Rekenproject: hypothese 2. De kernpunten van een goede rekendidactiek zijn bekend

Ben Wilbrink

rekenproject thuis
hypothese 1: reform-rekendidactiek draait psychologische oorzaken en gevolgen om.
hypothese 2: kernpunten van een goede rekendidactiek zijn bekend
hypothese 3: een onwetenschappelijke groep + een hoop geld => promotie van pseudo-wetenschap
hypothese 4: contextopgaven testen intelligentie
hypothese 5: rekenen gaat niet over verbale kennis, maar is een vaardigheid
hypothese 6: leren denken door rekenen en wiskunde was ooit waar
hypothese 7: ontwikkelingsonderzoek verwaarloost declaratieve kennis (Anderson 2007 hfdst 3)
Richtlijnen voor rekenopgaven
Annotatie De toekomst telt
Annotatie Handboek wiskundedidactiek




Bij mijn zwerftocht door de literatuur heb ik behoefte aan een rustpunt, een thuisbasis, in de vorm van een goed omschreven opvatting van wat een goede rekendidactiek op hoofdpunten inhoudt. Mijn vermoeden is dat het wel degelijk mogelijk is om in bijvoorbeeld een tiental kernpunten deze rekendidactiek af te palen. Dat is natuurlijk hypothetisch, op basis van vermoedens die op dit moment vooral intuïtief van aard zijn, gebaseerd op uitgebreide kennis van onderwijs, van onderwijsonderzoek, van psychologie, en van de problemen waarin de reform-rekendidactiek verzeild is geraakt (het maatschappelijk debat, de houding daarin van leden van de reform-beweging). Zo’n hypothetisch kader voor goede rekendidactiek vraagt natuurlijk om toetsing tegen de literatuur, dus het lijkt erop dat hier even geen vooruitgang kan boeken: mijn probleem was immers al dat ik richting moest zien te vinden in mijn zoektocht door de literatuur over rekenonderwijs. Maar let op, het gaat om een drieslag: goed rekenonderwijs, reform-rekenonderwijs, en de onderzoekliteratuur, en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Herken in het tegenover elkaar stellen van goed rekenonderwijs en reform-rekenonderwijs een popperiaanse tegenstelling, en wel als volgt. Het goede rekenonderwijs levert tegenbewijs voor het reform-rekenonderwijs, en omgekeerd. Maar de bewijzen moeten door onderzoek worden geleverd. Scherpe analyse is ook prima: die moet immers evenzeer gebruik maken van wat ons uit empirisch onderbouwde theorieën bekend is.


een eerste setje uitgangspunten voor goede rekendidactiek, op 24-10-2008 uit de intuïtieve duim gezogen


  1. er komt geen wiskundige onzin in voor
  2. Tijd van leerlingen wordt niet verspild
  3. het rekendomein is hërarchisch opgebouwd; voor het maken van vorderingen is het een voorwaarde dat bestaande vaardigheden verkort of geautomatiseerd worden, en vervolgens ook onderhouden
  4. vaardigheden die de leerling niet meer gebruikt, verliest hij/zij.
  5. er zijn belangrijke hiërarchische relaties tussen rekenvaardigheden en wiskundige vaardigheden.
  6. er is een helder onderscheid te maken tussen procedurele rekenkennis en begripsmatige rekenkennis
  7. het is prima om resultaten uit de psychologie te gebruiken, maar amateur-psychologie is uit den boze
  8. empirische uitspraken over de wereld hebben ondersteuning van empirisch onderzoek nodig



1 januari 2013 \ contact ben at at at benwilbrink.nl    

Valid HTML 4.01!   http://www.benwilbrink.nl/projecten/hypothese2.htm