omslag Feyerabend thuis     sitemap     publicaties


Strategisch beleid

A tale of abstraction versus the richness of being  

Onderwijskwaliteit bij fusie UvA en HvA?


Wilbrink, Ben (2001). Onderwijskwaliteit en fusie-intentie UvA en HvA. Discussienotitie voor de Centrale Ondernemingsraad. + handout discussiemiddag 5 oktober 2001 html


Levenslang leren en ICT


Wilbrink, B. (1997). Levenslang leren en informatie- en communicatietechnologie (ICT). In T. T. D. Peetsma en M. L. L. Volman (Red.), Bevorderende en belemmerende factoren voor een leven lang leren. Explorarief onderzoek op microniveau (p. 171-185). Den Haag: Sdu Servicecentrum.html

De opbouw van het hoofdstuk is dan als volgt. Er wordt wel gezegd dat de essentie van ict is de informatisering van de samenleving; welnu, dat is een brede en ingrijpende thematiek, die zal worden gepresenteerd aan de hand van de visie die de Zweedse Jeugdraad voor IT hierop heeft ontwikkeld, en waarin de connectie met onderwijs en levenslang leren pregnant naar voren komt. Dan volgt een korte karakterisering van wat informatie- en communicatietechnologie (ict) is, welke ontwikkelingen daarin actueel zijn, en wat toekomstige ontwikkelingen kunnen zijn. Ict maakt niet alleen een opzienbarende ontwikkeling door, maar is ook een ideologie aan het worden: ict is het wondermiddel om posities veilig te stellen in de globale concurrentie tussen bedrijven en tussen staten. Het is nodig enige afstand te scheppen tussen de overdrijving (overmaat aan hyperbool, 'hype') en de bepaald soberder werkelijkheid rond ict, bijvoorbeeld in termen van aantoonbare rendementen.
Voor inzicht in de kansen en risico's van ict in individuele loopbanen is inzicht in het systemische karakter van het doordringen van ict in het maatschappelijk leven van belang: individuele kansen volgen uit maatschappelijke ontwikkelingen, terwijl de wijze waarop individuen hun kansen benutten deze maatschappelijke ontwikkelingen mede sturen. Dit legitimeert de analyse van economische ontwikkelingen die direct met informatisering hebben te maken, waarvan is af te leiden welke kwalificaties individuen in de toekomst in deze samenleving nodig zullen hebben, of in een levenslang leren moeten onderhouden. Dan is er voldoende voorwerk gedaan om zicht te krijgen op de wijze waarop het onderwijs een dergelijk levenslang leren kan vergemakkelijken of juist belemmeren. De kwaliteit van het onderwijsbeleid op het thema van levenslang leren en ict, zoveel is uit de analyse dan wel duidelijk, wordt bedreigd door de vele onzekerheden in de toekomstige ontwikkeling van ict en vooral de 'hype' daaromheen. Tegelijk is de beleidsruimte groot, gezien de verstrekkendheid en het maatschappelijke belang van het thema.


Groeiende deelname hoger onderwijs


Ben Wilbrink en Jaap Dronkers (1993). Dilemma's bij de groei van de deelname aan hoger onderwijs. Zoetermeer: reeks Achtergrondstudies van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. ('s-Gravenhage: DOP) html
http://www.iue.it/Personal/Dronkers/
jaap.dronkers apenstaart iue.it

Inleiding. Het individueel zowel als het collectief rendement van hoger onderwijs staan onder druk van de toenemende deelname aan hoger onderwijs: daardoor is het vanzelfsprekende van zowel individueel als collectief rendement verdwenen. Aan de hand van het beschikbare onderzoek uit meerdere onderzoektradities zijn in dit essay mogelijke oorzaken en gevolgen van de groeiende deelname aan het hoger onderwijs geschetst, met bijzondere aandacht voor de dilemma's waar deze groei de individuele zowel als overheidsactoren voor plaatst.
Terwijl de meeropbrengsten van het volgen van hoger onderwijs voor iedereen zichtbaar verminderen, groeit de deelname aan het hoger onderwijs nog. Kennelijk handelen individuen nog altijd op basis van de verwachting dat de baten de kosten overstijgen, en zorgen daarmee voor de nodige 'push.' Het onderwijs, als institutionele actor, zorgt voor 'pull' vanuit concurrentieoverwegingen, daarin geprikkeld door de financieringsstelsels van de overheid. Er is daarbij sprake van een ongelijke ontwikkeling in de belangstelling voor bepaalde onderwijssectoren, onder andere als gevolg van de toegenomen deelname van vrouwen. Vergelijking van de instroom in de diverse sectoren met de voor die sectoren geldende werkloosheidscijfers maakt duidelijk dat hier sprake is van een paradoxale situatie. Zo is er een grote instroom in de universitaire letterenstudies, terwijl tegelijk de arbeidsmarkt-vooruitzichten bij deze studierichtingen somber zijn. Bij technische en natuurwetenschappelijke richtingen daarentegen is er een stagnerende instroom terwijl de arbeidsmarkt daar juist meer afgestudeerden zou kunnen opnemen. De spanning die hier voelbaar is ontstaat mede uit de onmogelijkheid voor individuele studenten om hun keuze (op micro-niveau) te richten naar arbeidsmarktverhoudingen die op macro-niveau zichtbaar zijn. Misschien is dat maar beter zo: anders zouden er veel heftiger cyclische bewegingen in patronen van studiekeuze ontstaan, en dat levert zeker geen 'betere' arbeidsmarkt-verhoudingen op.
De deelname aan het hoger onderwijs is een spel waarbij actoren op meerdere niveaus zijn betrokken. Institutionele actoren hebben directe belangen bij de aard en de omvang van de instroom in het hoger onderwijs. De overheid financiert het grootste deel van het hoger onderwijs, en hanteert meerdere (vooral financieuml;le) instrumenten om de instroom in het hoger onderwijs te sturen. Maar in eerste en in laatste instantie zijn het de burgers die ervoor kiezen ook zelf in hoger onderwijs te investeren. Het spel tussen al deze actoren is complex, waarbij doorgaans de betrokkenen de verwachting hebben dat de investering in hoger onderwijs loont. Men ziet niet in dat dit een spel is met een nulsom-karakter, waar de winst voor de een onvermijdelijk het verlies voor de ander betekent. En wanneer men dat wèl inziet, leidt dat inzicht niet tot andere keuzen omdat men gevangen zit in een dilemma waarin het verwachte gedrag van anderen er toe dwingt om ook zelf de eigenlijk ongewenste keuze te maken voor een zo hoog mogelijk opleidingsniveau. Er zijn tal van signalen dat investeren in hoger onderwijs niet vanzelfsprekend altijd voordeel oplevert, om het even of het gaat om voordeel voor de samenleving in zijn geheel of voor de individuele deelnemers. Als het waar is dat een individuele investering in hoger onderwijs behoorlijk rendeert, zoals tal van economische studies laten zien, kan dat rendement wegsmelten wanneer vele anderen besluiten op dezelfde wijze in zichzelf te gaan investeren. Dan zal ook het maatschappelijk rendement op de tocht komen te staan. Een ronde langs vele toonaangevende onderzoeken laat zien dat auteurs gretig concluderen dat samenhangen tussen investeringen en rendementen zich tot elkaar verhouden als oorzaken tot gevolgen. Er is echter ruimte voor tegenspraak en voor twijfel, en gezien de buitengewoon grote belangen die hier op het spel staan is het de moeite waard een poging te ondernemen de literatuur kritisch te ordenen.
De groeiende deelname aan het hoger onderwijs leidt op zich tot nieuwe problemen voor de overheid, de samenleving, en alle individuele betrokkenen. Een belangrijk probleem voor de overheid is de kostenbeheersing: bij zo'n sterke groei komt de financiering van hoger onderwijs onder druk te staan: het is ondenkbaar dat de uitgaven lineair meestijgen met de groei van de deelname.


Strategic science policy


Ben Wilbrink en Marco Roos (1991). Strategic science policy and organizational structures in the engineering sciences. Proceedings EAIR European Association for Institutional Research, 13th international forum september 1991, Edinburgh. Edinburgh: Napier. html

Abstract
Recent quality assessments of research and teaching in several technical disciplines have directed attention to the sometimes-slow reaction of the scientific community to important developments in society and in industry. Especially lacking are timely initiatives in multidisciplinary fields of research, in cooperation with institutes and firms in the environment of the three technical universities in the Netherlands. Policymakers are becoming aware of the need for strategic policies that identify important (contemporary / future) developments (foresighting), to set priorities among the many themes competing for the same research money, and to implement these strategic choices, seeking the commitment of the parties concerned: universities, scientists, and research institutions external to the universities. The paper is a report on the state of affairs and on possible institutional arrangements complementary to, amongst others, the organizational structure of the universities as 'professional bureaucracies.'


De technische universiteiten. Pre-advies


Ackermans, S. T. M. en W. A. de Jong, m.m.v. Marco Roos en Ben Wilbrink (1991). De technische universiteiten. Pre-advies.> In ARHO en AWT, Advies inzake de technische universiteiten. Den Haag: ARHO/AWT. Zie site htlm.


Advies inzake de Technische Universiteiten.
De minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft, op voorstel van de beide Raden, de Adviesraad voor het Hoger Onderwijs (ARHO) en de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) advies gevraagd over het technisch hoger onderwijs en technisch-wetenschappelijk onderzoek. Zij hebben ter voorbereiding een pre-advies laten opstellen.
De knelpunten inzake de Technische Universiteiten die worden geanalyseerd in het pre-advies zijn:
Deze analyse van de huidige situatie wordt door de Raden gedeeld.

Datum van uitgave: 1991 ISBN: 9034626172 (AWT-publicatienummer: Advies 2).

Evaluatie Tweefasenstructuur: de selectieve propedeuse


Marjon Voorthuis en Ben Wilbrink (1987). Studielast, rendement en functies propedeuse. Relaties tussen wetgeving, theorie en empirie. Deelrapport 2: Evaluatie-onderzoek Wet Twee-fasenstructuur. Amsterdam: SCO-rapport 112. html



Kwaliteitsbewaking W.O.


Ben Wilbrink en Theo Joostens (1986). Kwaliteitsbewaking W.O.; voorstudie t.b.v. VSNU. Gezamenlijke uitgave SCO / COWOG. Amsterdam: SCO; Groningen: COWOG. html


Overleg en zeggenschap aan de Universiteit van Amsterdam


Kees Kolthoff, Ben Wilbrink en Ton J. J. Willemsen (1969). Overleg en zeggenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: COWO. [nog niet digitaal beschikbaar]


6-9-2004 \   freelance advies ontwikkeling onderzoek

Valid HTML 4.01!   http://www.benwilbrink.nl/publicaties/beleid.htm