Dit is een deelkwartierstaat van de kwartierstaat Dijkxhoorn, de acht op generatie IV gesplitste deelkwartierstaten zijn:
Dijkxhoorn - - Steeneveld - - van der Hoeven - - van der Lee - - Wilbrink - - van den Enk - - Griffioen - - van Kampen
De kwartierstaat Wilbrink is op generatie 7 verder gesplitst in
Wilbrink (Tak C/D) - - van Amersfoort - - Wilbrink (Tak A) - - Boks
*Beekbergen
Zittend van links naar rechts: Gerritje; Dirkje, Mina, Evertje; staand: Rika, gehwd met Gerrit, Bertha, Johanna, nog onbekend, Hannes (gehuwd met Dirkje), Tiem (Tijmen) gehuwd met Aaltje
Gé Dolman zegt over het lot van haar vader en haar broer het volgende:
Op 19 januari 1943 werden mijn vader Evert Albertus Blom, echtgenote van Gerritje Wilbrink, en mijn broer Hans Blom door de Duitse Sicherheitsdienst gearresteerd in ons huis, Dorpsstraat 70 te Beekbergen. Zij werden overgebracht naar het Huis van Bewaring in Arnhem. Na verloop van enige weken van streng en bruut verhoor, werden zij overgeplaatst naar het concentratiekamp Vught. In mei 1944 werd mijn vader overgebracht naar Utrecht, waar hij voor het gerecht werd veroordeeld tot de doodstraf. Hierna werd hij opgesloten in de gevangenis in Scheveningen, het zogenaamde ‘Oranje Hotel’, in afwachting van de voltrekking van het vonnis.
Na de invasie van de geallieerde legers in Normandië werd hij weer overgebracht naar Vught. Na een kort verblijf aldaar werden vader en ook mijn broer Hans, die al die tijd in Vught verbleef, naar het concentratiekamp Oraniënburg in Duitsland getransporteerd. Vader en zoon hebben elkaar daar weer voor het eerst ontmoet.
In februari 1945 werd vader hier afgevoerd met de vermoedelijke bestemming Bergen Belsen. Door berichten, die ons via het Rode Kruis bereikten werd aangenomen dat hij hier zou zijn overleden in de eerste helft van april 1945. Mijn broer Hans werd eind april weggevoerd uit Oraniënburg in verband met de nadering van het Russische leger. Hij heeft met andere gevangenen de beruchte dodenmars gelopen van Oraniënburg naar Schwerin. Op 3 mei 1945 had een gedeelte van de bewaking een veilig heenkomen gezocht door de nadering van de geallieerde troepen vanuit het westen. Mijn broer Hans en nog drie medegevangenen wisten zich af te zonderen om op eigen gelegenheid de komst van het Amerikaanse leger af te wachten. ’s Avonds (3-5-’45) lagen zij, alle vier, te rusten op een weiland toen zij werden ontdekt door Duitse SS-ers. Er werd op hen geschoten met het gevolg dat Hans dodelijk werd getroffen. De volgende ochtend om 4 uur, 4 mei 1945, waren de Amerikanen op de plaats des onheils. Hans werd in een massagraf begraven.
L. P. van Oppen (Eindred.) (1990). Apeldoorn Monument p(blz. 137-138). Stichting tot Uitgifte van een Gedenkboek Apeldoornse Ooorlogs- en Verzetsmonumenten.
Genlias
*Beekbergen
Genlias
Genlias heeft per abuis ook: Jantje Hat
*Apeldoorn
zoon
* Cornelissen de Beer
ouders zie kwartier 784. vAmersfoort
ouders zie kwartier 804. Wilbrink (tak A)
nb: Mulder in Genlias!
~Beekbergen
Janna, Beekbergen *28-9-1820 † 2-1-1873, tr Apeldoorn 10-5-1844 Willem Boks, Brummen *1812, landbouwer, z.v. Jan Boks en Gerritje Weenk
kinderen *Beekbergen
Ben van den Enk. Van Amersfoort. ongepubliceerd.
Genlias
ouders zie kwartier 394. vAmersfoort
*Beekbergen
*Beekbergen
met dank aan Ben van den Enk voor genealogische gegevens van dit geslacht Groeneveld
Genlias
kind oa?
*~Loenen
ouders zie kwartier 842. vdEnk
kinderen *Beekbergen
vd Enk: De Boer/Van het Hekke/Voshuyzen/Aarts, zie daar voor uitvoeriger gegevens
~Neede
*Beekbergen
kinderen *Beekbergen
kinderen *Beekbergen
kinderen *Beekbergen
kinderen *Beekbergenf">
Niet verbonden namen:
Willem Box en Bartje Meijers, dopen 8-4-1753 een dochter Anna Catharina in Loenen;
“Johannes Meyer, Tymen Meyer en zijn vrouw Aaltjen van Loenen. Alyda Meyers, weduwe van Kersten van de Kamp, Jurriaen Schelkes, namens zijn ouders Hendrikus en Jenneken Meyer, en Willem Box en zijn vrouw Bartholtjen Meyer, kinderen en kinds-kinderen van wijlen Jurriën Meyer en Bartholtjen Jansen; mr. G. W. Engelberts is hulder en doet vervolgens opdract ten behoeve van Jan Willem Augustin baron van Wijnbergen, 1744 October 19.”
Maris (1934). De leen-, keurmedige en tynsgoederen van de Sint Salvator-Abdij te Prüm in Gelderland (Leenkamer van Klarenbeek). leen 39b., kerspel Loenen, buurschap Zilven, leenparceel de Geer genoemt, onder 't erve en goet het Leegjen
Willem Box en Hendersje Harmsen dopen 29-4-1761 zoon Teunis in Loenen;
Dirk Beerents Box wedn v Janna Hendrikse, tr 16-1-1752 Loenen met Geertjen Frederikx, jd van Beekbergen
Derk Box en Geertje Freriks Brinkmans dopen 29-12-1754 zoon Berend in Loenen;
den 17 okt. 1767 ingetekend in Loenen
Joost Egtberts wedn. Rijntjen Alberts met Geertruij Freriks wed. van Dirk Boks;
16-3-1757: Gerritje onegt kind van Jenneken Jansen, r(oomsch), waarvan vader Klaas Box is. geëcht 29 jan 1758;
den 6 jan 1758 ingetekend Klaas Box j.m. z.v. Willem Box en Bartje Meijer, geb. van Velp. met Joanne Jannen Dix d.v. Joannes Dix en Geertruij Gerrits, geb. van Wilp. Getrouwd 29 jan. Loenen trouwen en dopen 1752-72;
Loenen 23-04-1758 Megteltjen d.v. Klaas Box en (Jenneken Jansen)
Klaas Willems Boks (Box) en Joanna Jansen Dix wonend te Loenen, dochter Gerritje tr 1. Jan Arends Pol en tr 2. Beekbergen 4-5-1794 Jan Harms (Mulder) jm van Loenen;
Trouwboek Beekbergen 1749 28 september Teunis Pannekoek j.m. van Apeldoorn met Gijsbertje Peters Box j.d. van Loenen, hierin geen andere Box of Boks
Voorn (1985) noemt de volgende, zie ook de site van Nikkels :
Albert 442
Arend 296, 297, 360
Berend Derks 442, Loenen *29-12-1754 † 12-4-1830, z.v. Derk Boks en Geertje Brinkman, tr Beekbergen 12-7-1789 Aaltje Reinders Woudenberg, Beekbergen *23-1-1752 &dagger 21-7-1827, d.v. Reijnder Lamberts en Swaantje Willems (zoon Derk, Beekbergen *6-10-1791)
D. 171, 178, 182
Derk 154, 442, Beekbergen *6-10-1791 † 1862, z.v. Berend Derks Boks en Aaltje Reinders Woudenberg, tr 1. Apeldoorn 22-4-1823 Johanna Brouwer, Beekbergen *3-1-1800 † 3-1-1836, d.v. Cornelis Brouwer en Jacoba Willemina Luitjes (7 kinderen *Beekbergen, waaronder kunstschilder Evert Jan Boks), tr 2. Apeldoorn Aaltje Ruimerman, d.v. Evert Reumerman en Geertje Goudkuil (2 kinderen). Ruitersmolem I, na 1843 in de papierhandel, de Ruitersmolen werd korenmolen (als korenmolen nu gerestaureerd)
Gerard 442
J. W. 299
Jacobus Willem 442, Beekbergen *25-1-1831, z.v. Derk Boks en Johanna Brouwer, tr Brummen 4-3-1864 Wilhelmina Gijsberta Huiskamp, d.v. Goossen Reindersz Huiskamp en Cornelia van Pannekoek, *Brummen, Brummen † 6-10-1864, vanaf 1862 beheerder van de Ruitersmolen I, daar opgevolgd door zijn broer Gerard
Kornelis 363
Teunis Jacob 334, 358, 426
Boks en Zoon 178
Teunis Jr. 358
Peter Jans Box 468, hij en Gerritje Gijsberts zijn in 1720 huurder van de Middelste Molen II. Het is verleidelijk te vermoeden dat Willem Box (hierbeneden) een zoon is van Peter, maar daar zijn geen vindplaatsen voor, althans niet bij Voorn.
Teunis Jacob Box 358, z.v. Teunis Jans Box en Elisabeth Teunis Sevenhuijsen, Apeldoorn *16-4-1769, tr Apeldoorn 10-7-1803 Hendrika Tamboer, d.v. Derk Jansen Tamboer en Janna Knippenberg, Apeldoorn *18-8-1778 † 8-4-1841 (8 kinderen *Apeldoorn). Hij is papiermaker, tapper en winkelier, maakt schrenspapier, heeft 13 knechts. Hij werkt op de Bazemolen I, de Middelste Molen (Nieuwe Molen) op Het Loo, en de Tepelenberg.
Teunis Janssen Box 358, 378, † Apeldoorn 13-9-1801, tr Elisabeth Teunis Sevenhuijsen, d.v. Theunis Jacobs Sevenhuijsen en Jacobje Lamberts, Apeldoorn † 5-5-1804 (kinderen *Apeldoorn: Teunis Jacob; Jan 25-6-1774; Willem 14-8-1780; doodgeboren 9-7-1784; Catrina 15-11-1786; Nicolaas 22-6-1789). Meesterknecht bij Jacobje Lamberts op de Onderte Brouwersmolen, na haar dood pachter, koopt in 1776 de Tepelenberg.
Willem Box 461, 462. Willem Box en zijn vrouw Barta Meijer kopen 9 juni 1748 de Stroboekse Molen van de weduwe Hackfort. Eerder was Willem huurder geweest van de Middelste Molen II, tot 1737. Willem raakte in de loop der jaren steeds verder in financiële problemen [conjunctureel van aard, vermoed ik, bw], tot hij 24-9-1762 zijn molen verkoopt aan Jan Evers Vierevant, zijn lompenleverancier, voor een laag bedrag van 500 gulden. Tot 1767 bleef hij meesterknecht op deze molen. Nikkels noemt de volgende kinderen, behalve Klaas allen ~Loenen: Klaas; Derk 5-8-1736; Derk 2-10-1740; Maria 3-2-1743; Thijmie 31-1-1747; Frinia 31-1-1748; Anna Catharina 16-4-1752; Anna Catharina 8-4-1753
Over zijn vrouw Bartje is overigens veel meer bekend, en dat kan aanwijzingen opleveren over de achtergrond van onze Willem. In Herengoederen, vermelding #671 Jonge Lambert Engelengoed, waaraan in 1597 de naam van Gaerdt Pannekoeck is verbonden, enige tijd later:
6-4-1695 Derck van Werven n.u. (nomine uxoris, optredend namens zijn vrouw) Trijntje Pannekoeck investiture en oprukking als erfgename van haar vader Jan Pannekoeck, die erfgenaam was van zijn vader Lambert Pannekoeck
4-11-1705 oprukking
16-4-1720 Barteltje Meyers, onmondig, dochter van Tymen Meyers en Zaliger Mechteld van Werven, investiture en oprukking als erfgename van haar grootouders Derk van Werven [gehuwd met] Trijneke Pannekoeck, onder momberschap van Jan Bartels van Werven
22-6-1772 Willem Box n.u. Barteltje Meijers oprukking
22-6-1772 Evert Jan Evers Viervant en Gerrit Evers Viervant, gebroeders, investiture en oprukking na transport door Willem Box [gehuwd met] Barteltje Meijers.
Nikkels noemt bovendien:
Willem, Apeldoorn * 1-2-1820, z.v. Waander Boks en Jenneken Willems, tr Brummen 22-2-1856 Hilleke Pannekoek, Renkum *ca 1817, d.v. Jan Pannekoek en Elbertje Aalbers. Hij is papiermakersknecht.
Kornelis, Beekbergen *10-3-1832, z.v. Derk Boks en Johanna Brouwer, tr Olst 30-5-1857 Aartje Hengeveld, tr 2. Apeldoorn 25-6-1868 Grada Berendina Pannekoek, d.v. Geurt Jan Wuillem Pannekoek en Anna Meulenboer, korenmolenaar in Olst, gebruikt Het Slop II als korenmolen, in 1881 koopman in Amsterdam.
Gerrit, Apeldoorn *18-1-1795, Brummen † 18-12-1861, z.v. Jan Boks en Judith Hartgers, papiermakersknecht, tr Apeldoorn 30-9-1825 Hendrika van den Billaar, Brummen *1797 † 4-7-1877, d.v. Gerrit van den Billaar en Willemina Nikkels.
huwelijk niet in BJvdEnk DT Loenen
ouders zie kwartier 3272. in deze kwartierstaat Boks
~Loenen
Trouwboek Neede online
kinderen huwelijk Markerink ~Neede
Nederduits Gereformeerde Gemeente NEEDE Doopboek 1714-1771 (R.B.S. 1127) Tijdvak 1756-1764 http://www.genealogiedomein.nl/
Het doopboek, althans de transcriptie, noemt geen getuigen.
~Neede
Nederduits Gereformeerde Gemeente NEEDE Doopboek 1714-1771 (R.B.S. 1127) Tijdvak 1738-1746 http://www.genealogiedomein.nl/
Voor ouders etc Kers en Laerink gebruik gemaakt van: Rijssen, H. J. van (1997). Kwartierstaat (van de Maat) van Rijssen. Veluwse Geslachten, 110-127
kinderen o.a.?
verwant? Steventje Henrix, jd van Steven Henrix Vos aan de Aenstoot (Otterloo), tr Jan Barnds j.s. van Barnd Willems. Trouwboek Loenen ingetekend 3-11-1713>
Kerspel Hall, sinds 1625 kerspel Loenen (buurschap Zilven). Afgespleten uit o. 75.
75a. Een Hoffstede, genant opten Ham, soe groot ende klein, die eertijts uuyt dat goet Willickenhuys gecommen is, liggende midden in eenen camp lants, soe dieselve in den kerspel van Hall, in die buirschap Silvolden gelegen is (Ham-acker, Ham-einder-kamp)
(...)
Frederikje Willems, na doode haars broeders Gerrit; haar man Wanner Christmans is hulder, 1710 December 27.
noot: “By gelegenheidt, dat deze laetstbeleende hoorde lesen de leenbrief van haer broeder ende de benoeming van ‘hofstede’, seiden sy ende haer man het geen hofstede te zijn, dan alleen een clein stucklandts. Dewij in de oudste leenbrief van de 10(?) Mey 1606 in ’t tweede leenboek, fol 108, ende in alle de volgende het een hofstede op den Ham wordt genoemt, is dese beschrijving behouden.” [aant. in het tweede Klarenbeeksche leenregister). Deze verwarring hangt samen met de veranderde beteekenis van het woord ‘hofstede’, hetwelk eertijds ‘erf’ beduidde (huis en hofstede of hofstad = huis en erf).
Willem Christmans na doode zijner moeder Frederickjen Willemss., weduwe van Wanner Christmans, 1730 December 23.
Cornelis de Beer na opdracht door Willem Crygsman en zijn vrouw Henrica Bannink, 11741 September 2N.B. Het goed heet thans ‘een parceel saaylant op den Ham-eynder-camp’.
Idem vernieuwt den eed, 1742 Maart 16.
Lubbertus de Beer na doode zijns broeders Cornelis; Hendrik Krygsman, zijn zwager, is hulder, 1751 Januari 8
Idem vernieuwt den eed, 1781 Juli 14
Wander Crismans, mede namens zijn vrouw Hendrica Jansen, na goedkeuring van het magescheid van 6 October 1790, gemaakt met de mede-erfgenamen van zijn oom Lubbertus de Beer, 1790 December 13. [Lubbert de Beer † te Arnhem 16 juni 1789]
Na doode van Wander Crismans is hulder voor Hendrica Janssen: Jan Janssen Jannesz., 1794 September 16.
Anthony Krysman, minderjarig, na doode zijns vaders Waander; hulder als voren, eodem die. [op dezelfde dag, b.w.]
A. J. Maris (1934). De leen-, keurmedige en tynsgoederen van de Sint Salvator-Abdij te Prüm in Gelderland (leenkamer van Klarenbeek). Arnhem: Gouda Quint. Gelre, Vereeniging tot beoefening van Geldersche geschiedenis, oudheidkunde en recht. p. 96
In 1696 : Eigenaar van het goed, daar de Wed. Lubbert Peters op woont.
In 1721: Verpandt hij het goed 'Den Ham' aan de Wed. Schout Wulf van Rijs [RAG, Staten Arch. Kw. Veluwe, inv nr 150, fol 6]
~Loenen, dochter van Catharina
~Loenen, kinderen van Henrica
[Kas]
(Laerinck) [Larink]
~Neede
Nederduits Gereformeerde Gemeente NEEDE Doopboek 1714-1771 (R.B.S. 1127) http://www.genealogiedomein.nl/
*Beekbergen
~Beekbergen
DTB Loenen 1695-1752
T Loenen
aantekening: Mogelijk is deze Jenneken een zus van Jacob, en trouwt zij: 23.07.1693 Jan te Ruwenhorst en Jenneken Laerink.
DTB Neede online
Met dank aan Stoter voor deze informatie uit de online DTB, die wijst op een heel ander echtpaar op deze plaats, nl.: Jacob en Aeltien, ipv. Jacob en Geeske.
De filiatie is niet bewezen, en er zijn twee kandidaten; van deze twee is de Jacob die huwt met Aaltje het minst onwaarschijnlijk. Jammer is dat de doopboeken in deze periode geen getuigen vermelden.
Waarschijnlijk onjuist is de filiatie in het kwartier in Veluwse Geslachten 1997 p. 110 e.v. #452/3. H. J. van Rijssen: Kwartierstaat (van de Maat) van Rijssen). Van Rijssen gaat uit van een verkeerde combinatie van doopdatum en Joan. Er zijn twee vaders die Jacob Laerinck heten, en kort na elkaar een zoon Joan laten dopen in Neede. Of het gaat om dezelfde ware Jacob, die na overlijden van Geeske snel hertrouwt, maar dat wordt uitgesloten door de doop van Jacob en Geeske's dochter Maria in 1694. Is er misschien sprake van een verschrijving of een vergissing in de transcriptie, en is per abuis Aeltje geschreven in plaats van Geeske? Ook dat is heel onwaarschijnlijk, want het blijkt dat er in Neede inderdaad twee leeftijdgenoten Jan Laerinck zijn, die beide belijdenis doen (in 1717, met een half jaar tussentijd). De vraag reduceert dan tot de vraag: met wie trouwen deze jongelui? Een aanwijzing kan zijn dat Hendersken bij haar huwelijk met Arend Kers Leurink heet, en dat zij in haar tweede huwelijk een dochter Aaltje heeft, in ieder geval geen Geeske. Om dat uit te zoeken ben ik bezig meer materiaal te verzamelen, de DTB zijn nu online beschikbaar dus dat is wel handig. De opstelling in de kwartierstaat berust op een publicatie in Veluwse Geslachten 1999, p. 110 e.v., de auteur heeft mogelijk in zijn onderzoek over het hoofd gezien dat er een tweede Jacob Laerinck is, maar die is afgaande op de doopdatum juist de vader van de Jan die met Elsken Wolberinck trouwt. Het zou mooi zijn wanneer er een dochter Geeske of Aaltje zou zijn, genaamd naar de moeder van Jacob 1) of 2), maar helaas, geen van beide; maar er is wel een kleindochter die Aeltje heet!
aantekeningen: lijst van Larink etc: http://home.wanadoo.nl/dirkleurink/eibpers/eibpers.htm#BM5454
aantekeningen uit DTB Neede (http://www.genealogiedomein.nl/):
13.10.1678 lieten Rotger Laerinck en Gertien ten Damme, eheluiden, een jongen sone doepen die genaemt wierde GERRIT, die getuigen waren Wendelina ten Caete, Jacob Laerinck en Joan ten Damme.
02.05.1680 lieten Hendric Laerinck junior en Albertien, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde ROTGER, die getuigen waren Derrick Ruhof, Joan Bresthuis en Jenneken Bunckinck.
15.10.1682 lieten Goijken Laerinck en Fenneken, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde ALBERT, die getuigen waren Wilhem Huirnemans, Hendric ten Goorhuis en Jenneken Laerinck.
12.11.1682 lieten Jacob Laerinck en Maria, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde HENDRICKSKEN, diewelcke de vader selver ten doope præsenteerde.
17.12.1682 lieten Rotger Laerinck en Gertien ten Damme, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde EVA, die getuigen waren Rotger Laerinck, Trine Negberinck en Gertien ten Damme.
20.05.1683 lieten Frans Laerinck en Tonnisken, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde HENDRIC, die getuigen waren Rotger Laerinck, Albert Raben en Jenneken Laerinck.
30.09.1683 liet Hendric Laerinck met sijn ehevrouwe Albertgen een jonge dochter doopen die genaemt wierde AELTIEN, die getuigen waren Rolef en Jenneken Bresthuis en Gertien Laerinck. [Noot: i.p.v. "AELTIEN" werd eerst geschreven en nadien doorgestreept: "HILLE"]
31.01.1686 lieten Jacob Laerinck en Maria, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde HENDRIC, die getuigen waren Rotger Laerinck, Philips Baerinck en Grietien Vaeck, vrouw op 't Ruhof.
08.10.1686 in casu necessitatis lieten Rotger Laerinck en Geesken Waninck, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt is JENNEKEN.
15.01.1688 lieten Frans Laerinck en Tonisken, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde STINE, compatres Hendric Olthuis, Fenna Sigerinck en Eva Laerinck. [Noot: i.p.v. "Tonisken" werd eerst geschreven en nadien doorgestreept: "Stine"]
14.10.1688 lieten Rotger Laerinck en Geesken, eheluiden, twee jonge sonen doepen daervan den eenen genaemt wierde HENDRIC, die getuigen waren [n.v.], den anderen JAN, die gevadders waren [n.v.]. [Noot: in de marge staat geschreven:] "obijt den 5 januarij 1689" en "obijt in octob. 1688".
02.03.1690 lieten Rotger Laerinck en Geesken Waninck, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde HENDRIC, die getuigen waren Joan en Jenneken Laerinck en Aernt Waninck.
13.07.1690 circa tertiam pomeridianam lieten Jacob Laerinck en Geesken, ehelieden, een jongen sone doopen die genaemt wierde JOAN, compatres Martin Nijssinck, Joan Laerinck en Stine Baerinck.
08.11.1691 lieten Jacob Laerinck ende Aeltien, ehelieden, een jongen sone doepen die genaemt wierde JOAN, die gevadders waren Jenneken Laerinck, Hendric Olthuis en Gerrit ten Faenholt.
17.01.1692 lieten Rotger Laerinck en Geesken, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde JOAN, die gevadders waren Welmer Francquen, Wolter ten Middelhuis en Arndtien Meijers.
25.06.1693 lieten Rotger Laerinck en Geesken, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde JOAN, testis ipse pater.
17.06.1694 lieten Jacob Laerinck en Geesken, ehelieden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde MARIA, die gevadders waren Goessen Laerinck, Stine Baerinck en Griete Nijssinck.
09.09.1694 hebben Berent Laerinck en Jenneken te Flierhaer uit Mallem de Christelijcken doop versoght voor haer soon die genoemt is GARRIT.
04.11.1694 Goosen Laerinck heeft zijn zoon ten doop gepresenteert en is genaemt RUTGER.
16.08.1696 heeft Goosen Laerinck en Jenneken, ehel., een doghter laten dopen is genaemt MARIA.
22.08.1697 Jacob Laerinck en Geesken, ehel., hebben een soon laten dopen is genaemt RUTHGER.
17.04.1698 Gosen Laerinck en Jenneken, ehel., hebben een doghter laten dopen is genaemt JANNA.
31.12.1699 Gosen Laerinck en Jenneken, ehel., hebben een soon laten dopen is genaemt ALBERT.
30.06.1700 Jacob Laerinck en Geesken Nijssinck hebben een soon laten dopen is genaemt ENGHBERT.
27.11.1701 Gosen Laerinck en Jenneken, ehel., hebben een doghter laten dopen is genaemt MARIE.
trouwen:
09.04.1671 den 9 aprill - Rutger Larinck, j.n. soon van Hendrick Larinck in Nede, ende Geertjen ten Damme, j.d. van Albert ten Damme uijt Markfelde. Copulati in Nede den 24 aprill Ao 1671.
15.10.1671 15 octob. - Derk Larinck, j.soon van Hendrick Larinck, ende Egbertjen Hendricksen, j.d. van Hendrick Egberts uijt Eps onder Deventer.
4.06.1674 - 22 - Frans Larinck ende Geesken Hagens.
trouwboek zoek
25.08.1689 Ingeschreven. Jacob Laerinck, wed. van sal. Marritjen Barinck, en Geesken Issinck, j.d., beijde uit den Ruwenhof - getrouwt den 22 7ber.
23.07.1693 Jan te Ruwenhorst en Jenneken Laerink.
02.02.1695 Garrit Laerinck en Cunneken ten Polle.
09.03.1700 Hendrick ter Braeck en Eva Laerink.
05.11.1713 Garrit Larink en Grietjen Leusinck.
28.01.1714 Hendrick Larink en Trientjen Assink.
24.03.1714 Jan te Vaenholt en Hendersken Larink.
15.06.1715 Hendrick Larinck en Liesbet Assink.
05.11.1719 Garrit Janssen en Jenneken Larink.
21.03.1721 Jan Larinck en Elsken Wolberinck.
08.10.1723 Jan te Hoont en Eva Larinck.
NEEDE - Regesten van oorkonden uit het archief van het Stift Ueberwasser te Münster - Periode 1299-1613 (noemt erve en goed Larinck kerspel Nede buurschapLochuesen)
Nederduits Gereformeerde Gemeente NEEDE Lidmatenboek 1624-1771 (R.B.S. 1128.3) :
1624-1655 Albert Laerinck;
29.09.1667 Geertjen Hanninck, huijsvrouw van Jan Laerinck;
25.12.1679 Jacob Laerinck, j.m.
08.06.1690 Rutger Laerinck;
29.09.1692 Garberegh Laerinck;
12.04.1696 Fenneken Laerinck;
25.12.1706 Hendrickjen Laerinck
28.03.1717 Jan Laerink
24.06.1717 Janna Laerinck; Henderick Laerinck;
25.12.1717 Jan Laerinck;
25.12.1679 Evert Wolberinck ende Jenneken Wolberinck, eheluijden;
Hier dus niet Geesken Issinck / Nijssinck als echtgenote, Neede ~12-12-1669 lidmaat Neede 23-12-1689. Geeske is gehuwd met een andere Jacob Larink.
aantekeningen uit DTB Neede (http://www.genealogiedomein.nl/):
23.02.1679 lieten Martin Nijssinck en Griete, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde BENEDICTS, die getuigen waren Gert en Jan Nijssinck en Hendricksken Nijssinck.
27.06.1680 lieten Gerrit Cuiper en Hendricksken Nijssinck, eheluiden, een jongen sone doepen die genaemt wierde BENEDICTS, die getuigen waren Rolef Assinck, Wilhem Weddelinck en Lijse Nijssinck.
11.04.1681 lieten Martin Nijssinck en Griete, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde ANNA, die getuigen waren Gerrit Cuiper, Jenneken Roelvinck en Anna Stovers.
14.08.1681 lieten Joan Nijssinck junior en Anna, eheluiden, een jonge dochter ten doepe brengen die genaemt wierde BERNDTIEN, testis ipse pater.
12.03.1683 lieten Joan Nijssinck en Anna Stoverts, ehelieden, een jongen sone doopen die genaemt wierde JOAN, die getuigen waren Gerrit Nijssinck, Joan Stoverts en Lijse Nijssinck.
13.01.1684 hebben Marten Nijssinck en Griete, eheluiden, een jongen sone laten doopen die genaemt is ENGELBERT, die getuigen waren Wilhem Kemper, Gerrit Nijssinck en Tonnisken uxor Frans Laerinck.
12.10.1684 lieten Joan Nijssinck en Anna, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt is GERRITGEN, hetwelcke den vader selver ten doope præsenteerde.
01.08.1686 Gert Nijssinck en Hendricsken, eheluiden, een jonge dochter die genaemt wierde JOANNA, testis ipse pater.
12.06.1687 lieten Joan Nijssinck en Anna, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde ROTGER, denwelcken de vader selver ten doope præsenteerde.
20.05.1688 lieten Joan Nijssinck en Maria Lammertinck, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde METTHA, die getuigen waren Hendric Weddelinck, Joanna ter Reetmoele en Griete Nijssinck.
26.01.1690 lieten Joan Nijssinck en Maria, ehelieden, een jonge dochter doepen die genaemt wierde JOANNA, testis ipse pater.
09.03.1690 post meridiem lieten Joan Nijssinck junior en Anna, ehelieden, een jongen sone die genaemt wierde WILHEM, testis ipse pater.
11.01.1691 lieten Gert Nijssinck en Hendricksken, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde METTHA, die getuigen waren Hendric Simons, Geesken Weddelinck en Geesken Weddelinck.
09.10.1692 lieten Gert Nijssinck vulgo Clumper en Hendricksken, ehelieden, een jongen sone doopen die genaemt wierde HENDRIC, testis ipse pater.
01.01.1693 Joan Nijssinck en Anna, ehelieden, een jonge dochter die genaemt wierde HENDRICKSKEN, die getuigen waren [n.v.].
08.10.1693 circa tertiam pomeridianam lieten Gert Nijssinck en Hendricksken, ehelieden, een jonge dochter doepen die genaemt wierde ANNA, compatres Gerritgen ten Bussche uxor Henrici Weddelinck, Griete, ehevrouwe van Martin Nijssinck en [n.v.].
17.11.1695 Geert Nijssinck mede niet aengegeven.
17.07.1698 Geert Nijssinck en Hendrickjen, ehel., hebben een doghter laten dopen is genaemt JENNEKEN.
27.11.1701 Garrit Nijssinck en Hendrickjen, ehel., hebben een soon laten dopen is genaemt STOFFEL.
trouwen:
12.09.1669 den 12 sept. - Hendrick Weddelinck, nag. soon van sal. Harmen Weddelinck, ende Metjen Niessinck, doghter van Jan Niessinck, beijde alhier wonaghtigh.
trouwboek zoek
25.08.1689 Ingeschreven. Jacob Laerinck, wed. van sal. Marritjen Barinck, en Geesken Issinck, j.d., beijde uit den Ruwenhof - getrouwt den 22 7ber.
03.11.1694 Hendrick Holthuis en Willemken Nijssink.
17.09.1697 Zeint Teunis en Metta Nijssinck.
19.06.1701 Frerick Hilverink en Maria Nijssink.
09.10.1701 Harmen te Vaerwerck en Metta Nijssink.
08.01.1702 Harmen Volghman en Berentjen Nijssink.
18.01.1711 Benedictus Nijssink en Willemken Ruwhof.
13.01.1720 Arent in 't Rha en Geertruit Nijssink.
aantekening: is hij de Joan Wolfferinck met huis en hof in Hoonte genoemd in Smit (1974, p. 36)?
aantekening (geen verwantschap bekend): “Den 16. Februarii Johanna, Lambert Marquerincks dochter; die moeder Adelheidis Bovinck; patrini Liesken den Dahm, Johanna Wolbering, Johan Negbering.
“Den 17ten Martii [1674] Johannes. Johan Wolbering ende Olgen Wolbering sohn; patrini Henrich Wolbering ende Johanna Wolbering patrina.”[Wilheml Kohl: Een doop-, huwelijks- en overlijdensregister van de parochie Neede 1672-1674. In Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, deel 17, 1963, 223-233]
aantekeningen uit DTB Neede (http://www.genealogiedomein.nl/):
04.04.1680 lieten Evert Wolberinck en Jenneken, eheluiden, een jonge sone doepen die genaemt wierde JOAN, die getuigen waren Gerrit Assinck, Hendric ten Thije en Trine Negberinck.
26.06.1681 lieten Evert Wolberinck en Jenneken, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde TONIS, die getuigen waren Hendric, die broeder van Evert Wolberinck, Joan Negberinck en Dercksken Assinck.
18.03.1683 lieten Lambert Wolberinck en Anna Holweg, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde HENDRIC, die getuigen waren Evert ter Weme, muller, Joan Wolberinck en Trine toe Luggenhorst.
30.09.1683 lieten Hendric Wolberinck en Fenna, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde GERTIEN, die getuigen waren Joan ten Damme, Jenneken Bicks en Geesken Negberinck.
07.02.1686 lieten Joan Wolberinck en Aeltien, eheluiden, een jongen sone doepen die genaemt wierde BERENT, die getuigen waren Joan Negberinck, Joan Boemers en Fenneken ten Paste.
18.04.1686 lieten Joan Wolberinck en Aeltien, eheluiden, een jonge dochter doepen die genaemt wierde HENDRICKSKEN, testis ipse pater.
18.02.1687 lieten Lambert Wolberinck en Anna, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde JENNEKEN, testis ipse pater.
08.05.1687 liet Joan, bouwman op Wolberinck in Lochuisen met sijn ehevrouwe een jongen sone doopen die genaemt wierde GERRIT, testis ipse pater.
16.04.1688 Joan Wolberinck en Aeltien ten Paste, eheluiden, een jonge dochter die genaemt wierde ELSKE, die getuigen waren Herman Negberinck, Elske ten Paste en Stine ten Middelhuis.
25.11.1688 lieten Joan Wolberinck en Aeltien, eheluiden, een jonge sone doopen die genaemt wierde GERRIT, testes [n.v.].
26.02.1692 lieten Lambert Wolberinck en Anna, ehelieden, een jonge dochter die genaemt wierde HERMKEN, die gevadders waren Joanneken Hoickinck, Anneken Hoelweges en Herman Wolberinck.
06.03.1692 lieten Hendric Wolberinck en Aeltien, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde GERRIT, die gevadders waren Jan ten Paste, Jan Landtweers en Elske ten Paste.
12.01.1696 heeft Lambert Wolberinck een doghter laten doopen die genaemt is GEERTJEN.
10.01.1697 Hendrick ten Bals, bouwman op Wolbrinck en Aeltjen ten Paste hebben een soon laten dopen is genaemt JAN.
03.04.1698 Hendrick Wolberinck en Aeltjen ten Paste hebben een soon laten dopen is genaemt HENDERICK.
25.06.1699 Lambert Wolberinck en Anne, ehel., hebben een soon laten dopen is genaemt HENDRICK.
30.09.1703 Hendrick Wolberinck en Aeltjen, een zoon genoemt JAN.
trouwen:
15.12.1667 den 15 dec. - Arent Wolberinck, nag. soon van sal. Hendrick Wolberinck in Lochuijsen, ende Geertjen te Luggenhorst, nag. wed. van sal. Jan Hollewegh in Nede. Copulati in Nede, 19 jan. 1668.
10.01.1675 - 13 - Harmen Wolberinck ende Hendrixken Blockhorst.
29.09.1678 den 29 septemb. - Jan te Relker, soon van Tonis te Relker, met Trijntjen Wolberinck, dochter van sal. Hend. Wolberinck.
trouwboek zoek
20.04.1700 Berent Wolberink en Maria Bouwmans.
04.06.1706 Arent Wolberink en Lijsken te Goorhuis.
10.12.1718 Jan Olden en Harmina Wolberincks.
aantekening (geen verwantschap bekend): “Den 2en Februarii is gedoopt Margaretha, Gert thom Grotenhus dochter; die moeder Thrine then Dahm; patrinae Aeva tho Olthars, Olgen Egbering; patrini Herman thon Past. Catholoca..”[Wilheml Kohl: Een doop-, huwelijks- en overlijdensregister van de parochie Neede 1672-1674. In Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie, deel 17, 1963, 223-233]
aantekeningen uit DTB Neede (http://www.genealogiedomein.nl/):
16.08.1686 lieten Joan ten Paste en Fenna, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde LAMBERT, compatres Joan te Roller, Alef Huinevelt en Griete N.
04.12.1687 lieten Joan ten Paste en Fenna, ehelieden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde BERNDTIEN, die getuigen waren Joan [n.v.], Aeltien Wolberinck en Stine ten Middelhuis.
15.01.1693 lieten Joan ten Paste en Trine, eheluiden, twee jonge kinderen doopen, daervan het eene, sijnde een soene, genaemt wierde AERNT, daertoe als gevadders waren Hendric Hofman, Hendric Olieslager en Henrica ten Paste. Het tweede wierde genaemt ANNA, die getuigen hiervan waren Joan ten Paste, Aeltien Wolberinck en Barbara ten Vaerwerck.
26.03.1693 lieten Joan ten Paste in Lochuisen en Fenna, eheluiden, een jonge dochter doopen die genaemt wierde LISABETH, die getuigen waren Joan ten Paste, Henrica Hagens en Anneken ten Paste.
16.10.1698 Albert ten Paste en Elsken, ehel., hebben een doghter laten dopen is genaemt ANNE.
trouwen:
05.01.1696 Jan Brashuis en Elske ten Paste.
16.02.1696 Hendrick ten Bals en Aeltjen ten Paste.
16.08.1696 Hendrick Assink en Aeltjen ten Paste.
25.02.1700 Berent ter Borgh en Jenneken ten Paste.
06.06.1707 Jan ten Paste en Elsken Harms.
12.02.1718 Garrit op de Woestemate en Henders ten Paste.
Door de gekozen systematiek met gesplitste kwartierstaten onstaat er een probleem met de afhandelingen van verdubbelende kwartieren. Zodra uit een gezin twee of meer kinderen in de kwartierstaat terecht komen, onstaat er een verdubbelde voorouderlijn.
De gewone werkwijze bij gepubliceerde kwartierstaten is om bij het eerste voorkomen van een verdubbeling het hogere kwartier door te verwijzen naar het lagere kwartier, en de oudere generaties voor dat hogere kwartier niet meer op te nemen.
Bij afgesplitste kwartierstaten waarbij verdubbelingen tussen afsplitsingen optreden, ontstaat het probleem dat bij weglaten van de verdere voorouders van het hogere verdubbelende kwartier, de afgesplitste kwartierstaat een onvolledig beeld zou geven. Ik heb er daarom voor gekozen om bij verdubbelingen tussen afgesplitste kwartierstaten de verdubbelingen ook in de oudere generaties te blijven aangeven.
Bij verdubbelingen binnen een deelkwartierstaat zal ik de gewone procedure volgen, en na de eerste keer de dubbele kwartieren niet meer aangeven.
In kwartierstaten met boerenfamilies die sterke onderlinge relaties hebben, kan het aantal verdubbelende kwartieren enorm groot worden. In de Veluwse kwartierstaten is dat evident het geval bij de dominante schoutenfamilie Pannekoek, en de papiermakers Schut en Van Amersfoort. In de Delflandse kwartierstaten is hetzelfde verschijnsel nog sterker aanwezig omdat er over meer generaties gegevens beschikbaar zijn, en er bovendien een sterke druk is om partners te vinden binnen de getalsmatif beperkte stand van welgeboren boeren. De familie Van der Kooij is daar het meest aansprekende voorbeeld van, een voorbeeld dat bovendien heel goed is gedocumenteerd.
Genoemde secundaire bronnen (genealogieën etcetera) geven veeal details over door de betreffende auteur(s) geraadpleegde primaire bronnen (oudrechterlijke archieven, notariële stukken, etcetera). Waar ik websites als bron noem, zijn dit soms gedocumenteerde websites, soms ook niet; in het laatste geval zijn daaruit overgenomen filiaties niet meer dan een agenda voor verder onderzoek.
Enk, B. J. van den (199?). De Boer/Van het Hekke/Voshuyzen/Aarts Veluwse Geslachten.
Cornelissen de Beer, G. D. (1981). Genealogie Krijgsman. Veluwse Geslachten, 226-230.
E. de Jonge en B. J. van den Enk (Red.). Herengoederen. Deel 4 Apeldoorn, Voorst, Brummen en Rheden. Uitgave: Veluwse Geslachten.
J. G. Smit (1974). Kerk en kerspel van Neede tot 1616. Gelre, Bijdragen en Mededelingen deel LXVII, 27-49).
Voorn, H. (1985). De papiermolens in de provincie Gelderland alsmede in Overijssel en Limburg. De geschiedenis der Nederlandse papierindustrie, deel 3. Met medewerking van Johanna Hollestelle en G.D. Cornelissen de Beer. Stichting voor het Onderzoek van de Geschiedenis der Nederlandse Papierindustrie. Haarlem: Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken.
http://www.benwilbrink.nl/genealogie/boks.htm
Voor een samengevatte versie van het kwartier Boks klik op bovenstaand W3C beeld, vink de optie 'Show Outline' aan en doe de check opnieuw ('Revalidate'). Vergeet niet naar beneden te scrollen om de outline te kunnen zien. Voor een voorbeeld zie een momentopname 8 april 2008 zie hier. Als er nog fouten zijn, kan de samenvatting niet worden gemaakt: mail mij dan.