Fred Goffree & Huub Jansen (1975). Professor Freudenthal op de Pedagogische Academie. In Freudenthal 100, 114-122. pdf
In het Voorwoord zetten de redacteuren het verkrijgen van routine en het leren van algoritmen veel te dicht bij elkaar. De meeste stukken zijn overgenomen uit Wiskobas Bulletin. Verbijsterend (maar overbekend) voorbeeld van 29124 gedeeld door 36 op blz. 129-130.
Huub Jansen, Jan Keijnemans & Fred Goffree (Red.) (1975). Algoritmiek Instituut voor de ontwikkeling van het Wiskunde-Onderwijs.
In het Voorwoord zetten de redacteuren het verkrijgen van routine en het leren van algoritmen veel te dicht bij elkaar. De meeste stukken zijn overgenomen uit Wiskobas Bulletin. Verbijsterend (maar overbekend) voorbeeld van 29124 gedeeld door 36 op blz. 144-145.
Huub Jansen, Fred Goffree (Red.) (1977). Algoritmiek Instituut voor de ontwikkeling van het Wiskunde-Onderwijs.
Jan Keijnemans, Huub Jansen & Fred Goffree (Red.) (1976). Tellen. Wiskunde & didactiek in de onderwijzersopleiding. Instituut voor de ontwikkeling van het Wiskunde-Onderwijs.
De substantiële stukken zijn overgenomen uit Wiskobas Bulletin.
Fred Goffree (Red.) (1977). Kijken, doen, denken en zien. Analyse van wiskundig-dedaktisch werk door P.1-studenten. Wiskunde & didactiek in de onderwijzersopleiding. Instituut voor de ontwikkeling van het Wiskunde-Onderwijs.
p. 105. Op de hiernavolgende bladzijden staan de contextvragen in deze toets
p. 127 en volgende. Dolkomisch.
Fred Goffree, Huub Jansen & Jan Keijnemans (Red.) (1977). Kijken, doen, denken en zien. Wiskunde & didactiek in de onderwijzersopleiding. Instituut voor de ontwikkeling van het Wiskunde-Onderwijs.
Huub Jansen & Fred Goffree (Red) (1979). Wiskundeonderwijs. Reken maar! Wiskunde & didactiek in de onderwijzersopleiding. Instituut voor de ontwikkeling van het Wiskunde-Onderwijs.
p. 70
Nota Werken in het onderwijs Hier ophalen. De Rijksoverheid vermeldt erbij:
Ronald Keijzer (2010). Stand van zaken bij rekenen-wiskunde en didactiek op de lerarenopleiding basisonderwijs. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs
HBO-Raad (3 juli 2009). Kennisbasis rekenen-wiskunde voor de pabo. Eindversie. pdf
Gerard Straetmans & Theo Eggen (2005). Afrekenen op rekenen: over de rekenvaardigheid van pabo-studenten en de toetsing daarvan. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 23, 133-139. pdf van preprint
Dit is een belangrijk artikel omdat het documenteert hoe en waarom dan zo, de studenten van de pabo op rekenvaardigheid worden getoetst. Dat wil zeggen: op vaardigheid in de realistische variant van rekenen. Maar daar stellen de auteurs geen vragen bij. En zo gaat het schip dus stuurloos de wallekant in. De toets heet WISCAT-pabo, en wordt individuel per computer afgenomen. Dat is een handige manier om te toetsen, mogelijk gemaakt door al even handige technieken van ict en van testanalyse. Of dat allemaal in het belang van het onderwijs en van de studenten is, is eveneens een kwestie die het zonder reflectie van de auteurs moet doen. Nee, zij sommen vooral de voordelen van deze wijze van toetsen op. De nadelen zijn: studenten kunnen hun recht van beroep, hun recht van inzage in hun toets en de beoordeling ervan, niet krijgen. Door de geheimzinnigheid rond deze toetserij, is de samenleving evenmin goed in staat om tegen het licht te hoduen wat hier eigenlijk gebeurt. Zo kan het gebeuren dat toetsen van realistische rekenkennis voor de buitenwereld doorgaan als toetsen van belangrijke rekenvaardigheden die de toekomstige docenten goed in de vingers moeten hebben. De auteurs, het Cito, denken daar natuurlijk heel anders over:
“Standaardisatie, van zowel het gewenste niveau als van het toetsinstrumentarium, lijkt de beste garantie voor het nemen van transparante, betrouwbare en valide beslissingen over studenten. In dit artikel wordt voor het vakgebied rekenen/wiskunde een toetsprocedure beschreven die tegemoetkomt aan genoemde kwaliteitscriteria. Deze toetsprocedure maakt gebruik van een omvangrijke opgavenbank waarvan het functioneren van de opgaven onderzocht is bij vele honderden eerstejaars pabo-studenten. Een deel van de opgaven is ook bij leerlingen uit groep acht van het basisonderwijs afgenomen. De daarmee verkregen gegevens worden behalve voor het beschrijven van de kwaliteit van de opgaven ook gebruikt voor de operationalisatie van ‘voldoende rekenvaardigheid’ en voor het typeren van de rekenvaardigheid van de populatie eerstejaars pabo-studenten.”
Het komt ongeveer hier op neer: definieer eerst zelf wat je onder kwaliteit van een toets zult verstaan, en laat dan zien dat je toets een fantastisch mooi instrument is, betrouwbaar, valide en transparant. Volgens eigen definitie. De lezer van het Rekenproject weet wel beter: de hamvraag is of het hier eigenlijk wel om rekenen gaat. Zolang het Cito niet aannemelijk weet te maken dat het hier inderdaad om rekenen gaat, en niet om een intelligentietest of een toets op vaardigheden die wel op rekenen lijken maar het niet zijn, is alle praat over ‘terechte beslissingen’ op basis van deze WISCAT ijdel.
Tussen de voorbeelden een bekend voorkomende vraag:
Een auto van € 22000 wordt 20% goedkoper. De nieuwe prijs wordt daarna nog eens met 10% verlaagd.
Wat is het percentage van de totale prijsverlaging?
Deze vraag is voor de gemmiddelde eerstejaars pabo-student waanzinnig moeilijk: maar 20 % geeft een juist antwoord. Waar kennen we deze vraag van? Onder andere van de klungelige analyse voor rekening van Anne van Streun, voorzitter van de Werkgroep referentieniveaus rekenen, voor de commissie-Meijerink. Zie hier.
Ronald Keijzer (2010). Stand van zaken bij rekenen-wiskunde en didactiek op de lerarenopleiding basisonderwijs. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs.
Mineke van Essen (2006). Kwekeling tussen akte en ideaal. De opleiding tot onderwijzer(es) vanaf 1800. SUN.
Jozef Vos & Jos van der Linden (2004). Waarvan akte. Geschiedenis van de MO-opleidingen, 1912-1987. Van Gorcum.
http://www.benwilbrink.nl/projecten/pabo.htm