grote krant, het Handelsblad, zijn? Deze redenering heeft dus heel weinig met inzicht in geschiedenis te maken.
Ik vermoed dat je moet weten dat een Zoen een bepaald soort verdrag is. Kies dan tussen a. en b., waarbij b. afvalt omdat er geen reden is waarom de zuster van Karel V naar Willem van Oranje toe zou komen, ipv omgekeerd.
Alternatief c. is typisch zo’n noodgreep om nog met een vierde alternatief op de proppen te komen.
De alternatieven bieden twee etymologische verklaringen van het woord getto, wat erop wijst dat de ontwerpers van deze quiz er geen been in zien om onzin in de alternatieven te verwerken. Niet doen.
Voor mij is dit triviant, hoewel ik meen dat het begrip bepaald ouder is dan de 20e eeuw.
Ik ben de oorspronkelijke tekst kwijt. Heb ik een fout gemaakt bij het overnemen van de alternatieven, en Wenen geschreven ipv Venetië?
Briljant triviant. Ik word hier wel treurig van.
Geen enkel alternatief is te kenmerken als een ritueel. Wat bedoelt de vraagsteller?
Die Olympische Spelen zullen er wel met haren zijn bijgesleept: die hadden al lang het loodje gelegd.
Tuberculose ontdek je niet met microscopisch onderzoek. Er is enig spektakel nodig, dus het is gewriemel, en dan zijn het waarschijnlijk de bacteriën waarvan het bestaan nog niet vermoed was. Dit lijkt op een geschiedkundige redenering, maar het gaat feitelijk natuurlijk om het afstrepen van aangeboden alternatieven. En dat is bepaald iets anders dan historisch redeneren.
Hier gaat dus ruzie van komen. Geen bacteriën?
De stam van de vraag is geen volledige open vraag.
Ik krijg een heel onaangenaam gevoel bij deze vraag. Gaan we grappen maken over deze treurige Stalin-toestanden?
Triviant
Dit ‘baitig slot’ lijkt me geen geschiedkundige term. Waar gaat dit over? Is dit triant van de triviant?
Oostenrijk heeft een bijzondere positie, waarschijnlijk in Potsdma zo afgesproken, dus daar zal de vraag mee te maken moeten hebben. Dan is eigenlijk alleen a. waarschijnlijk.
Hier dus een aanwijzing dat sommige altrenatieven nonsens-alternatieven zijn.
De stam van de vraag is geen volledige open vraag.
Uit de aangeboden alternatieven blijkt dat de vraag verkeerd is gesteld: het moet zoiets zijn als ‘voor wie is deze term voor het eerst gebruikt?’
Belangrijke historische kennis, belangrijk inzicht ook. Wat mogen we hierna nog meer verwachten?
De stam van de vraag is geen volledige open vraag.
Vreemde vraag. Wonderlijke alternatieven, behalve de laatste.
Mogelijk is dit een vraag (de stam van deze vraag als open vraag gesteld) die iemand met enige kennis van geschiedenis van belastingheffing of overheidsfinanciën ten naaste bij kan beantwoorden. Jammer dan voor alle amateurhistorici met andere belangstellingsgebieden.
Het zal d. wel zijn.
Dit is de eerste vraag (de stam van de vraag als open vraag gesteld) die met een beetje goede wil te beredeneren is. Wie doen er niet mee: kinderen, vrouwen, slaven, waarschijnlijk gewone vrije mannen. Mijn gok: 5 %.
De alternatieven beginnen met 5%. Dat is mooi.
Ha, eindelijk een vraag met heldere alternatieven.
‘procent’ mag gewoon als ‘%’ geschreven, dat geeft een nog weer overzichtelijker tekstbeeld.
En hoe zit het met de kinderen, dan? Die horen toch ook tot de bevolking? De stam van de vraag had duidelijker moeten zijn: .... van de volwassen bevolking. Of had de lezer moeten begrijpen dat dit vanzelfsprekend zo is, omdat het over stemrecht gaat? Vermijd dit soort probleem door gewoon glashelder te formuleren
Vertel het maar. Als open vraag slaat dit geloof ik nergens op.
Tja.
Ik ken de inhoud van dat wereldberoemde epos niet, maar het lijkt me evident dat toevallige veldheren er niets mee hebben te maken. Dus is het de heilige Roeland. Is dit een geschiedenisvraag, dan?
Hele verhalen die in de alternatieven gestopt zijn. Dit is absoluut gebrek aan kwaliteit.
Is dit een simpele vraag (de stam van de vraag als open vraag gesteld), of is het een strikvraag?
Deze vraag bevalt me niet. Het gaat de ontwerper er kennelijk om de dommen hun domheid in te peperen.
Ieder alternatief bevat dubbele informatie. Dat maakt de vraag dubbelzinnig, omdat de deelnemer niet kan weten of het juist gaat om de nuances die de ontwerper zo toevoegt.
Ik keur deze vraag af.
Ik vind alle alternatieven onbedaarlijke onzin. Ik weet niet wat ik met deze flauwekul aanmoet. Wat kan een minister ban buitenlandse zaken doen om een machtwisseling in een ander land te voorkomen? Moord (casus Chili)? Oorlog (casus Vietnam)? Kom op, zeg. Het kan niet anders, of deze vraag is heel onhandig geformuleerd, of de vragensteller twijfelt aan de geestelijke vermogens van de heer Luns. (tweekeuze, dus; de bijgevoegde foto van Luns suggereert sterk de juistheid van het tweede alternatief dat ik noem).
Naar Pyrrhus. De stam van de vraag is dus geen geschiedenisvraag.
In alternatief een toelichting op soldaat, koning, veldheer of rivier. Maar dat is niet de manier om vierkeuzevragen te ontwerpen! Vraag is afgekeurd.
Die Carhaagse veldheer opvoeren als strikalternatief: dat keur ik af.
En altijd weer vraag ik me af of de onjuiste alternatieven uit de duiim van de ontwerper zijn gezogen, of op zich juiste historische feiten zijn.
De stam als open vraag: dan is heel die inleiding niet nodig. Een gokje tussen: geldboete of gevangenisstraf (verbanning en doodstraf zullen minder vaak zijn uitgesproken).
Gezien de alternatieven is het de vraag of dit wel een goede vraag is: het laatste zinnetje wordt geenszins verduidelijkt door de aangeboden alternatieven die alleen heel zware straffen noemen. Maar ja, drie van de vier zijn straffen die na de 16e eeuw zelden meer voorkomen. Gaat het hier om een flauw spelltje afstrepen wat onwaarschijnlijk is?
Wat doet al die redengeving in de deze alternatieven? Daar is helemaal niet naar gevraagd ..... . Of is het de bedoeling van de ontwerper dat de deelnemer de onzin-motieven moet kunnen wegstrepen? Dit is werkelijk een verschrikkelijk vraagontwerp. Radbraken en vierendeelen, zou ik willen voorstellen, daarna verbanning.
Werkelijk absurd. Hat gaat natuurlijk om het vrijkopen van Nederlanders in slavernij, wat een stukje geschiedenis is dat iedereen mag weten. Wat die drie afleiders hier in Michielsnaam moeten????
Triviant.
Die zijn hierboven al gegeven in de blauwe boxen. Ze voegen zelden iets toe aan de analyse van het ontwerp van de betreffende vragen. Opvallend is dat er nauwelijks aandacht is voor wat er in de alternatieven allemaal is beweerd. Gebruik dan geen meerkeuzevragen, zou ik willen adviseren: wie geen greep heeft op het ontwerp van de alternatieven die onjuist zijn als antwoord op de gestelde vraag, doet er beter aan het eigen lijden te verminderen door dan ook geen keuzealternatieven te ontwerpen. In het tv-programma is daar wel ruimte voor, en waarachtig, dat leidt meteen tot drastische kwaliteitsverbetering. NB: ook de driekeuzevragen in het tv-programma van 2 juni waren van een treurig niveau: ofwel zo triviant dat iedereen maar wat raadt, of wel te beredeneren maar dan ook meteen door vrijwel iedereen. Voor goede quiz-vragen moet je juist tussen die beide uitersten uitkomen, dat is deze keer niet gelukt.
Ben Wilbrink (1983/in herziening) Toetsvragen schrijven / Toetsvragen ontwerpen. Oorspronkelijke uitgave als Aula 809, het Spectrum pdf 1.4Mb. Herziening in 2009, hoofdstuksgewijs hoofdstuk 1 etc.
Zie Toetsvragen ontwerpen voor verwijzingen naar de literatuur, voor veel titels zijn daar online bronnen gegeven.
Zie ook de bespreking van de Grote Geschiedenis Quiz 2006,
2007,
2008,
2009,
2010.
Zie ook de bespreking van de ontwerpkwaliteit van de vragen in de Wetenschapsquiz 2005, 2006,
2007,
2008,
2009,
2010,
2012,
http://www.benwilbrink.nl/projecten/grotegeschiedenisquiz2011.htm