Universiteit van Amsterdam, Tekstbank: Collectie Nederlansch Schoolmuseum. site
Wat vinden we zoal in deze fraaie collectie, vooral negentiende eeuw?
NN (1895). Beginselen van de theorie der rekenkunde voor d laagste klas van kweekscholen. scan
Titel:
Inleiding tot de mathematische weetenschappen. Of gemeenzaame leerwyze der arithmetica en algebra
Bewaard
Auteur:
Strabbe, Arnoldus Bastiaan
Uitgave:
Amsterdam: J.B. Elwe, 1804
2e dr. doorgaans veel verm. en verb
Taal:
Nederlands
Onderwerp:
Wiskunde: wiskunde: algemeen
Trefwoord:
Rekenen | Leermiddelen (vorm)
Opmerking:
Dl. 1
Arnoldus Bastiaam Strabbe (mathematicus en stads wynroeijer te Amsterdam) (1804, 2e). Inleiding tot de mathematische weetenschappen of gemeenzame leerwyze der arithmetica en algebra. Eerste deel behelzende een beknopt samenstel van de eerste beginselen der algemeene rekenkunde. Ten dienste der geenen, welke zich in de eenvoudigste grondbeginselen deezer weetenschap willen oeffenen.. J. B. Elwe. scan
Jan van Olm (in leven onderwijzer in de rekenkunst, te Groningen) (1808 13e). Rekenboek van Jan van Olm. N. Veenkamp en J. Groenewolt. scan
P. J. Prinsen (onderwijzer der schole van het departement Haarlem der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen) (1813). Rekenboek, ingerigt naar de tegenwoordige behoefte der scholen (tweede deeltje) A. Loosjes, Pz. scan
Arnoldus Bastiaan Strabbe (lid en sevretaris van het gezegde genootschap; lid van de sociëteit der kunst-rekenaren te Hamburg, en leermeester der wiskunst te Amsterdam) (1814 2e). Eerste beginselen van de arithmetica of rekenkunst, ten gebruike der scholen vierde deel: opgedragen aan het Genootschap der Mathematische Wetenschappen, onder de spreuk: Een onvermoeide arbeid komt alles te boven . J.B. Elbe. (eerste uitgave 1790) scan
NN (1814). Voorbeelden tot oefening in de hoofdregelen der rekenkunde, met geheele en onbepaalde getallen: benevens eene korte verklaring van dezelve, ten dienste der scholen 's Gravenhage: Gebroeders Giunta D'Albani en wordt uitgegeven, bij de erve Thierry en Mensing en zoon, 1814 scan
NN (bewerker van Willem Bartjens) (1816). De vernieuwde rekenkunst van Mr. Willem Bartjens, uit welke men de voornaamste regelen dier wetenschap leeren kan: op nieuw ieder voorstel nagezien, en elke regel met eene definitie van dezelven vermeerderd door een schoolonderwijzer binnen Rotterdam J. Hendriksen. scan
Willem van den Hoonaard (onderwijzer te Hilligersberg) (1817). Rekenboek voor de scholen in het Koningrijk der Nederlanden: ingerigt overeenkomstig het nieuwe stelsel van maten, gewigten en muntspecien.eerste stukje Amsterdam: Schalekamp en Van de Grampel. scan
Danny Beckers en Marjolein Kool (2004). Willem Bartjens (1604/2004). De Cijfferinghe (1604). Het rekenboek van de beroemde schoolmeester. Hilversum: Verloren.
Het eeuwfeest was aanleiding nog eens te gaan zoeken naar een exemplaar van die eerste editie, en dat is gevonden in Antwerpen. Een facsimile hiervan is in dit boek opgenomen. Dan is nu dus te zien dat de editie van 1779 nauwelijks verschilt van die van 1604, in ieder geval zijn de oorspronkelijke gedichtjes eruit verdwenen.
Verschenen in de serie Rekenmeesters
Zie annotatie in trucjes.htm#Beckers Kool.
Danny Beckers over leven en werk van Bartjens, in NWA 5/5 2004 pdf
P. Wijdenes (1924). Voorlooper op de rekenboeken voor de H.B.S en voor M.U.L.O., tevens slotstukje voor het rekenonderwijs op de lagere school. P. Noordhoff.
Dit boekje geeft een tijdsbeeld. Ik ben wel benieuwd hoe dit past in de historische ontwikkeling van het rekenonderwijs, en het denken over het rekenonderwijs. Als ik het goed heb, spreekt dezelfde Wijdenes zich na de oorlog uit tegen de idioot ingewikkelde breukensommen zoals hierbeneden afgebeeld: kindermishandeling. Ik kijk dat nog na.
Voorbericht
Deze voorlooper heeft tot doel een schakel te vormen tusschen de rekenboeken voor de Lagere School aan de eene zijde en aan de andere zijde mijn veelgebruikte Rekenboeken voor de H. B. S. en voor het M. U. L. O. Het blijkt, gezien de vele vragen, die men omtrent een en ander tot mij richtte, dat de onderwijzers, die opleiden voor de H. B. S. gaarne een slotstukje hebben met geschikte oefenstof en dat men bij het M. U. L. O. liever niet direct het Rekenboek voor M. U. L. O. neemt, maar eerst eens terdege alles wil herhalen.
Dit boekje bevat naar mijn meening precies, hetgeen men wenscht. Een groot deel van de opgaven is er overgenomen van de toelatingsxamens van verschillende H. B. S. en Gymnasia in 1921—1923, zoodat dit boekje als krahtmeter voor deze examens kan dienen.
De stof heb ik gerangschikt naar de meest voorkomende soorten van vraagstukken; de onderwijzer kan nu een bepaald onderwerp terdege behandelen en hij heeft voldoende oefenstof ter beschikking.
Gaarne zal alle mogelijke op- en aanmerkingen van gebruikers vernemen. P. WIJDENES.
Wijdenes deelt de stof in 20 paragrafen in. Ik geef uit elke paragraaf een opgave. Dit waren wel de gekke jaren twintig voor de rekentoetsen, zo te zien. Veel verschil met realistische rekentoetsen zie ik niet, behalve dat die van 1924 waanzinnig moeilijk zijn in vergelijking tot de huidige. Het zou me verbazen wanneer ik tussen deze meuk ergens nog opgaven vind die naar redelijke maatstaven vandaag nog door de rekenbeugel kunnen. Zo te zien werd het rekenen in de twintiger vooral gebruikt om de selectie voor de mulo, de hbs, het gymnasium, en de mms te regelen. En natuurlijk schemert overal in door dat er veel functies in de samenleving waren waar wel degelijk stevig en nauwkeurig moest worden gerekend.
Merk op dat Wijdenes de opgaven rubriceert naar opgavetype. Dat is veelzeggend: het rekenonderwijs is in deze zin ook een aanfluiting, omdat de leerlingen wordt geleerd hoe je een beperkt aantal echt schoolse rekenproblemen altijd op dezelfde manier moet aanpakken. Bijvoorbeeld: A doet een werk in 5 dagen, B doet datzelde werk in 7 dagen . . . . Enzovoort.
Hoofdbewerkingen
Deelbaarheid
Percentrekening
Koop en verkoop
Voorloopge onderstelling
Terugwerken
Samen werken
Mengen
Inhalen en ontmoeten
Verhoudingen
Som of verschil constant
Oppervlakken
Slooten
Inhouden
Tijdrekening
Metriek stelsel
64,38 DL = . . . . . . dM³
3373 cM³ = . . . . . . dM³
0,84 DM³ = . . . . . . dM³
————
Samen . . . . . . dM³
Tiendeelige breuken
2,5 × 0,01681
Gewone breuken
Cijferoefeningen
766,433; 765,919; 765,892; 766,031; 765,992; 766,005; 766,012; 766,320; 765,980; 766,225; wat moet men als het gemiddelde van één waarneming aannemen? Hoeveel afwijking vertoonen de grootste en kleinste waarde uit de tien gegeven?
Herhaling
H. Scholte (1919 8e). Hoeveel en waarom? Supplement voor hen, die zich voorbereiden voor de toelating op hoogere burgerschool of gymnasium. J. B. Wolters.
De rekenboekjes zelf zijn ws. 1893 uitgegeven als ‘Hoeveel en waarom’; ws heeft de KB de hele serie van de eerste druk?
De opgaven in dit boekje zijn methodisch gerangschikt en ontleend aan of bewerkt naar de vraagstukken, die in de laatste jaren in verschillende deelen van ons land bij de toelatings-examens voor Hooegre Burgerscholen en Gymnasia zijn opgegeven. (..)
Dit supplement is een afgesloten geheel en kan als repetitie-boek voor het zelfstandig rekenen bij elke methode worden gebruikt. Het is evenwel niet nodig met de repetitie te wachten, tot de leerstof in zijn geheel is afgehandeld. Aan de leerlingen, die werken in Hoeveel en Waarom, kan men het b.v. reeds in handen geven, als een paar paragrafen van het Zesde deeltje zijn behandeld. (..)
Daar de eischen, die men bij de toelating op verschillende scholen stelt, zeer uiteenloopen, zullen sommige onderwijzers het onnoodig achten, het geheele boekje te laten doorwerken, terwijl anderen uit een of ander stel examenwerk allicht een vraagstuk kunnen opdiepen, moeilijker dan de door mij opgenomene. (..)
Op grond van een jarenlange ervaring meen ik te mogen verzekeren, dat een leerling, die dit boekje flink heeft doorgewerkt, voldoende voorbereid is voor het onderwijs in de wiskunde, en dat hij op een toelatings-examen voor het schriftelijk rekenen geen slecht figuur zal maken.
De genoemde rekenmethode geeft redelijk uitsluitsel over het rekenonderwijs dat de leerlingen hebben gehad. Onbekend blijft wat Scholte vindt dat de score op een willekeurig uit deze bundel samengetselde toets zou moeten zijn, om gerust te kunnen zijn op het op de toelatingstoets te behalen resultaat. Zouden we het hem kunnen vragen, dan zou hij waarschijnlijk herhalen dat de selectiviteit van die toelatingen per school verschilt, maar mogelijk ook voor dezelfde school van jaar tot jaar kan verschillen. Uit arren moede zouden we dan een heel globale vuistregel aan kunnen houden: voor een redelijke kans om toegelaten te worden, zal toch rond 70% van deze opgaven goed beantwoord moeten kunnen worden. Wat zijn dan de vragen?
par. 22 NB: in het origineel zijn de breuken alle genoteerd met een horizontaal streepje
H. J. Lugtmeijer & J. Boers (1953). Naar aanleg en tempo. Gedifferentieerde rekenmethode voor de lagere school. dertiende deeltje B. 26e druk. W. J. Thieme & Cie.
Op de achterzijde staat de hele rekenmethode beschreven: 14 deeltjes, deel 1 in twee delen; eveneens 14 onderwijzersboekjes met aanwijzingen, rekendictees en antwoorden; drie deeltjes cijferen voor klas 4 tot 6, met 3 onderwijzersboekjes. Ca. 100 gram per deeltje: 31⁄2 kg. :-)
Er is naar gestreefd de opbouw van de vraagstukken zo geleidelijk mogelijk te doen plaatsvinden, het is geen verzameling van examenopgaven. Door de geleidelijke opbouw zal het inzicht versterkt worden.
Er is afwisseling gebracht door het invoegen van vele rekentests, die de vaardigheid moeten verhogen en waardoor zelfvertrouwen wordt gekweekt.
uit het voorbericht
H. J. Lugtmeijer & J. Boers (1963). Redactievraagstukken voor het toelatingsexamen v.h.m.o. Naar onderwerp gerangschikt. Per onderwerp behandeld in opklimmende moeilijkheid. Zutphen: W. J. Thieme & Cie.
Hierbij geeft de grote keuze van onderwerpen, bij een niet afgebakend terrein, vele opleiders en leerlingen moeilijkheden. Om aan het verlangen van verschillende collega’s, de meest voorkomende onderwerpen, geordend en naar opklimming in moeilijkheid in één boek te zien, tegemoet te komen, is deze uitgave verschenen.
Naar we hopen zullen de a.s. leerligen voor het v.h.m.o. hierdoor de stof als een meer afgerond geheel zien, waardoor meer zelfvertrouwen kan ontstaan en de opgaven tijdens het examen wat zelfstandiger kunnen worden opgelost.
uit het voorwoord
J. Mooijaart (1963). Parate kennis op de nieuwe kweekschool. Paedagogische Studiën, 40, 483-500. [wel online beschikbaar, ik zoek dat nog op, zie ook PedagStud.htm]
d. hoofdrekenen
Achter de volgende opgaven moesten de antwoorden zonder berekeningen op papier ingevuld worden:
7 × 99 = 6 × 375 = 4848 : 12 = 4256 : 14 = 6006 : 12 = 8 × 12,125 = 14 2⁄7% van Fl.212,10 = 9432 – 7432 = 3007 + 870 = 20 % van Fl. 120,25 = 143,39 : 13 = 8 × 3 × 12 1⁄2 = 448 : 0,112 = 25 × 18 × 12 = 63 : 7 × 3 = 97 + 61 + 39 = 8008 – 88 = 1,818 + 18 = 2 2⁄7 × 5 × 7 = 75,375 : 37 1⁄2 =
We menen hier een beroep te doen op parate kennis, die langs de weg van het inzicht is verkregen. Dat hij of zij, die op de lagere school het vak rekenen moet gaan onderwijzen, deze stof voldoende moet beheersen is duidelijk.
In de toelichting bij het betreffende programma voor het kweekschoolexamen wordt “vaardigheid in het hoofdrekenen” met name genoemd.
[Voor het onderdeel hoofdrekenen mochten 10 minuten worden gebruikt, de resterende 40 minuten konden door de deelnemers over de andere vakken verdeeld worden.]
[ . . . met toestemming overgenomen uit het lagere-schooleindexamen, dat in 1955 in Eindhoven werd gehouden onder leiding van de heer H. J. Carpay, nu inspecteur van het Kweekschoolonderwijs. Aan dit examen namen alle zesde-klassers van de Rooms-Katholieke lagere jongensscholen in Eindhoven deel. Aantal kandidaten 1055. Wij maakten van deze opgaven gebruik, omdat de in Eindhoven behaalde resultaten aantoonden, dat deze proeven op het niveau van de zesde klas van de lagere school lagen.]
Zie ook mijn blog Parate rekenkennis op de nieuwe kweekschool 1960 op het BON-forum.
Gerard Alberts & Bert Zwaneveld (2001). Interview Henk Schuring, vertrekkend wiskundeman bij het Cito. Alle dagen eindexamen. NAW 5/2 nr. 3 september 2001. 262-265. pdf
Fred Goffree, Willem Faes & Wil Oonk (1988). Reken vaardig. Wiskunde & didactiek 0. Wolters-Noordhoff.
Basisschoolleraren in opleiding blijken in nood te komen als ze niet in staat zijn de ‘eenvoudige’ rekenopgaven van de basisschool te maken. Voor PABO-studenten van deze tijd ligt de problematiek moeilijker dan voor vele van hun voorgangers. Zij hebben namelijk voor een groot deel mechanistisch ingericht rekenonderwijs ontvangen terwijl ze met grote waarschijnlijkheid worden geplaatst voor opgaven uit reken-wiskundeboekjes van realistische signatuur.
Dit boek is ontworpen om PABO-studenten te helpen door zelfstudie zich het nieuwe rekenen eigen te maken. Wat dat preceis is, kan men weerspiegeld zien in de Reflektieve oplossingen, die aan de opgaven zijn toegevoegd.
De kerngedachte achter dit boek is dat functionele rekenvaardigheid verworven wordt in een ‘natuurlijke omgeving’ en dat dit hoofdzakelijk geschiedt op basis van ‘gezond verstand’. Zorgvuldig geselecteerde opgaven uit de nieuwe reken-wiskundeboekjes, aangevuld met probleemsituaties uit onze dagelijkse omgeving, vormen een inspirerende leeromgeving voor eerstejaarsstudenten.
Dit boek moet beschouwd worden als een ‘voorloper’ in de serie Wiskunde & Didactiek. Ook bij het doorwerken van de drie volgende delen wordt rekenvaardigheid, maar nu in een didactisch perspectief, ge- en beoefend.
flaptekst van de drie auteurs.
Fred Goffree (1993). Kleuterwiskunde Wolters-Noordhoff. Fred Goffree (1982/1994). Wiskunde & didactiek 1. Wolters-Noordhoff.
Fred Goffree (1992). Wiskunde & didactiek 2. Wolters-Noordhoff.
Fred Goffree (1985). Wiskunde & didactiek. Derde deel. Wolters-Noordhoff.
L. N. H. Bunt (1958). The teaching of arithmetic and mathematics to students between 6 and 15 years of age in the Netherlands. Subcommittee for the Netherlands of the International Commission on Mathematics Instruction. J. B. Wolters (77 blz. brochure)
Bunt heeft enkele voorbeelden vertaald, zoals Rekenen I en Rekenen II in de toelatingsexamens voor h.b.s. en gymnasium in Hilversum, 1955 (blz 69-70), en een voorbeeld van een rekentoets opgesteld door het Nutsseminarium (p. 70-71). Bunt (blz. 72) noemt nog de volgende publicaties:
Het idee bij al deze drukte is tamelijk simpel: het gaat om de voorspelling van de schoolloopbaan in het vo, en dat doen we dus door de kandidaten een intellectuele uitdaging te geven, zodanig dat de verschillen tussen leerlingen goed worden uitvergroot. Ik vind het maar eng; het gaat hier om 12-jarigen. Ik ben er zelf destijds (1956) ook aan onderworpen (een proefklas zelfs). Die proefklas is beschreven door Stellwag, een boek dat Bunt niet lijkt te kennen.
H. W. F. Stellwag (1955). Selectie en selectiemethoden. Een inleidende studie in het aansluitingsvraagstuk L.O. en V.H.M.O. Groningen: J. B. Wolters.
Bevat voorbeeldmateriaal uit toelatingstoetsen en proefklassen.
D. J. Kruijtbosch (1916). Schriftelijke opgaven van het eindexamen der Hoogere Burgerscholen vanaf 1885. J. B. Wolters.
Kruijtbosch, D. J. Kruijtbosch (1936). Schriftelijke opgaven van het eindexamen der Hogere Burgerscholen-B met vijfjarige cursus. Wolters.
D. J. Kruijtbosch en S. J. Richter (1956). Schriftelijke opgaven van het eindexamen der hogereburgerscholen-B met vijfjarige cursus. Wolters-Noordhoff.
S. J. Richter (1969). Schriftelijke opgaven van het eindexamen der gymnasia. Wolters-Noordhoff.
J. Versluys (1893). De akten-examens voor wiskunde lager onderwijs in 1892. Verslag der examen-commissie en oplossing der vraagstukken. Amsterdam: W. Versluys. schoolmuseum online
W. H. Wisselink (1894). Rekenschool. Oefeningen voor het aanschouwelijk, uit het hoofd en schriftelijk rekenen. Vijfde stukje. Getallen van 1—1000000. Eenvoudigste breuken 1⁄2—1⁄10. P. Noordhoff. dertiende druk schoolmuseum online
W. H. Wisselink (1893). Rekenschool. Oefeningen voor het aanschouwelijk, uit het hoofd en schriftelijk rekenen. Achtste stukje. Vraagstukken ter Herhaling, enz.. P. Noordhoff. derde druk schoolmuseum online
Walda, R. H. Walda (1890). Vraagstukjes ter toepassing van de hoofdregels met geheele benoemde getallen. Rekenboekje voor eerstbeginnenden. Sneek: J. Campen.
In de Eerste Afdeling van het Eerste Stukje komen alleen getallen beneden 100 voor; in de Tweede Afdeeling van het Eerste en de Eerste Afdeeling van het Tweede Stukje zijn ze tot 1000 genomen, terwijl in de Tweede Afdeeling van het Tweede Stukje geen getallen boven de 10.000 voorkomen. De getallen in de 350 opgaven zijn zoodanig gekozen, dat de leerlingen niet zonder cijferen de “uiitkomsten” vinden. Inzonderheid de “Herhaling en Uitbreiding” geeft m. i. vooreerst genoeg ter opwekking en versterking der denkkracht ! Om het juist begrijpen der vraagstukjes te bevorderen, is bij de inkleeding ervan gestreefd naar de grootst mogelijke eenvoudigheid. —
Tweede Afdeeling
Herhaling en uitbreiding van het voorgaande
G. M. Wilson and Kremer J. Hoke (1920). How to measure. New York: The Macmillan Company. two fold-out grading scales (spelling, drawing) Internet Archive
Hoofdstuk 4 The measurement of arithmetic 58-109 geeft enkele toetsen met normtabellen! Tijdcapsule 1920. Blader het boek eens door, op de site van archive.org. Een interessante test is de Stone Reasoning Test, laten we daar eens naar kijken. Ik doe geen poging om de opgaven te vertalen, maar ook zonder vertaling is waarschijnlijk wel in te zien dat dit inderdaad geen rekentoets is, maar een intelligentietest. De tabelletjes met resultaten laten dat ook zien: de basale rekenvaardigheid zal van klas 6 naar 8 niet zo gek veel verbeteren, maar de scores op deze test verdubbelen bijna. Achter iedere opgave het aantal punten voor een goed antwoord.
Solve as many of the following problems as you have time for; work them in order as numbered:
1. If you buy 2 tablets at 7 cents each and a book for 65 cents, how much change should you receive from a two-dollar-bill ? [1.0]
2. John sold 4 Saturday Evening Posts at 5 cents each. He kept 1⁄2 the money and with the other 1⁄2; bought Sunday papers at 2 cents each. How many did he buy? [1.0]
3. If James had 4 times as much money as George, he would , have $16. How much money has George? [1.0]
4. How many pencils can you buy for 50 cents at the rate of 2 for 5 cents? [1.0]
5. The uniforms for a baseball nine cost $2.50 each. The shoes cost $2 per pair. What was the total cost of uniforms and shoes for the nine ? [1.0]
6. In the schools of a certain city there are 2200 pupils ; 1⁄2 are in the primary grades, 1⁄4 in the grammar grades, 1⁄8 in the high school and the rest in the night school. How many pupils are there in the night school? [1.4]
7. If 31⁄2 tons of coal cost $21, what will 51⁄4 tons cost? [1.2]
8. A news dealer bought some magazines for $1. He sold them for $1.20, gaining 5 cents on each magazine. How many magazines were there ? [1.6]
9. A girl spent 1⁄8>1⁄8 of her money for car fare and three times as much for clothes. Half of what she had left was 80 cents. How much money did she have at first? [2.0]
10. Two girls receive $2.10 for making buttonholes. One makes 42, the other 28. How shall they divide the money? [2.0]
11. Mr. Brown paid one third of the cost of a building; Mr. Johnson received $500 more annual rent than Mr. Brown. How much did each receive? [2.0]
12. 12. A freight train left Albany for New York at 6 o'clock. An express train left on the same track at 8 o'clock. It went at the rate of 40 miles an hour. At what time of day will it overtake the freight train if the freight train stops after it has gone 56 miles? [2.0] >
Toetsnaald
Ik ben op zoek naar deze boekjes. schoolmuseum.uba.uva.nl heeft 16 hits voor ‘toetsnaald’, maar wat stelt het voor? Meest gaat het om uitgeversadvertenties, dat schiet dus niet op. Tenminste één boek is in gescande vorm beschikbaar, zie hierbeneden.
Toetsnaald voor Adspirant-Onderwijzers en Onderwijzeressen. Verzameling der schriftelijke werkzaamheden van 51 examens voor 0 n d e r w ij z e r (1894-1897).
Toetsnaald voor Candidaat-Hoofdonderwijzers en Hoofdonderwijzeressen. Verzameling der schriftelijke werkzaamheden van Zes examens voor de Hoofd-acte (1894--1897).
Beide zijn uitgegeven te 's-Gravenhage, bij de Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij. Het eerste werkje kost f 0,90, het tweede f 0,75
Het Schoolblad
Evert Janssen (z.j.). Nederland in 1884: Vreemd vaderland, vertrouwd volk. Terra. isbn 9062551947 blz. 168
H. F. M. de Smet & Victor Julius D’Espallier (1957). Schoolvorderingentest voor rekenen: ten behoeve van hen die het zesde studiejaar L.O. verlaten. Leuvense Universitaire Uitgaven: Standaard-Boekhandel. [aanwezig uitleenbaar KB Den Haag]
J. W. van der Hulst & A. Reens (zd [zestiger jaren]). Cijfers en normen. Leergang voor het grafisch bedrijf. Vereniging tot Bevordering van de Vakopleiding in het Boekdrukkers-, Rasterdiepdruk- en Chemigrafisch bedrijf.
Prachtig materiaal voor wie gek is op contextopgaven. Maar dit zijn wel vakspecifieke contexten! Een aantal opgavenreeksen doorbladerend is het wel duidelijk dat het hier niet gaat om de rekenvaardigheid, maar om het om kunnen gaan met het vakjargon. Dat er daarbij ook gerekend moet worden, zal ongetwijfeld mede de bedoeling hebben om de rekenvaardigheid op peil te houden, niet om deze te toetsen. Interessante visie op redactiesommen/contextopgaven. Toch?
de eerste reeks opgaven, blz. 8
Vraag: Een pagina mag 40 augustijn hoog worden. Hoeveel regeles corps 8 kan deze pagina bevatten?
Antwoord: Deze pagina kan 60 regels bevatten
Berekening: 40 augustijn = 40×12 punten = 480 punten; 480 punten : 8 = 60; er kunnen dus 60 regels op de pagina.
blz. 9
C. A. Reeser & H. Turkstra (rapporteurs) (1940). Rapport uitgebracht aan het Nutsseminarium voor Paedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam omtrent door de Wiskunde-Werkgroep samengestelde opgaven voor het toelatingsexamen 1939 (Rekenen II) [aanwezig: KB] pdf scans 20 Mb
C. A. Reeser & H. Turkstra (rapporteurs) (1940). Rapport uitgebracht aan het Nutsseminarium voor Paedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam omtrent door de wiskunde-werkgroep samengestelde opgaven voor het toelatingsexamen 1940 : (rekenen II)/ [rapporteurs: C.A. Reeser, H. Turkstra] [aanwezig: KB] pdf scans 20 Mb
Tot de in de titel genoemde werkgroep behoorden o.a. Philip Kohnstamm (vz), E. W. Beth, E. J. Dijksterhuis, Tatjana Ehrenfest-Afanassjewa.
Cornelis Adriaan Reeser (1941). Vergelijking van toelatingsexamen rekenen II 1939 (opgaven Nutsseminarium) met de rapportcijfers voor wiskunde in de 1e klasse 1940. Mededelingen van het Nutsseminarium voor Paedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam ; no. 35. Wolters. Overdruk uit Paedagogische Studiën, april 1941, 56-66. lees artikel hier
Hessel Turkstra (1952). Toelating tot en selectie op de M.S. Christelijk Paedagogisch Studiecentrum. [aanwezig: KB] pdf scans 20 Mb
Hessel Turkstra (1957). Een onderzoek over de correlatie tussen de vorderingen voor algebra en meetkunde in de eerste klas van de middelbare school en het cijfer voor rekenen op de l.s. en op het toelatingsexamen voor de middelbare school. Euclides, 32, 161-172. annotaties
Karin den Heijer @KdenHeijer Apr 14 Karin den Heijer (14 april 2014): Dit is ook een leuk alternatief voor de 3F 'reken'toets klas 6 VWO. Geen rekenmachine, geen kladpapier, voor klas 1! pic.twitter.com/rLSRNBA4yq tweet
Binnen 24 uur meer dan 60 retweets. Heeft landelijke belangstelling getrokken. Is Nederland er dan toch eindelijk klaar voor?
Brouwer, W. H. Brouwer, I. C. Van Houte, P. Post en M. C. J. Scheffer (1955). Schoolkinderen uit sociaal zwakke gezinnen. Groningen: Wolters. Mededelingen van het Nutsseminarium voor Paedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam.
Henry van Engen, Maurice L. Hartung, Harold C. Trimble, Emil J. Berger, Ray W. Cleveland, E. Glenadine Gibb, James E. Stochl & Ray Walch (1969). Mathematics: concepts, applications. First course; Second course (2 vols). Teacher's edition. Glennview, Illinois: Scott, Foresman and Company. [The Basic Mathematics Program (6 preceding volumes)] [seems to be extremely rare; no information on the www located?]
A. van de Glind (1986). Elementair rekenen en tekenen algemene economie. Wolters-Noordhoff. isbn 9001338488 Met Meneer van Dalen wacht op antwoord. Er is een afzonderlijke Handleiding bij uitgegeven. Voor klassikaal gebruik bedoeld boekje om rekenvaardigheid op te peppen.
H. J. Ots (z.j., ws ca 1980). Getal en economie. Voor het HAVO. Van Walraven. isbn 9060493230 40 blz octavo ".. voor leerlingen bij het havo, die moeite hebben met de toepassing van elementaire wiskunde bij economie. Met Meneer van Dalen wacht op antwoord ;-)
K. Suzenaar (1942 3e). Algebra voor Lagere Nijverheidsscholen I. Nieuwe N.O. Serie. AE. E. Kluwer
http://www.benwilbrink.nl/projecten/hist_rekenopgaven.htm http://goo.gl/r0YDo