Rekenproject: Wetenschapsopvattingen

Ben Wilbrink

wetenschapsopvattingdebat
    observeren
    drogredenensectarismenapratenpublic relationsWiskrant
    constructivismegeen empirisch onderzoek doenontwikkelingsonderzoek




Een belangrijk maar onderbelicht deel van het rekendebat in Nederland — and elsewhere, of course — is het conflict in wetenschapsopvattingen. Ik vind het lastig om dit vorm te geven, omdat ik wel de harde wetenschapsopvatting binnen de Nederlandse (experimentele) psychologie en psychometrie kan aanduiden (dat zit in de sfeer van het positivisme), maar niet die van het romantici zoals die in kringen van reform-didactiek zijn te vinden, dus ook in de Freudenthal-groep (Ha, maar Lieven Verschaffel heeft het al onder woorden gebracht (pdf. Het idee dat ontwikkelingsonderzoek (in de opvatting van Freudenthal en van Gravemeijer, die daarin worden gevolgd door de overige realisten) een wetenschappelijke methode zou zijn, is natuurlijk te gek voor woorden. Toch zal ik die moeten zien te vinden. (‘Te gek voor woorden’: dit oordeel loopt op de zaken vooruit. De stelling is dat sommige wetenschapsopvattingen meer gelijk zijn dan andere, en dat de wetenschapsopvatting van de Freudenthal-groep op essentiële punten tekortschiet.)


Charles Clark (2011). Education(al) research, educational policy-making and practice. Journal of Philosophy of Education, 45, 37-57. html


Een goed startpunt is misschien het recente artikel van Charles Clark (2011), en dan speciaal de sectie ‘critical educational science’. U voelt hem al: het ‘kritische’ is een zelfbenoemde kwaliteit. En u begrijpt hem al: het gedachtengoed van de Freudenthal-groep past waarschijnlijk naadloos in wat Clark hier ‘critical educational science’ noemt. Ik moet dit helder neerzetten. De term ‘gedachtengoed’ geldt voor de Freudenthal-groep bijna letterlijk: diverse publicaties noemen de boeken van Hans Freudenthal als de theoretische basis, en met name zijn (1991) China lectures. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, maar lezing van de boeken van Hans Freudenthal leert dat hij zich daarin sterk (‘kritisch’) afzet tegen de psychologie en tegen onderwijsonderzoek, waarvoor hij eigen alternatieven ontwikkelt. Het gedachtengoed van Hans Freudenthal is daarmee vooral in zichzelf besloten, wat niet een kwaliteitskenmerk is van een wetenschappelijke houding. Dit gedachtengoed wordt gevolgd door een eenvoudig af te bakenen groep ontwikkelaars van rekenonderwijs, die daardoor goed is aan te duiden als de Freudenthal-groep. In de periferie binden zich onderzoekers die zich niet ondubbelzinnig bekennen dat het gedachtengoed van Hans Freudenthal, maar er ook bepaald geen afstand van nemen.

Het belang van een goede afbakening van wetenschapsopvattingen is eenvoudig het volgende. Wetenschappelijk onderzoek vindt zijn legitimering in wetenschappelijke opvattingen over wat een behoorlijke theoretische basis is, en wat een behoorlijke onderzoekmethodologie is. Wanneer het zo is dat dergelijke wetenschapsopvattingen nogal ver uit elkaar kunnen liggen, dan is er sprake van een conflictsituatie: dan zijn er groepen wetenschappers die elkaar over en weer niet vertrouwen, of vinden dat het wetenschappelijke werk van andere partijen niet deugt. Natuurlijk is er in het wetenschapsbedrijf ruimte voor verschillen in benaderingswijzen van de objecten van onderzoek, maar het moet niet te gek worden. Waar liggen dan de grenzen, en zijn die grenzen objectief vast te stellen? Dat laatste zal wel niet, maar hoe dichtbij kunnen we komen?


Ik weet nog niet wat de positie van Clark zelf is: hij onderschiedt drie benaderingen van onderwijsonderzoek: als in lijn met natuurwetenschappelijk onderzoek, als duidend sociaal-wetenschappelijk onderzoek, en als ‘kritisch’ onderwijsonderzoek. Zijn analyse is filosofisch van aard, wat betekent dat het lastig is om te lezen wat je leest, maar met een beetje geduld gaat het wel lukken om aan zijn artikel een eerste begrippenkader te ontlenen voor het plaatsen van de diverse wetenschapsopvattingen die in het rekendebat zijn te onderkennen. Een citaat uit de sectie over dat kritische onderwijsonderzoek maakt hopelijk meteen duidelijk dat het realistische ontwikkelingsonderzoek tot deze categorie hoort (Carr & Kemmis zijn de auteurs van (1986) Becoming Critical: Education, Knowledge and Action Research. Falmer Press. Ik ken het niet.)

Again, much is made of the widest possible ‘democratic’, freely arrived-at consensus within a constructivist epistemology: ‘a process of active construction and reconstruction of theory and practice by those involved’ (Carr and Kemmis, p. 148). But this ‘reconstruction’ assumes that a new, improved plan is now available, the origin of which, however, is unexplained. The appearance of this ‘improvement’ is especially puzzling since, according to critical social scientists, participants receive enlightenment from others (e.g. from the scientists). But according to critical educational scientists they enlighten themselves by some form of individual or group realisation: ‘They began to understand more deeply’ (ibid., p. 168); ‘Teacher and students together came to understand’ (ibid., p. 169).



Lieven Verschaffel (1996). Ontwikkelingen in het onderzoek van het reken-wiskundeonderwijs: een internationaal perspectief. Panama-Post, 15 nr 2, 40-45. pdf

Dit is een tijdsdocument. Het zou mij verbazen wanneer Verschaffel nu, vijftien jaar later, nog steeds zo’n feestrede voor het Freudenthal-Instituut zou willen afsteken, met alleen op het eind enkele voorzichtige vraagtekens bij theorie en onderzoek van het FI. Want zie de noot bij dit artikel:

Lezing gehouden op de feestelijke opening van het Freudenthal instituut als 'Expertisecentrum reken-wiskunde- onderwijs', 20 september 1996, Utrecht (Nederland).



Darrell P. Rowbottom & Sarah Jane Aiston (2011): The use and misuse of taxpayers’ money: publicly-funded educational research, British Educational Research Journal, 37:4, 631-655abstract



David Bridges (2009): Research quality assessment in education: impossible science, possible art?, British Educational Research Journal, 35:4, 497-517 abstract



Alis Oancea Corresponding author (2005): Criticisms of educational research: key topics and levels of analysis, British Educational Research Journal, 31:2, 157-183 abstract



21 oktober 2011 \ contact ben at at at benwilbrink.nl    

Valid HTML 4.01!   http://www.benwilbrink.nl/projecten/wetenschapsopvatting.htm